Hieronder de tekstdoelen met enkele bijbehorende tekstsoorten: informeren: uiteenzetting, of een van de volgende tekstsoorten: (achtergrond)artikel, bijsluiter, column (soms), familiebericht, folder, gebruiksaanwijzing, handleiding, instructie, nieuwsbericht, notulen, rapport, recensie, recept, studieboek, verslagopiniëren: beschouwing,of een van de volgende tekstsoorten: column (soms), discussiestuk, recensie (soms)overtuigen: betoog, of een van de volgende tekstsoorten: column (soms), ingezonden brief, recensie (soms), redactioneel commentaaractiveren: advertentie, affiche/poster, betoog (soms), brochure, column (soms), direct mail, flyer, recensie (soms), reclamefolderamuseren: column (soms), gedicht, mop, roman, strip, verhaalHieronder worden de drie belangrijkste tekstsoorten uitgebreid toegelicht: Een uiteenzetting is bedoeld om de lezer te informeren: een bepaald onderwerp wordt objectief uitgewerkt. De auteur legt bijvoorbeeld iets uit, hij beantwoordt een vraag, hij draagt oplossingen aan voor een probleem of hij geeft een historisch overzicht van iets. In een uiteenzetting staan meestal veel feiten en toelichtingen of voorbeelden. De hoofdgedachte van een uiteenzetting is vaak een constatering (= de vaststelling van een feit of een verschijnsel), bijvoorbeeld: ‘Er worden steeds meer maatregelen bedacht om het gebruik van plastic tegen te gaan.’Een betoog is bedoeld om te overtuigen: de schrijver wil dat de lezers zijn mening (standpunt) over een bepaalde kwestie overnemen. Die mening is ook de hoofdgedachte van de tekst, bijvoorbeeld: ‘Scholen moeten niet eerder dan om 10 uur met de lessen beginnen.’ De auteur geeft argumenten voor zijn standpunt en soms weerlegt hij argumenten die de lezers tegen zijn standpunt kunnen inbrengen: hij toont aan dat die minder zwaar wegen dan zijn eigen (vóór)argumenten.Een beschouwing is bedoeld om te opiniëren: de auteur wil zijn lezers zelf over iets laten nadenken, zodat ze zich er een mening over kunnen vormen. Hij geeft bijvoorbeeld de voor- en nadelen van een verschijnsel, verschillende meningen van deskundigen en betrokkenen over een kwestie, de oorzaken en gevolgen van een probleem, verschillende oplossingen en de voor- en nadelen van die oplossingen. De hoofdgedachte van een beschouwing is dan ook vaak een formulering als ‘Hoewel we moeten accepteren dat alles in onze maatschappij tegenwoordig sneller gaat dan vroeger, is het nog maar de vraag of we ons er werkelijk door bevrijd voelen en of we echt tijd overhouden.’ Door onderstaand stappenplan te gebruiken, kun je een tekst goed lezen en begrijpen. Stap 1: Oriënterend lezenBepaal het onderwerp van de tekst: lees de titel, bekijk de eventuele afbeelding(en) en lees de eerste alinea(’s).Vraag je af: Wat weet ik al van dit onderwerp? Wat zal de tekst over dit onderwerp zeggen?Stap 2: Globaal lezenOm alvast een idee van de inhoud te krijgen, lees je de tekst vluchtig door: Stel vast uit welke alinea(’s) de inleiding en het slot bestaan. Zet strepen tussen inleiding, middenstuk en slot.Probeer deelonderwerpen te onderscheiden: lees van elke alinea het begin en het eind en ga op zoek naar kernzinnen. Zet strepen tussen de delen.Stap 3: Precies lezenLees de tekst aandachtig van het begin tot het eind: Ga na of je eerdere verwachtingen over de tekst bevestigd worden.Noteer de betekenis van woorden die je niet kent: achterhaal die via een woordraadstrategie of raadpleeg een woordenboek.Markeer van elke alinea de kernzin of de zinnen die samen de belangrijkste informatie geven.Markeer de signaalwoorden die verbanden tussen alinea’s aangeven.Noteer (in de marge) de deelonderwerpen: informerende kopjes of vragen die in het betreffende tekstgedeelte beantwoord worden.Markeer (als die er zijn) woorden die de functie van een alinea aanduiden.Markeer signaalwoorden die een belangrijk verband tussen zinnen aangeven.Stap 4: Analyse afrondenNoteer de structuur van de tekst (als die duidelijk herkenbaar is). Het verband tussen hoofdgedachte, tekstdoel en tekstsoort:Bij een uiteenzetting is de hoofdgedachte vaak een constatering.Een betoog heeft als hoofdgedachte altijd een mening (standpunt).Bij een beschouwing is de hoofdgedachte meestal dat er over het onderwerp meer oplossingen/antwoorden/meningen enz. (mogelijk) zijn.Een activerende tekst heeft als hoofdgedachte dat de lezer iets moet gaan doen of ergens mee moet ophouden.De functies van tekstgedeelte en de tekstsoort/het tekstdoel: Veel uitleg of toelichtingen zijn een aanwijzing voor uiteenzetten/informeren.Argumenten of bewijzen duiden meestal op betogen/overtuigen.Verschillende meningen, oplossingen, kanttekeningen of nuanceringen betekenen vaak dat de tekst een beschouwend/opiniërend karakter heeft.Aansporingen aan de lezer wijzen vaak op activeren. Thuisblijven is nu sociaal geaccepteerd. Toelichting: Een constatering is een vaststelling van een feit. Ga dus op zoek naar het belangrijkste gegeven in de alinea: de kernzin. Er is sprake van een uitwerking op basis van voorbeelden. Toelichting: De constatering is de eerste zin: Thuisblijven is nu sociaal geaccepteerd. Let op, dit is ook de kernzin. In een kernzin wordt vaak een constatering gedaan. Alle andere zinnen zijn voorbeelden bij deze kernzin. De zinnen zijn voorbeelden van activiteiten die je kunt doen als je thuisblijft. Deze activiteiten worden tegenwoordig sociaal geaccepteerd. Er worden (ter onderbouwing) gegevens genoemd van het CBS en Datlinq.Er is sprake van een overhaaste generalisatie: Op basis van twee tv-series/voorbeelden wordt een algemeen beeld geschetst.Het doel van sociale media is om thuis in contact te kunnen blijven met de wereld/je vrienden. Een paar jaar geleden leidden sociale media tot het zogenoemde fomo: fear of missing out. Sociale media hadden dus als doel dat mensen juist uitgingen. De stortvloed aan evenementen waar we bij moeten zijn heeft ons moe gemaakt/ heeft ons verzadigd. We willen risico’s die we in de buitenwereld lopen, minimaliseren / thuisblijven vinden we veiliger. We staan al 24/7 met elkaar in contact (en hebben geen behoefte aan persoonlijk contact). De gevoelswaarde kan het beste omschreven worden als spot. B. een sombere toekomstverwachting wordt gerelativeerd.Uitgaanstrends zijn golfbewegingen. Thuisblijven is de huidige trend, maar bepaalde uitgaansgelegenheden blijven populair en naar verwachting kiezen mensen op termijn weer vaker voor uitgaan.Toelichting: De hoofdgedachte is de meest korte samenvatting van de tekst. Welke gedachte had de schrijver voordat hij begon met het schrijven van de tekst? Wat wil de schrijver - in 1 zin - nu eigenlijk zeggen? Kijk naar alle kernzinnen, noteer deze achter elkaar en probeer die samen te vatten tot 1 zin. Alle voorbeelden, uitwerkingen, uitleg, etc. zijn bijzaak, dus hoeven niet opgenomen te worden. Je ziet dat de hoofdgedachte een langere zin is, en meerdere onderdelen bevat.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.