Of Course! MAX
- Unit 3 - Where Do We Go from Here?
oefentoetsen & antwoorden
MAX 2020
Klas 5|Havo
Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen:
Woorden
Zinnen
Grammatica:
Tenses
Gerund
Passive
Indefinite Pronouns
Relative Pronouns
Demonstrative Pronouns
Interrogative Pronouns
Adjective and Adverbs
Vocabulary Extra:
Fixed Expressions
Word Formation
Toets Engels
Of Course! MAX
Online maken
Toets afdrukken
CompriseRoutinelySeverePromisingDeduce fromResourcefulEvadeAdeptAre in line withTensionHave the upper handAbroad QuestionExcessiveEnlistmentShrinkingTerms and ConditionsSusceptibleGratitude Verb - Noun: comprehension, Adjective: comprehensibleNoun - Verb: persuade, Adjective: persuasiveAdjective - Noun: apology, Verb: apologiseAdjective - Noun: dependence, Verb: dependVerb - Noun: fixation, Adjective: fixedAdjective - Noun: growth, Verb: growToelichting Bij word formation is het belangrijk om te beseffen dat veel woorden veranderd kunnen worden van een werkwoord (ww) in een zelfstandig naamwoord (zn) of bijvoeglijk naamwoord (bn), en andersom. Ze hebben dan vaak erg vergelijkbare betekenissen. In veel gevallen wordt dit gedaan door een suffix (een achtervoegsel) toe te voegen. Bij zelfstandige naamwoorden is dit vaak -ment of -ion en bij bijvoeglijke naamwoorden -ing of -ive. Let op: Om de precieze combinaties goed te snappen zal je ze moeten leren! Not my cup of tea - not your thing, not something you likeGot the sack - To be firedGot off on the wrong foot - make a bad start with something in an annoying wayBite the bullet - finally do something you have been avoiding because it is hard or just not very funLet bygones be bygones - forget something nasty from the past, not be mad at something from the past anymoreGet cold feet - suddenly feel very nervous about something you were going to do Was - Past simple, gebeurtenis uit het verleden (1899)Had revolutionised - Past perfect, gebeurtenis uit het verleden voor een andere gebeurtenis (in dit geval het verlaten van school)Left - past simple, gebeurtenis uit het verledenWas working - Past continuous, gebeurtenis in het verleden die werd onderbroken (door het uitbreken van de eerste wereldoorlog)Continues - Present Simple, een feit.Have touched - Present Perfect, signaalwoord sinceWill inspire - Will future, toekomstige gebeurtenis zonder bewijsAre going to be - toekomstige gebeurtenis met bewijs (het is al jaren zo)Is finding - Present continuous, het gebeurt nu op dit moment (as we speak)
Toelichting: Bij het door elkaar moeten gebruiken van alle werkwoordstijden is het belangrijk dat je per zin kijkt naar signaalwoorden en aanwijzingen over welke tijd hier van toepassing is. Hierboven staan van elk werkwoord de juiste werkwoordstijd en het signaalwoord uit die zin die aangeeft dat dit de juiste tijd is. Ook is het natuurlijk belangrijk dat je je onregelmatige werkwoorden goed kent, zodat je deze juist kan invullen als dit nodig is.Let op: In sommige gevallen is er niet een direct signaalwoord aan te wijzen, en moet je dus goed lezen wanneer een bepaalde zin zich afspeelt (heden, verleden, of toekomst) om de goede werkwoordstijd te bepalen. Meeting each other / going for a walk / playing cricketCalling / Running / EatingPlaying sports - Playing music / diving - swimming / baking - cookingLeaving / coming / tryingExplaining things to others / organising fundraisers / making cookiesSmoking / drinking / quitting high school earlyToelichting:Een gerund is wanneer een werkwoord wordt gebruikt als zelfstandig naamwoord. Er zijn verschillende situaties waarin dit gedaan wordt (zie ook je grammatica handleiding), maar de meest voorkomende zijn wanneer een werkwoord als onderwerp wordt gebruikt, of wanneer het wordt gebruikt in combinatie met een werkwoord zoals ‘to like, to dislike, to prefer, etc.’ Dus werkwoorden die een bepaald (positief of negatief) oordeel geven. Een gerund eindigt altijd op -ing (running, walking, fighting)Let op: Niet elk woord dat eindigt op -ing is een gerund. Het kan in veel gevallen ook een werkwoordsvorm zijn, bijvoorbeeld de present continuous (I am walking). Apple pie is loved by my aunts.Present simple (love) wordt present simple + 3e vormHis chance to join the choir has been blown by James (for the second time now).Present Perfect (has blown) wordt present perfect + 3e vorm (has been blown).The leash was being broken by my brother’s dog (when my brother tried to mow the lawn).Past continuous (was breaking) wordt past continuous + 3e vorm (was being broken)A book was thrown at my sister in anger by me.Past simple (threw) wordt past simple + 3e vorm (was thrown).The same trail had been being walked by us (for hours on end).Past perfect continuous (had been walking) wordt past perfect continuous + 3e vorm (had been being walked). Let op: Deze vorm is grammaticaal correct, maar in spreektaal niet erg gebruikelijk. Check bij je docent of het gebruikelijkere ‘had been walked’ ook goed geteld wordt.Plenty of flowers had been found by the bee (when he went back to the hive).Past perfect (had found) wordt past perfect + 3e vorm (had been found).
Toelichting:De passive is een constructie waarbij het onderwerp van een zin wordt veranderd in het lijdend voorwerp, en vice versa. De passive is een constructie, niet een werkwoordstijd. Dit betekent dan ook dat de passive kan bestaan in elke werkwoordstijd. Om van een actieve zin een passieve zin te maken, moet je dan ook eerst goed kijken naar de ww-tijd van de actieve zin. De meest gemaakte fout is namelijk dat er een passive zin wordt opgeschreven, maar niet de passive zin die past bij de genoemde actieve zin. Kijk maar eens naar de antwoorden hierboven. Als je van een actieve naar een passieve zin gaat wissel je dus het onderwerp en het lijdend voorwerp van de zin, en het werkwoord wordt een vorm van to be, + het voltooid deelwoord van het originele werkwoord. Dus: broke (past simple van to break) wordt was (past simple van to be) plus broken (voltooid deelwoord van to break) = was broken. Bij elke bovenstaande zin wordt de tijdsvorm van de originele zin nog eens benoemd, zodat je goed kan zien hoe de passive tot stand is gekomen. Deze zelfde tijdsvorm vind je namelijk telkens terug in de vorm van ‘to be.’ De gedeelten tussen haakjes mogen eventueel weggelaten worden, het gaat immers om het omzetten van werkwoord, onderwerp en lijdend voorwerp. fresh - Zegt iets over een zelfstandig naamwoord (pumpkin)quickly - Zegt iets over een werkwoord (bought)completely/totally - Zegt iets over een werkwoord (losing)Unfortunately - Zegt iets over de hele zincheaper, more expensive - Vergelijkingen (zie ook ‘than’). Eerst een kort woord, dan een lang woord.younger, the oldest/eldest - Vergelijkingen (zie ook ‘than’). Eerst een kort woord, dan een lang woord.as bad as - Let op de juiste vertaling van ‘even … als’incredibly/unbelievably gros - Eerst een adverb (zegt iets over het bijv. nw.) en dan een adjective (zegt iets over het zelfst. nw. car).handsome, more handsome - Het zegt iets over ‘looks’, een zintuiglijk werkwoord. Daarom gebruik je de adjective (zie de uitzonderingen in je grammatica boek). Als overtreffende trap wordt dat dan ‘better’ en niet ‘gooder’.more slowly - Het woord zegt iets over ‘does’, een werkwoord. Slowly is dus de juiste vorm. Om hier een overtreffende trap van te maken voeg je ‘more’ toe, aangezien ‘slowly’ meer dan 1 lettergreep heeft.
Toelichting: Bij bijvoeglijke naamwoorden (adjectives) en bijwoorden (adverbs) is eigenlijk maar 1 regel belangrijk. Zegt het woord iets over een zelfstandig naamwoord? Dan is het een adjective (The ugly fox.). Zegt het iets over een werkwoord, bijvoeglijk naamwoord, ander bijwoord of over een hele zin? Dan gebruik je een bijwoord (The very boring lesson. Finally, it was over.) Dat betekent dus dat je altijd een adverb gebruikt, behalve als het gaat over een zelfstandig naamwoord. De basisregel over hoe adjectives er uit zien en hoe je er adverbs van maakt, is ook niet zo moeilijk: Om van een adjective een adverb te maken voeg je -ly toe (beautiful - beautifully, slow - slowly). Let op: Hier zijn wel uitzonderingen op en deze zul je uit je hoofd moeten leren (bekijk je reference book, p. 65-67).Met deze bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden kan je ook dingen vergelijken. Bijvoorbeeld: This car is fast, but the other one is even faster. De basisregel is dat korte woorden -er en -est achter de stam krijgen (fast, faster, fastest) en langere woorden (2 of meer lettergrepen) krijgen more en most voor de stam (more important, most important). Let op: Bekijk ook hier je reference book voor de uitzonderingen (p. 68-69). TheseThoseAnyoneThoseSomethingthatWhereWhomanyone
Toelichting:Pronouns zijn in het Nederlands ‘voornaamwoorden.’ Er zijn veel verschillende opties die je tot nu toe hebt leren kennen in je schoolcarrière: demonstrative, interrogative, relative, indefinite, possesive en er zijn er zelfs nog meer. Ieder heeft zijn eigen functie:Demonstrative (aanwijzend): this, that, these, those. Gebruik je om iets aan te wijzen, ergens naar te verwijzen.Interrogative (vragend): Who(m), whose, what. Gebruik je om een vraag te formuleren.Relative (aanwijzend): who, whose, which, whom, that, where. Gebruik je om terug te refereren naar een eerder woord of zinsdeel.Indefinite (onbepaald): some en any. Wordt gebruikt om ‘iets’ te vervangen, vaak in combinatie met -body, -one, -where of -thing.Er is hier niet genoeg ruimte om alle uitzonderingen van al deze opties te bespreken, maar zorg dat je je grammaticaboek nog even doorkijkt voor de belangrijkste regels. Veel van de onderstaande antwoorden zijn voorbeelden, er kunnen dus meerdere antwoorden goed zijn!
Thank you for…I am sorry for / I apologise forI’m happy with / I’m pleased with / I like / I’m satisfied withThat’s great! / That’s amazing! / That’s wonderful!I was so relieved / It was a relief / It was a load of my mindThat reminds me / Talking of / Speaking of which, / Anyway,
Toelichting:Bedenk bij expressions altijd goed dat er voor elke vraag meerdere antwoorden mogelijk zijn, maar dat er vooral door de context van de opdrachten bepaalde mogelijkheden die het boek geeft ook niet altijd kunnen. Controleer bij het leren goed wat de verschillen zijn tussen de opties die het boek geeft.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.