Toets Economie

LWEO Economisch Beleid 1e ed - Hoofdstuk 1 t/m 4 - oefentoetsen & antwoorden

1e editie

Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: Maatschappelijke geldhoeveelheid, depositogarantiestelsel, Output Gap, Potentiële inkomen, klassieke visie, refi-rente, begrotingsbeleid, multiplier, spaaridentiteit, negatieve vraagschok (bij IS-MB-GA), openmarkttransactie, kredietverlening, anticyclisch beleid, IS curve, Verschuiving IS curve, Marginale consumptiequote.

Examendomein: A, C, E, H, I

LWEO Economisch Beleid 1e ed
Toets Economie
LWEO Economisch Beleid 1e ed
Online maken
Toets afdrukken
WerkwijzeOm te weten wat we bedoelen met de maatschappelijke geldhoeveelheid knippen we de woorden eerst in twee stukken.Maatschappelijk betekent de maatschappij. Dit zijn dus inwoners in een land.De geldhoeveelheid is de hoeveelheid geld die in een land aanwezig is en waar mensen over kunnen beschikken.Hiermee bedoelen we dus het chartale (munten en biljetten) en girale (geld op je bankrekening) geld mee.Als we dit nu combineren hebben we het antwoord. Eindantwoord De maatschappelijke geldhoeveelheid is de hoeveelheid chartale en girale geldhoeveelheid die in handen van publiek is. WerkwijzeOm te weten wat we bedoelen met de depositogarantiestelsel moeten we even kort introduceren wat beide woorden betekenen.Deposito is het in bewaring geven van geld aan een bank. Het geld dat bij de bank ligt wordt ook deposito genoemd.Een garantiestelsel is ingesteld om te waarborgen dat geld niet “kwijt” is.Wanneer een bank dus failliet zou gaan dan zouden de klanten in ieder geval een deel van het geld terug krijgen. Het stelsel garandeert tot een bedrag van 100.000 euro.Als we deze twee combineren dan hebben we de uitkomst.Eindantwoord Het depositogarantiestelsel treedt in werking als een bank failliet gaat en beschermt de rekeninghouders van een bank tot een bedrag van 100.000 euro. WerkwijzeOm te weten wat we bedoelen met output gap moeten we eerst even uitleggen waar het bij hoort.De output gap heef te maken met de hoogte van het bruto binnenlands product (BBP).  De ontwikkeling hiervan zegt iets over de conjunctuur.Het potentiële BBP is het productieniveau dat een economie gezien zijn productiestructuur kan bereiken zonder dat er inflatieveranderingen optreden.Het werkelijke BBP is wat er echt gemaakt is.Het verschil hiertussen is de Output gap.EindantwoordDe output gap is het verschil tussen het werkelijke BBP en het potentiële BBP. WerkwijzeOm te weten wat we met potentiële inkomen bedoelen gaan we de woorden eerst even in tweeën splitsen. In potentie betekent wat iemand eigenlijk / maximaal zou kunnen bereiken. Omdat dit woord nu gekoppeld is aan inkomen zou het dus betekenen wat iemand maximaal zou kunnen verdienen.Hoeveel iemand kan verdienen ligt aan de hoeveelheid die iemand kan produceren.Hoeveel er geproduceerd kan worden ligt aan de productiviteit van de mensen (arbeid) en de aanwezigheid en productiviteit van de machines (kapitaal)EindantwoordHet potentiële inkomen dat iemand in een economie kan bereiken, wordt op lange termijn bepaald door de productiecapaciteit, welke weer bepaald wordt door de hoeveelheid en productiviteit van arbeid en kapitaal. WerkwijzeOm te weten wat we bedoelen met de klassieke visie leggen we eerst uit waar we dan op doelen.Verschillende economen hebben verschillende ideeën hoe verschillende partijen (banken, overheid) moeten reageren op economische schommelingen. De vraag is of de banken en de overheid wel of niet moeten reageren.De economen met een keynesiaanse visie zijn van mening dat het begrotingsbeleid (overheid) veel krachtiger is dan het monetair beleid (banken). Mensen reageren vooral op het (consumenten- en producenten) vertrouwen. Niet op de rente. Dit in tegenstelling tot de monetaristen, zij denken juist het tegenovergestelde. De klassieke economen zijn van mening dat beide geen invloed moeten hebben. Zij zeggen dat er sprake is van perfecte prijsflexibiliteit. Meer geld leidt tot hogere prijzen. Begrotingsbeleid leidt alleen maar tot inflatie.EindantwoordDe klassieke economen zijn van mening dat het begrotingsbeleid en monetair beleid beiden geen goede manier is om de bestedingen te beïnvloeden. Zij zeggen dat er op lange termijn sprake is van perfecte prijsflexibiliteit. Meer geld leidt tot hogere prijzen. Begrotingsbeleid leidt alleen maar tot inflatie. WerkwijzeOm de werking van de refi-rente uit te leggen moeten we eerst even uitleggen wat de refi-rente is.Omdat banken structureel geld tekort komen moeten zijn lenen bij de centrale bank om dit te kort opnieuw te financieren.Dat noem je herfinanciering, wat in het engels refinance heet.Daar komt de term refi-rente vanaf. Het is de rente die banken moeten betalen aan de centrale bank.Banken hanteren een eigen rentemarge: het verschil tussen de rente die de klant betaald en de rente die zij zelf moeten betalen aan de centrale bank.Als de refirente 2% is en de bank heeft een rentemarge van 3% dan moeten de klanten van de bank 5% rente betalen.Door de refirente te verhogen of te verlagen beïnvloed de centrale bank dus ook de rente voor de consumenten en bedrijven.Op deze manier kan de centrale bank de geldhoeveelheid een beetje sturenEindantwoordDoor het instellen van een herfinancieringsrente, die de banken moeten betalen als ze geld lenen van de centrale bank, heeft de centrale bank invloed op de rente die banken vragen aan consumenten en bedrijven. De refirente + de rentemarge = de rente die consumenten moeten betalen aan banken. Verhoogt de centrale bank de refirente dan wordt de rente voor klanten van de bank dus ook verhoogd. WerkwijzeOm te weten wat de overheid met het begrotingsbeleid zal doen in tijden van hoogconjunctuur gaan we eerst beide begrippen toelichten.In tijden van hoogconjunctuur zijn de bestedingen hoog, is er veel productie, weinig werkloosheid. Dit klinkt allemaal positief. Maar doordat de vraag groter is dan het aanbod stijgen ook de prijzen. Dat wil de overheid tegen gaan.De overheid kan met het begrotingsbeleid de bestedingen in een land beïnvloeden.Enerzijds kan de overheid zelf minder of meer besteden.En de overheid kan de belastingen aanpassen waardoor de bestedingen beïnvloed worden. Bij hogere belastingen blijft er namelijk minder geld over om te besteden.EindantwoordIn tijden van hoogconjunctuur wil de overheid de bestedingen afremmen om te voorkomen dat de prijzen teveel stijgen. Dit kan de overheid doen door de belastingen te verhogen. Hierdoor daalt het besteedbaar inkomen van de consumenten. Of de overheid kan de eigen bestedingen verminderen. In beide gevallen dalen de bestedingen.  WerkwijzeOm te weten wat de werking van de multiplier is moeten we eerst uitleggen wat we bedoelen met de multiplier.De multiplier wordt ook wel omschreven als een sneeuwbaleffect in de economie. Als er een bestedingsimpuls is rolt dit als een sneeuwbal in de economie. Het uiteindelijke effect is groter dan de impuls in eerste instantie.Nu kunnen we de werking uitleggen aan de hand van een voorbeeld.Als de overheid de bestedingen verhoogt, leidt dit tot meer productie, leidt dit tot meer inkomen.Een deel van dit inkomen wordt volgens de marginale consumptiequote weer besteedt. Dit leidt weer tot meer productie, tot meer inkomen etc.En dan hebben we de werking verklaard.EindantwoordWe spreken van een multipliereffect als een bestedingsimpuls leidt tot een grotere stijging van het inkomen.Wanneer bijvoorbeeld de overheid de bestedingen verhoogt, leidt dit tot meer productie, leidt dit tot meer inkomen. Een deel van dit inkomen wordt volgens de marginale consumptiequote weer besteedt. Dit leidt weer tot meer productie, tot meer inkomen etc. WerkwijzeOm te weten wat de berekening van de spaaridentiteit is moeten we deze identiteit eerst benoemen en daarna kunnen we deze in stapjes uitleggen.De spaaridentiteit, ook wel het evenwicht op de vermogensmarkt genoemd geldt als volgt: S = I + (O -B)S is de besparingen van gezinnen. Dit bedrag moet precies gelijk zijn aan het deel dat door bedrijven geïnvesteerd wordt (I) + het saldo van de overheid (O – B)Het overheidssaldo is het verschil tussen de belastingen die ontvangen worden (B) en de overheidsuitgaven (O). EindantwoordDe berekening van de spaaridentiteit is als volgt: S = I + (O-B)De besparingen zijn gelijk aan de investeringen + het overheidssaldo WerkwijzeOm te weten wat er in de eerste fase gebeurt in het IS-MB-GA model bij een negatieve vraagschok zullen we eerst verklaren welke lijn verschuift en daarna moeten beschrijven waarom dit zo is.Een negatieve vraagschok heef betrekking op de IS curve.De IS curve geeft alle combinaties weer tussen de reële rente en het inkomen waarbij evenwicht op de goederenmarkt ontstaat.Wanneer er een negatieve vraagschok is dan daalt de vraag bij hetzelfde reële rentepercentage. De IS curve gaat daardoor links / boven toe.Hierdoor daalt het inkomen / de productie bij hetzelfde reële rentepercentage.EindantwoordDoor een negatieve vraagschok, daalt de vraag. Hierdoor daalt het inkomen bij hetzelfde reële rentepercentage.  WerkwijzeOm te weten hoe de centrale bank door een openmarkttransactie de kredietverlening van een bank kan beïnvloeden leggen we beide onderdelen eerst even uit.Met een openmarkttransactie bedoelen we een transactie tussen de ECB en banken die op het initiatief van de ECB op de geldmarkt worden uitgevoerd en meestal een korte looptijd hebben.  Door het kopen of verkopen van obligaties kunnen ze het basisgeld van de banken vergroten of verkleinen.Dan komen we meteen bij het volgende onderdeel; de kredietverlening.Als de ECB obligaties aan banken verkoop dan daalt de hoeveelheid aanwezige basisgeld bij die bank. Hierdoor kan die bank minder geld uitlenen en daalt de kredietverlening.Op dezelfde manier werkt het net andersom als de ECB obligaties gaat kopen van banken.EindantwoordDoor het kopen of verkopen van obligaties (openmarkttransacties) kan de ECB het basisgeld van de banken vergroten of verkleinen. Dit beïnvloed de kredietverlening. WerkwijzeOm te weten waarom een anticyclisch beleid niet eenvoudig in te zetten is voor een overheid leggen we het begrip eerst even uit. Een anticyclisch beleid is een beleid dat de richting van de conjunctuur tegen wil gaan. In tijden van hoogconjunctuur wil de overheid dan de bestedingen afremmen, in tijden van laagconjunctuur juist stimuleren. Echter is een maatregel die de overheid wil doorvoeren niet met één druk op de knop geregeld.Keuzes hebben gevolgen. Als de overheid de bestedingen in tijden van laagconjunctuur wil stimuleren en belastingen zou verlagen dan zou dit voor de overheid ook betekenen dat de inkomsten afnemen. Verschillende politieke partijen zullen hier iets van vinden en niet meteen akkoord gaan met de aanpassing.  Belastingwijzigingen kunnen daarom niet van de een op de andere dag genomen worden. Het zou daarom kunnen dat het enige tijd duurt voordat de maatregel van kracht gaat. Dan zou de conjuncturele situatie verandert kunnen zijn en dan kan de maatregel misschien wel procyclisch werken. EindantwoordEen anticyclisch beleid gaat tegen de richting van de conjunctuur in. Maar doordat beleid goedgekeurd moet worden in de politiek kan er vertraging komen en is de maatregel mogelijk te laat waardoor het een procyclisch effect kan hebben. WerkwijzeOm te weten wat je het effect van een stijgende marginale consumptiequote is op het verloop van de EV-lijn in het keynesiaans kruis zullen we eerst de begrippen uitleggen.De marginale consumptiequote is het deel van elke euro die je extra verdient die je uitgeeft / besteedt. Als deze stijgend is dan betekend dit dat van elke euro die je extra aan inkomen krijgt er een groter deel naar de bestedingen gaat.Het overige deel van die euro gaat naar de belasting en sparen. De belastingquote is een vast percentage. Dus dit betekent dat er een kleiner deel naar de spaarrekening gaat.De EV=C+I+O lijn van het keynesiaans kruis geeft de (voorgenomen) bestedingen weer van gezinnen, bedrijven en de overheid.EindantwoordDe bestedingen van gezinnen zal door een stijgende marginale consumptie quote dus toenemen. De autonome bestedingen zullen stijgen (Co) en daarom zal de Ev=C+I+O lijn verschuiven in het keynesiaans kruis. WerkwijzeOm het verloop van de IS curve te verklaren in het IS-MB-GA model gaan we eerst uitleggen wat je in de IS curve kunt aflezen. Daarna gaan we dit toelichten.Op de IS curve is af te lezen bij welke reële rente , welk inkomen hoort. Het model is afgeleid uit  het keynesiaans kruis.De rente is de onafhankelijke variabele die bepaald wordt door de centrale bank. De rente bepaald namelijk ook de bestedingen.Bij een lage rente gaan consumenten minder sparen en eerder lenen. Beide zorgen mogelijk voor meer bestedingen.Meer bestedingen leidt tot meer productie.En dit leidt weer tot een hoger inkomen. Dan hebben we de curve (die eigenlijk gewoon een rechte lijn is) verklaard.Eindantwoord De IS curve geeft dus alle combinaties tussen reële rente (r) en het inkomen (Y) waarbij evenwicht op de goederenmarkt bestaat. Bij een lagere rente gaan mensen meer lenen / minder sparen 🡪 meer besteden 🡪 meer productie 🡪 meer inkomen. WerkwijzeOm te weten de reactie van de ECB is bij een positieve vraagschok gaan we eerst kijken wat de positieve vraagschok met zich mee brengt.Door de positieve vraagschok verplaatst het snijpunt van IS-MB naar rechts wat zorgt voor een hogere inflatie in de onderste figuur bij de GA curve. De centrale bank vind deze inflatie te hoog wordt in de tekst genoemd. In dit model kunnen ze “alleen” doen met de (reële) rente. De positieve vraagschok kan tegengegaan worden door de rente te verhogen. Hierdoor is het nieuwe snijpunt van IS-MB een stuk verder naar links. Hieronder zie je een voorbeeld hiervan. Door de verschuiving van de MB curve van MB naar MB ₂. Hierdoor ontstaat er een lagere inflatie in de figuur hieronder.Als gevolg hiervan kan de GA curve ook omhoog schuiven omdat bij een lagere inflatie de winstmarge van bedrijven toeneemt.EindantwoordWanneer door een positieve vraagschok de inflatie te hoog wordt kan de ECB de reële rente aanpassen. Hierdoor worden bestedingen afgeremd. Hierdoor verschuift de MB lijn omhoog en ontstaat er een nieuw snijpunt met een daarbij lager horende inflatie.  Tip: Je kan zelf “stoeien” door de lijnen hoger of lager te tekenen en kijken wat het effect is. Op de andere lijnen. Ik adviseer om met toetsen altijd een potlood en een gum mee te nemen zodat je een beetje kan uitproberen. 

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in