Toets Biologie

10 voor Biologie - Hoofdstuk 12 - Erfelijkheid en DNA oefentoetsen & antwoorden

1e editie

Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: Erfelijkheid, genetica, DNA, genotype, fenotype, mitose, meiose, RNA, gen, allel, homozygoot, heterozygoot, intermediair, dominant, recessief, kruisingsschema’s, geslachtschromosomen, letaal allel, monohybride kruising, dihybride kruising, gekoppelde genen, stambomen, genetische code, aangeboren afwijkingen, evolutie, gezwel, goedaardig, kanker, kwaadaardig, lactose-intolerantie, mutatie, risicofactoren, tumor, uitzaaiingen.

10 voor Biologie
Toets Biologie
10 voor Biologie
Online maken
Toets afdrukken
Genetica ofwel erfelijkheidsleer is de wetenschap die onderzoekt welke eigenschappen erfelijk zijn en op welke manier de erfelijke eigenschappen van ouder op kind doorgegeven worden. Een stel opgerolde slierten in de celkern waarin de erfelijke eigenschappen van een organisme zijn vastgelegd.  Een histon is een eiwit waar de DNA-sliert zich een paar keer omheen heeft gewikkeld. De met DNA omwikkelde histonen liggen netjes tegen elkaar aan gerangschikt in een spiraal. adenine (A), thymine (T), guanine (G) en cytosine (C).B, want A koppelt aan T, C koppelt aan G. Een setje van 23 chromosomen met dezelfde genen als het andere setje. Elk paar hoort bij elkaar, als een soort tweeling.  Een eigenschap die zichtbaar is in het fenotype als een mengvorm van beide allelen. De allelen komen dan allebei tot expressie. We zeggen dan dat deze allelen co-dominant overerven.  Soms hebben allelen een negatief effect op de overlevingskans van de drager. Dit zijn recessieve allelen. Als een organisme tweemaal zo’n allel heeft, is het niet levensvatbaar. Geslachtschromosomen bepalen of je een man of een vrouw bent. XX = vrouw, XY = man. Mutatie Een tumor. Dit is een groep cellen die ontstaan na een heleboel ongecontroleerde celdelingen achter elkaar. Ongecontroleerd wil zeggen dat de cellen te veel delen, dat ze niet geremd worden in hun delingen Het genotype is het geheel van erfelijke eigenschappen, die tot stand komen bij de bevruchting. Het genotype is dus de erfelijke aanleg.Het fenotype is het geheel van kenmerken die je de verschijningsvorm noemt, dus hoe een organisme er uit ziet. Het fenotype is het resultaat van de inwerking van het veranderlijke milieu op het onveranderlijke genotype. Anders gezegd: het fenotype hangt af van (1) het genotype, (2) het milieu en (3) de interactie tussen het genotype en het milieu. De mitose is de 'gewone' celdeling, waarbij uit één moedercel twee identieke dochtercellen ontstaan. De cel verdubbelt. Het doel van de mitose is het bijmaken van nieuwe cellen, waardoor een organisme groeit.De meiose ontstaan er geslachtscellen. Bij meiose verdelen de chromosomen zich zodanig dat elke nieuwe cel één set van 23 chromosomen krijgt. In een zaadcel en een eicel zitten dus geen 46, maar 23 chromosomen. Een bevruchte eicel heeft er weer 46: namelijk 23 van de vader en 23 van de moeder.  Een stukje gekopieerd DNA. RNA kan, in tegenstelling tot het DNA, wel de celkern uit, via kleine openingen in het kernmembraan. 1) In de kern wordt een kopie gemaakt van het hele DNA-molecuul. 2) Het resultaat is twee complete DNA-moleculen.3) De code van het DNA wordt overgeschreven op het RNA. Er wordt een kopie gemaakt van een deel van het DNA. 4) Het resultaat is een stuk RNA met de code voor een eiwit.     5) Het eiwit kan een taak binnen de cel hebben, of zal door de cel afgegeven worden om buiten de cel een functie te vervullen Een gen is een stukje DNA dat codeert voor een eigenschap. Heel vaak komt een eigenschap tot expressie door een combinatie van meerdere genen. Die genen kunnen op verschillende chromosomen liggen.Een allel is een variant van een gen. Verschillende allelen kunnen een verschillend effect hebben op de expressie van de eigenschap. Voorbeeld: Iedereen heeft een gen voor haarkleur. Maar er zijn verschillende allelen voor haarkleur, zoals voor blond, rood, bruin en zwart haar.  Homozygoot is als je voor een gen tweemaal hetzelfde allel in je DNA hebt, bijvoorbeeld AA of aa.Heterozygoot is als je voor een gen twee verschillende allelen hebt, bijvoorbeeld Aa. Je bent een drager van een recessief alell als je heterozygoot bent, omdat de ziekte niet bij de drager tot uiting komt. Je hebt dus een dominant en een recessief allel voor een bepaald gen.  Verschil = monohybride kruising is als je bij de overerving let op één eigenschap waar 4 mogelijke uitkomsten van het genotype zijn, bij dihybride kruising is als je bij de overerving let op twee eigenschappen. waar 16 mogelijke uitkomsten van het genotype zijn.Overeenkomst = beide kruisingen zijn “op te lossen” aan de hand van kruisingsschema’s.  Lactose is het suiker dat in melk en andere zuivelproducten zit. Wanneer de darmen lactose niet of niet goed kunnen afbreken, spreek je van lactose-intolerantie. In landen, waar al vele duizenden jaren de melk van dat vee gedronken wordt, kunnen de meeste mensen de melk goed verteren omdat door mutaties (evolutie) mensen genen hebben voor de productie van bepaalde enzymen, die de melksuiker (lactose) in de melk verteren.  Goedaardige tumoren groeien niet door andere weefsels heen en veroorzaken geen andere aandoeningen.Kwaadaardige tumoren groeien door naburige weefsels en organen, waardoor deze minder goed gaan functioneren. In de informatie wordt beschreven dat een mannelijk, tam varken 38 chromosomen in zijn lichaamscellen heeft, Dit betekent dat hij, na de meiose, nog maar 19 chromosomen in zijn geslachtscellen heeft. Want, 38 / 2 = 19. Bron afbeelding: Examen HAVO - 2009 - II De kans is 0%. Alle kinderen hebben Aa als genotype. Het kind is dus drager, maar zal de ziekte niet hebben.Anja = Aa / heterozygootCarla = aa / homozygoot recessief. Tip: Begin bij dit vraagstuk bij diegene die WEL de ziekte hebben, dus Carla. Dit betekent namelijk dat Carla altijd aa heeft, dus 2x een kleine a moet “erven” van haar ouders. Omdat zowel Anja als Bas de ziekte NIET hebben, moet Anja dus wel drager zijn.  Bron afbeelding: Examen VMBO-GL 2016 - I Vader heeft Rr. Omdat vader krullend haar heeft, moet hij een dominat gen hebben (R). Maar omdat Kind P homozygoot voor sluik haar heeft (rr), moet vader dus ook een kleine r hebben. Vader is dus heterozygoot.50%. Kind Q kan of Rr of rr hebben als genotype. Rr = krullend, rr = sluik.  9/16 bevat een A en een B, dus zwart en ruwharig. Dit is ongeveer 56%. Jongens lopen (als gevolg van een HPV-infectie) geen risico om baarmoederhalskanker te krijgen omdat jongens geen baarmoeder hebben.Jongens kunnen drager van het HPV worden en dan (bij seksuele activiteit) een meisje besmetten, waardoor meisjes wel weer ziek kunnen worden. Bron afbeelding: Examen VWO 2011 - II

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in