Praktische Economie MAX 2021 M8 Conjunctuur en economisch beleid
- Hoofdstuk 3 - Conjunctuur en begrotingsbeleid
oefentoetsen & antwoorden
MAX
Klas 4-5-6|Vwo
Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: loon-prijsspiraal, procyclisch en anticyclisch begrotingsbeleid, inverdieneffecten, uitverdieneffecten, structurele hervormingen, internationale concurrentiepositie, loonmatiging, arbeidsproductiviteit en automatische stabilisatoren.
Toets Economie
Praktische Economie MAX 2021 M8 Conjunctuur en economisch beleid
Online maken
Toets afdrukken
In een fase van hoogconjunctuur en hoge inflatie zal opeenvolging van loonsverhogingen en prijsverhogingen leiden tot een situatie van blijvend hoge inflatie, hetgeen de investeringsbereidheid van bedrijven en daarmee de productiegroei kan afremmen.Of:In een fase van hoogconjunctuur en hoge inflatie zal de opeenvolging van loonsverhogingen en prijsverhogingen leiden tot een situatie van blijvend hoge inflatie, hetgeen de internationale concurrentiepositie van bedrijven kan verslechteren, waardoor de exportgroei en daarmee de productiegroei kan worden afgeremd.Een voorbeeld van anticyclisch begrotingsbeleid in tijden van een hoogconjunctuur is een bezuiniging op de overheidsuitgaven om de vraag te temperen. De gevolgen van die bezuinigingen worden weer tenietgedaan door het uitverdieneffect: een deel van die bezuinigingen vloeit weer terug naar de economie via sociale uitkeringen.Als bijvoorbeeld in tijden van laagconjunctuur de uitgaven aan sociale uitkeringen stijgen, zal door deze stijging de bestedingen toe kunnen nemen. Door het inverdieneffect van progressieve belastingen zal de stijging van de bestedingen beperkt worden. Immers: over hogere uitkeringen wordt in verhouding een hoger bedrag aan belasting geheven, waardoor de effectiviteit van de stabilisator wordt beperkt. Loonmatiging kan leiden tot vergroting van de export, omdat loonmatiging zal leiden tot lagere loonkosten per eenheid product, hetgeen de internationale concurrentiepositie van bedrijven kan verbeteren.Let op: het noemen van lagere loonkosten per eenheid product is essentieel voor een goed antwoord.Alleen als beloning is gekoppeld aan productiviteit zullen mensen die een hoger inkomen willen, een prikkel hebben om hun productiviteit te vergroten door extra scholing / door harder te werken (waardoor de totale productie zal toenemen).Een stijging van de arbeidskosten per werknemer kan toch gepaard gaan met een daling van de arbeidskosten per eenheid product als de arbeidsproductiviteit relatief meer stijgt dan de arbeidskosten per werknemer.Let op: relatief of in verhouding moet verwoord zijn.Het nadeel van loonmatiging is dat de koopkracht daalt ten opzichte van de situatie zonder loonmatiging, waardoor de binnenlandse bestedingen kunnen afnemen en daarmee de economische groei. Het begrotingsbeleid in Thioria heeft in de periode 2001–2003 anticyclische invloed gehad, want bij een minder dan gemiddelde groei heeft de overheid minder inkomsten die echter niet gepaard zijn gegaan met minder uitgaven. Hierdoor zijn de totale bestedingen en dus de productie in de jaren daarna gegroeid.
Let op: een (succesvol) anticyclisch begrotingsbeleid in een periode van laagconjunctuur heeft pas effect in de periode daarna.De Thioriaanse overheid heeft in de periode 2005 tot en met 2008 in totaal per saldo een meevaller gehad (van € 780 miljoen)
Tegenvallers 2005 en 2006: (2,7 – 1,8) + (2,7 – 2,2) = × € 600 miljoen = € 840 miljoen.
Meevallers 2007 en 2008: (3,4 – 2,7) + (3,8 – 2,7) = × € 900 miljoen = € 1.620 miljoen.
Opmerking: bij de berekening is uitgegaan van een trend van 2,7%. Kleine afleesfouten zijn mogelijk.
Hogere uitgaven kunnen voor een deel weer worden terugverdiend.Via de ontvangstenkant van de begroting:hogere overheidsuitgaven leiden tot hogere bestedingen / productie / inkomen waardoor de belastingontvangsten toenemen.Via de uitgavenkant van de begroting:hogere overheidsuitgaven leiden tot hogere bestedingen / productie en minder werkloosheid waardoor de sociale uitkeringen afnemen.Door versneld aflossen van de staatsschuld kunnen de belastingtarieven worden verlaagd, omdat een afnemende staatsschuld tot lagere rentebetalingen leid zodat de overheidsinkomsten lager kunnen zijn. Het nominaal BBP is indexcijfer reëel BBP x prijsindexcijfer / 100%.Nominaal BBP 2010 is 100.Nominaal BBP 2011 is 104,1 x 102,0 / 100 = 106,182.Nominaal BBP 2012 is 103,9 x 102,2 / 100 = 106,1858.Nominaal BBP 2013 is 104,5 x 102,5 / 100 = 107,1125.Nominaal BBP 2014 is 104,0 x 103,5 / 100 = 107,64.Het nominaal BBP is tussen 2010 en 2014 gegroeid met 100 x 1,06182 x 1,061858 x 1,071125 x 1,0764 = 129,9993593. Een groei van ongeveer 30%.De conclusie van de minister van Economische Zaken is juist.Opmerking:Een snellere berekening is: 1,041 × 1,02 × 1,039 × 1,022 × 1,045 × 1,025 × 1,04 × 1,035 x 100 = 129,9993593Let op: het optellen van de acht percentages uit regels A en B (tabel) met als antwoord 26,7% is fout.
Het uitvoeren van het afgesproken begrotingsbeleid in 2013 en 2014 kon leiden tot vermindering van de reële groei van de overheidsuitgaven, omdat het prijspeil van de overheidsuitgaven sterker steeg dan het algemene prijspeil: 2,8 is meer dan 2,5 (2013) en 4,0 is meer dan 3,5 (2014). Bij dezelfde stijging van de nominale groei van het BBP en de overheidsuitgaven moet de reële groei van de overheidsuitgaven dus lager zijn.In de periode 2011-2014 konden meevallers aan de inkomstenkant van de begroting ontstaan, omdat door de hogere groei van het BBP dan verwacht de inkomens en daarmee de belastingopbrengsten hoger waren dan verwacht.Het afgesproken begrotingsbeleid van de regering kan procyclisch werken, omdat in een periode met een relatief hoge groei van het BBP er hogere belastinginkomsten ontstaan die, door de lastenverlichting, leiden tot een verdere groei van de bestedingen waardoor de conjunctuur nog meer groeit.Of:Het afgesproken begrotingsbeleid van de regering kan procyclisch werken, omdat in een periode met een relatief hoge groei van het BBP sprake kan zijn van kleinere uitgaven dan verwacht, hetgeen leidt tot extra financiële ruimte voor overheidsuitgaven die de groei van de bestedingen direct of indirect versterken waardoor de conjunctuur nog meer groeit. Maatregelen die een procyclisch effect zouden hebben:Vergemakkelijken van het ontslaan van personeel.De werkloosheid neemt toe en het besteedbare inkomen daalt, zodat de consumptieve bestedingen worden afgeremd en de conjunctuur verslechtert.Afschaffing van de subsidie op de bouw van een eigen huis.De woonlasten van een eigen huis stijgen en het bouwen van een huis wordt minder aantrekkelijk, waardoor de bouwproductie daalt en de conjunctuur verslechtert.Let op: ieder ander genoemde maatregel is fout. Deze maatregelen stimuleren de bestedingen en daarmee de conjunctuur en hebben dus een anticyclisch effect.Door hogere uitgaven aan onderwijs kunnen werkzoekenden door betere / meer scholing gemakkelijker een passende baan vinden waardoor de structurele werkloosheid daalt.Of:Door hogere uitgaven aan onderwijs zal door betere / meer scholing de arbeidsproductiviteit stijgen waardoor de concurrentiepositie / het investeringsklimaat verbetert, hetgeen kan leiden tot nieuwe arbeidsplaatsen waardoor de structurele werkloosheid daalt.Let op: ieder antwoord waaruit blijkt dat de bestedingen worden gestimuleerd is fout (bijvoorbeeld: hoger opgeleide mensen verdienen meer en geven meer uit). Immers: meer bestedingen kunnen leiden tot minder conjuncturele werkloosheid.
Door het vergemakkelijken van het ontslaan van personeel zal het aannemen van personeel minder risico met zich meebrengen zodat werkzoekenden sneller een baan aangeboden krijgen en de zoektijd korter wordt. Uit de waarden van de consumptie diamant blijkt een daling van de werkloosheid. Werkloosheid heeft in de diamant de waarde +1, hetgeen duidt op een positief effect op de consumptie. Er is dus sprake van daling van de werkloosheid: dit leidt tot een hoger gemiddeld inkomen / geeft de consument meer zekerheid waardoor die meer zal uitgeven.De indicator voor de ontwikkeling van de werkloosheid zou hoger zijn geweest indien geen rekening was gehouden met automatische stabilisatoren.Door de werkloosheidsuitkeringen zijn de werknemers minder in inkomen teruggegaan bij werkloosheid / minder in inkomen gestegen bij het opnieuw vinden van werk, waardoor het gevolg van werkloosheid voor de consumptie minder is.Of:De indicator voor de ontwikkeling van de werkloosheid zou hoger zijn geweest indien geen rekening was gehouden met automatische stabilisatoren.Indien in het land sprake is van een progressief stelsel van inkomstenbelasting zal bij stijging van de werkloosheid de terugval in inkomsten leiden tot een minder dan evenredige daling van de consumptie / zal bij daling van de werkloosheid de toename van inkomsten leiden tot een minder dan evenredige stijging van de consumptie.Opmerking: beide effecten weerspiegelen zich in een lagere wegingsfactor voor werkloosheid dan zonder deze stabilisator zou zijn gehanteerd.De omstandigheden voor de consumptie in oktober is verbeterd ten opzichte van september. 15 × 2 + 25 × 1 + 20 × −1 + 15 × 1 + 25 × −2 = 0 en dat is hoger dan −0,4.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.