Praktische Economie MAX 2021 M8 Conjunctuur en economisch beleid
- Hoofdstuk 4 - Conjunctuur en monetair beleid
oefentoetsen & antwoorden
MAX
Klas 4-5-6|Vwo
Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: bankrun, depositogarantiestelsel, dekkingsgraad, maatschappelijke geldhoeveelheid, openmarktoperaties, monetaire expansie, rentebeleid, liquiditeitsval, wisselkoers, appreciatie, depreciatie, zwevende en vaste wisselkoersen, wisselkoersbeleid, buitenlandse valutareserve en optimaal valutagebied.
Toets Economie
Praktische Economie MAX 2021 M8 Conjunctuur en economisch beleid
Online maken
Toets afdrukken
De twee belangrijkste taken van de Europese centrale bank.Toezicht op de monetaire infrastructuur.Een centrale bank is er verantwoordelijk voor dat de monetaire infrastructuur goed functioneert. De financiële instellingen zorgen voor het aanleggen en onderhouden van de infrastructuur, de centrale bank houdt er toezicht op. Dit betekent onder andere dat de centrale bank financiële instellingen kan dwingen om aanpassingen door te voeren in het betalingssysteem.Toezicht op aanbieders van financiële producten.De centrale bank kan bankvergunningen afgeven, maar kan deze vergunning ook weer intrekken. Om een bankvergunning te krijgen moet je aan strenge regels voldoen, zoals beschikken over voldoende eigen vermogen en een verleden van onberispelijk gedrag, maar ook de bedrijfsvoering moet goedgekeurd worden: de centrale bank ziet erop toe dat financiële instellingen niet te grote risico’s nemen.Het depositogarantiestelsel houdt in dat spaargelden tot een maximumbedrag (in Nederland € 100.000) gegarandeerd zijn, mocht bij een bank meer spaargeld worden opgevraagd dan de bank op korte termijn kan leveren (bankrun). De centrale bank zorgt ervoor dat spaarders hun ingelegde spaargeld terugkrijgen. De kosten van het depositogarantiestelsel worden gedragen door de andere handelsbanken.De dekkingsgraad is de kapitaalomvang van een pensioenfonds als percentage van alle huidige en toekomstige pensioenverplichtingen. Met andere woorden: de dekkingsgraad geeft aan of een pensioenfonds voldoende geld in kas heeft om aan zijn verplichtingen te voldoen. De dekkingsgraad wordt uitgedrukt in een percentage. Als de dekkingsgraad te laag is, moet een pensioenfonds maatregelen nemen om zijn financiële situatie te verbeteren. De Nederlandsche Bank moet deze maatregelen goedkeuren en controleren of ze worden uitgevoerd. De theorie van de optimale valutagebieden houdt in dat landen kunnen profiteren van een gemeenschappelijke munt, mits de voordelen (geen wisselkoersschommelingen, lagere transactiekosten, transparante markt) opwegen tegen het nadeel (economische schokken niet meer kunnen opvangen via een aanpassing van de wisselkoers).Drie alternatieve aanpassingsmechanismen:Aanpassing van lonen en prijzen.Om de export van een land goedkoper te maken en de depreciatie van de munt is niet mogelijk, kunnen in het land de lonen en de prijzen naar beneden worden aangepast.Migratie.Om verschillen in de conjunctuurbeweging tussen landen binnen een muntunie op te vangen, kan de productiefactor arbeid migreren. Daarbij migreren mensen vanuit een land met een laagconjunctuur naar landen met een hoogconjunctuur om onevenwichtigheden op verschillende arbeidsmarkten op te lossen.Inkomensoverdrachten tussen landen.
Inkomensverschillen tussen landen binnen een muntunie kunnen ook direct worden verminderd door een inkomensoverdracht van landen met een relatief hoog inkomen naar landen met een relatief laag inkomen. In ruil voor deze inkomensoverdrachten kunnen voorwaarden worden gesteld aan het economisch beleid van landen die financieel ondersteund worden. Bij monetaire expansie neemt het aanbod van geld in de markt toe. Een groter aanbod bij een gelijkblijvende vraag betekent een lagere prijs (rente).Openmarktoperaties zijn het door de centrale bank kopen of verkopen van waardepapieren. Als een centrale bank bijvoorbeeld obligaties koopt, wordt dat betaald met geld dat nog geen onderdeel is van de maatschappelijke geldhoeveelheid. Het aankopen van waardepapieren leidt dus tot een grotere maatschappelijke geldhoeveelheid. In de toekomst, als de obligatie met rente wordt afbetaald aan de centrale bank, neemt de maatschappelijke geldhoeveelheid weer af.In een laagconjunctuur, wanneer de inflatie te laag is, zal de Centrale Bank via een verruimend monetair beleid de economie proberen te stimuleren. Het extra geld wordt echter niet besteed. Bij een recessie hebben consumenten bijvoorbeeld minder vertrouwen en gaan meer sparen. Het geld komt terecht in de inactieve kassen. Dit wordt een liquiditeitsval genoemd: een situatie waarbij een vergroting van de maatschappelijke geldhoeveelheid geen invloed meer heeft op de economie.Het beperken van de inflatie is de belangrijkste doelstelling van de ECB, omdat de ECB een enkelvoudig mandaat heeft, waarin zij alleen de inflatie moet beteugelen en geen duaal mandaat, waarbij zij ook moet zorgen voor economische groei. De belemmering voor kapitaalmobiliteit is het wisselkoersrisico. Voor de invoering van de euro liepen internationale beleggers het risico dat de koers van de buitenlandse valuta daalde, waardoor het rendement van buitenlandse beleggingen lager zou uitvallen.Een grote thuismarkt versterkt de concurrentiekracht van bedrijven in het eurogebied ten opzichte van bedrijven uit Amerika en Japan, omdat een grote thuismarkt grootschalige productie mogelijk maakt, hetgeen lagere kosten per eenheid product en dus lagere verkoopprijzen mogelijk maakt (en dat bedrijven in Amerika en Japan op dit punt een voordeel hadden vergeleken met bedrijven in het eurogebied).De monetaire politiek van de ECB in een EMU-land kan een procyclisch effect kan hebben, omdat de ECB bij inflatie (overbesteding) in de EMU als geheel de rente kan verhogen en dat deze hogere rente in een land waar sprake is van onderbesteding kan leiden tot een daling van de bestedingen, waardoor de onderbesteding in dat land wordt versterkt.De EMU-afspraak over het begrotingstekort bij hoogconjunctuur vormt geen belemmering voor het voeren van anticyclisch begrotingsbeleid, omdat anticyclisch begrotingsbeleid bij hoogconjunctuur inhoudt dat de overheidsbestedingen worden beperkt / de belastingen worden verhoogd, waardoor het overheidstekort kleiner wordt. Bij pijl 4 sprake van een positief verband, omdat een verhoging van de rentetarieven van ECB kan leiden tot een grotere vraag naar de euro (op de valutamarkt). Er ontstaat een kapitaalstroom vanuit het buitenland waardoor de wisselkoers apprecieert. Hierdoor daalt de export en stijgt de import.Of:Bij pijl 4 sprake van een positief verband, omdat een verhoging van de rentetarieven van ECB kan leiden tot een kleinere vraag naar de euro / een grotere vraag naar een andere valuta (op de valutamarkt). Er ontstaat een kapitaalstroom naar het buitenland waardoor de wisselkoers deprecieert. Hierdoor stijgt de export en daalt de import.Bij een verlaging van de reporente door de ECB kunnen de handelsbanken goedkoper geld lenen bij de ECB. Hoe lager de reporente, hoe lager het rentetarief waartegen de banken dat geld weer kunnen uitlenen. Bij een lagere rente gaan consumenten en bedrijven meer lenen. De consumptiequote stijgt evenals de autonome investeringen, met als gevolg een hogere effectieve vraag.In tijden van hoogconjunctuur zal de ECB via een verhoging van de rente de (groei van de) effectieve vraag afremmen: pijl 5, positief verband. Een verlaging (van de groei) van de effectieve vraag kan via pijl 8 leiden tot een vermindering van de stijging van het binnenlands prijspeil: positief verband.Of:In tijden van hoogconjunctuur zal de ECB via een verhoging van de rente de (groei van de) effectieve vraag afremmen: pijl 5, positief verband. Een verlaging (van de groei) van de effectieve vraag kan via pijl 10 (negatief verband) en 11 positief verband) leiden tot een vermindering van de loonkostenstijging, hetgeen via pijl 13 (positief verband) de stijging van het binnenlands prijspeil kan verminderen.Renteverhoging in een situatie waarin de ECB geen hogere wisselkoers van de munt wil, kan ongewenst zijn, omdat een renteverhoging de koers verder zou kunnen verhogen. Een hogere rente trekt omdat buitenlands beleggingskapitaal aan, waardoor de vraag naar de euro op de valutamarkt groter wordt.Een koersdaling van de euro zal leiden tot een verbetering van de concurrentiepositie, pijl 1 (negatief verband). Hierdoor zal via een stijging van het saldo op de betalingsbalans de effectieve vraag stijgen: pijlen 7 en 9, beide een positief verband. Deze vraagstijging zal leiden tot meer inzet van arbeidskrachten, hetgeen de werkloosheid kan verlagen: pijl 10, negatief verband. In de periode 1 juli -1 november 2001 sprake van appreciatie van de yen ten opzichte van de dollar, omdat er sprake is van een stijging van de waarde van de yen in dollars
Let op: op 1 juli is 10.000 yen 70 dollar waard, op 1 november is 10.000 yen 90 dollar waard. De waarde van de yen ten opzichte van de dollar is gestegen.Dollarkoers 1 juli 2001: 10.000 / 75 = 133,33 yen.
Dollarkoers 1 november 2001: 10.000 / 90 = 111,11 yen.
verandering dollarkoers: (111,11 - 133,33) / 133,33 × 100% = −16,67%.
Let op: in de grafiek wordt de koers van de yen (per 10.000) dollar gegeven. In de vraag staat: bereken de koers van de dollar in yen. Het aantal yen moet dan worden gedeeld door het aantal dollar om de koers van de dollar in yen te krijgen.De Japanse monetaire autoriteiten direct na 1 november 2001 de koersstijging van de yen / koersdaling van de dollar is gestopt door het verkopen van yens tegen dollars.De oproep van de landen van de G8 zou kunnen leiden tot een verdere stijging van de koers van de yen in dollars, omdat de centrale bank van Japan gehoor geeft aan de oproep en zal niet langer door aanpassingen op de valutamarkt, de koersstijgingen van de yen proberen tegen te gaan.Bij een positief saldo op de betalingsbalans van Japan met de VS zal bij flexibele wisselkoersen de yen – dollar wisselkoers stijgen. Hierdoor daalt de export vanuit Japan naar de VS en neemt de import vanuit de VS naar Japan toe; het positieve saldo op de betalingsbalans van Japan neemt af. De yen – dollar wisselkoers zal blijven stijgen totdat de vraag naar yen gelijk is aan het aanbod van yen. In dat geval zijn de totale inkomsten op de betalingsbalans gelijk aan de totale uitgaven; de betalingsbalans van Japan is in evenwicht. Land A kan met het gekozen wisselkoerssysteem kosteninflatie beperken, omdat een tekort op de betalingsbalans van land A met de eurolanden niet zal leiden tot een daling van de koers van de eigen valuta, hetgeen inflatie via hogere kosten van ingevoerde producten voorkomt.land B hoeft geen ander wisselkoerssysteem te kiezen om te voldoen aan de voorwaarde van toetreding, omdat bij een zwevende wisselkoers materieel evenwicht op de betalingsbalans gerealiseerd kan worden door de werking van vraag en aanbod op de valutamarkt. Als bijvoorbeeld land B een negatief saldo heeft, is de inkomstenkant kleiner dan de uitgavenkant. De vraag naar de valuta van land B is kleiner dan het aanbod van de valuta van land B. Hierdoor daalt de koers van deze valuta ten opzichte van de euro: de valuta van land B deprecieert ten opzichte van de euro. Door de gedaalde koers van de valuta van land B ten opzichte van de euro zal de export van land B toenemen en de import afnemen.
De betalingsbalans komt weer in evenwicht.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.