10 voor Biologie - Hoofdstuk 11 - Voortplanting van de mens oefentoetsen & antwoorden

Als je op iemand valt waarbij het voor jou niet uitmaakt wat iemands gender is. Het samensmelten van een eicel en een zaadcel, waardoor de eerste cel van een nakomeling ontstaat. Er vinden dan geen ovulaties meer plaats, dus er springen geen eicellen meer van de eierstokken naar de eileiders. Dit gebeurt alleen bij vrouwen. Ejaculatie Seksueel Overdraagbare Aandoening De clitoris erg gevoelig voor seksuele prikkeling en dat kan ervoor zorgen dat een vrouw een orgasme beleeft. Van dit orgaantje zit het grootste deel binnenin het lichaam. Alleen een weefselbolletje, ongeveer zo groot als een erwt, is zichtbaar. a = Blaas; tijdelijke opslagplaats voor urine.b = Zaadblaasje; maakt zaadvocht dat zaadcellen activeert.c = Prostaat; voegt prostaatvocht aan de zaadcellen en het zaadvocht toe.d = Urinebuis; Hierdoor verlaat urine de blaas OF hierdoor verlaat sperma de penis.e = Zwellichamen; Vullen zich met bloed waardoor de penis stijf wordt. Hierdoor kan er geslachtsgemeenschap plaatsvinden. f = Teelballen (testes); dit zijn de organen waarin de zaadcellen gemaakt worden. Het condoom a = Eileider; hier vindt de bevruchting plaats en brengt de eicel van de eierstokken naar de baarmoeder.b = Eierstokken (ovaria); hierin liggen de eicellen opgeslagen.  c = Baarmoeder; Hier vindt de innesteling plaats van een bevruchte eicel.d = Vagina; een soort buis met drie functies: het maandelijks afvoeren van het afgestoten weefsel, het ontvangen van de penis tijdens seks en het dienen als geboortekanaal tijdens de geboorte van een kind.e = Urinebuis; Hierdoor verlaat urine de blaas Kleine beestjes, zoals schaamluis;Bacteriën, die ziekten veroorzaken als chlamydia, gonorroe en syfilis;Virussen, die ziekten veroorzaken als aids, herpes en genitale wratten. Hormonen zijn chemische stoffen die heel specifieke effecten hebben op de organen en weefsels in je lichaam. Het woord hormoon stamt af van het Griekse woord hormân en dat betekent aandrijfstoffen. Follikel Antwoord B. Dit is te herkennen aan de lange naald die in het vruchtwater wordt gestoken. Ontsluiting; In deze fase wordt de baarmoedermond langzaam maar zeker opgerekt. De vrouw voelt steeds vaker en heftiger weeën.Uitdrijving; Het kind wordt via de baarmoedermond en de vagina naar buiten geduwd. De weeën worden steeds krachtiger en worden versterkt door het actief meepersen van de vrouw. Nageboorte; De placenta laat los van de baarmoederwand en wordt vervolgens door de samentrekkingen van de baarmoeder naar buiten gedreven. De samentrekkingen zorgen er ook voor dat de baarmoeder meteen al een stuk kleiner wordt. De placentaAntwoord A. Bij een eeneiige tweeling splitst de bevruchte eicel zich in tweeën, waardoor er twee embryo's ontstaan die uit dezelfde ei- en zaadcel voortkomen. Een zaadcel die binnendringt in een eicel naar en versmelt met de kern van de eicel. Primaire geslachtskenmerken zijn bij de geboorte aanwezig, zoals de penis, teelballen, vagina en baarmoeder.Secundaire geslachtskenmerken ontwikkelen zich tijdens de pubertijd onder invloed van (geslachts)hormonen, zoals toename lichaamsbeharing, spiergroei, borstgroei (vrouw). In de teelballen worden de zaadcellen gemaakt, die tijdelijk worden opgeslagen in de bijballen. Als er een zaadlozing plaatsvindt worden de zaadcellen via de zaadleider, langs de zaadblaasjes en de prostaat gebracht. Deze twee voegen vocht toe waardoor het mengsel nu sperma heet. Via de urinebuis verlaat het sperma het lichaam.Let op: Belangrijk dat je de dikgedrukte woorden in je uitleg gebruikt en ook de volgorde van de onderdelen aanhoudt die in de uitwerking beschreven zijn. Je kunt het, als je het makkelijker vindt, ook stapsgewijs beschrijven.  De afscheiding bevat voedingsstoffen voor de vaginale bacteriën. Ze gebruiken de voedingsstoffen uit de vaginale afscheiding en maken afvalstoffen die een beetje zuur zijn. De zure stoffen zorgen ervoor dat ziekteverwekkende bacteriën niet overleven in de vagina. Zo beschermen de vaginale bacteriën de vrouw tegen bacteriële infecties via de vagina. De pil bevat vrouwelijke geslachtshormonen, vaak oestrogeen en progestageen. De hormonen maken het slijm bij de baarmoedermond dikker, zodat zaadcellen niet zo makkelijk naar binnen kunnen zwemmen. Ook onderdrukt de pil de eisprong. Daarnaast verandert de pil de baarmoederwand, zodat er geen eitje in kan nestelen.Voordelen: Beschermt 99% tegen zwangerschapKan helpen tegen vervelende menstruatieklachtenKan ervoor zorgen dat de menstruatie regelmatig wordt.Nadelen:Beschermt niet tegen SOA’sMinder betrouwbaar als je diarree hebt, moet braken of medicijnen slikt. Bijwerkingen zoals vermoeidheid, hoofdpijn, depressie of minder seksDikker wordenZware pillen (hoge dosis hormonen) geven een verhoogd risico op trombose. Overeenkomsten: hebben dezelfde vorm, wordt ingebracht in de baarmoeder door een arts en kan een langere tijd blijven zitten. Beide beschermen niet tegen een SOA.Verschillen: Koperspiraaltje bevat koper, wat de beweeglijkheid remt van de zaadcellen en het baarmoederslijmvlies verandert, kan tot 10 jaar blijven zitten. Het hormoonspiraaltje bevat hormonen in plaats van koper, de hormonen in het spiraaltje veranderen de baarmoederwand, waardoor een bevrucht eitje niet in de baarmoeder kan nestelen, het kan tot 5 jaar blijven zitten.  Lymfocyten (witte bloedcellen) zijn betrokken bij de afweer. Het HIV-virus verzwakt dus je natuurlijke afweersysteem. Hierdoor zijn AIDS-patiënten zeer gevoelig voor infecties waar gezonde mensen niet gauw last van hebben, zoals longontsteking, schimmelinfecties in de luchtwegen, enzovoorts. De voortplantingscellen bij de vrouw, de eicellen, ontwikkelen zich in de eierstokken (ovaria). Vanaf het begin van de puberteit wordt ongeveer elke vier weken één eicel rijp in de eierstok. In de 14 dagen dat de eicel rijp werd, is het baarmoederslijmvlies dikker geworden.  Wanneer de eicel niet bevrucht is, wordt de extra gevormde laag baarmoederslijmvlies veertien dagen na de ovulatie afgestoten. Elke vier weken begint het proces opnieuw, zolang de vrouw vruchtbaar is. Een embryo is de bevruchte eicel van 0 tot 8 weken.Een foetus is de bevruchte eicel vanaf 8 weken tot de geboorte. Het eitje heeft geen ruimte om te groeien en zal dus sterven. De eileider waarin de eicel zich heeft vastgehecht, kan scheuren en een inwendige bloeding veroorzaken. GH, ook wel het groeihormoon genoemd.FSH en LH hebben invloed op de vorming van drie andere hormonen: oestrogeen en progesteron bij de vrouw en testosteron bij de man. Als de hypofyse minder goed werken kan dit nadelige effecten hebben op;groei eicellen in de eierstokken.Aanmaak zaadcellen in de teelbal.Verstoring in de menstruatiecyclus. Een van de volgende uitwerkingen is juist;Een (bevruchte) eicel kan de baarmoeder niet bereiken. De zaadcellen kunnen een eicel niet bereiken. Het meisje zal voor de zekerheid de morning-after pil moeten slikken. Dit moet binnen 72 uur na het vrijen, anders is de werking niet meer betrouwbaar.Het is verstandig als beiden zich laten testen op een SOA. Mogelijke goede adviezen zijn:De heupgordel mag NIET over je buik heen lopen. Deze moet ONDER je buik, over je heupen lopen;De borstgordel loopt over je schouder (niet in je nek), tussen je borsten door, langs de zijkant van je buik. Ook deze gordel mag NIET over je buik heen lopen.Trek de gordel altijd strak aan. T = Je begint met tellen op de eerste dag van de menstruatieQ = 14 dagen na de eerste dag van de menstruatie vindt de eisprong/ovulatie plaats.1 = Onjuist. Je slikt de pil voor 3 weken en hebt dan een stopweek.2 = Juist. De pil onderdrukt de eisprong.