Toets Economie

Pincode 7e ed/FLEX Katern 1 Schaarste en Ruil - Hoofdstuk 2 - De rol van ruilen en geld oefentoetsen & antwoorden

7e editie

Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: schaarste, primaire behoeften, secundaire behoeften, alternatief aanwendbaar, budget, begroting, opofferingskosten, budgetlijn, indexcijfer, koopkracht, inflatie, nominaal inkomen, reëel inkomen, consumentenprijsindex, arbeidsproductiviteit, productiefactoren, arbeidsintensieve productie en kapitaalintensieve productie.

Pincode 7e ed/FLEX Katern 1 Schaarste en Ruil
Toets Economie
Pincode 7e ed/FLEX Katern 1 Schaarste en Ruil
Online maken
Toets afdrukken
Transactiekosten die ruilen met zich meebrengt zijn kosten die iemand maakt om:een ruilpartner te vindentot een overeenstemming te komen met deze ruilpartnereen overeenkomst af te handelenOngedifferentieerde koopkracht is dat je met jouw geld overal terecht kunt om goederen en diensten te kopen.Het eigendomsrecht houdt in dat je juridisch eigenaar bent van een bepaald goed. Het geeft je het recht om goederen naar eigen inzicht te gebruiken, maar ook om ze te verkopen aan iemand anders.Het verschil tussen eigendom en bezit is dat het in het geval van eigendom gaat om het recht om iets te gebruiken én om iets te ruilen (verkopen), terwijl het bij bezit alleen gaat om de mogelijkheid om iets te gebruiken, bijvoorbeeld bij lenen en huren. Chartaal geld bestaat uit munten en bankbiljetten.Functies van geld:Ruilmiddel. Geld vergemakkelijkt het ruilen. Middelen kun je ruilen tegen geld en dit geld kun je weer ruilen tegen andere middelen.Rekeneenheid. Je kunt alle middelen uitdrukken in geld. Bij het gebruik van geld als rekenmiddel hoeft er geen concreet geld aan te pas te komen.Spaarmiddel. Geld vergemakkelijkt ruilen over de tijd. Geld dat je niet nodig hebt kun je op de bank zetten, zodat je er later iets voor kunt kopen.  Technische eisen geld:Geld moet deelbaar zijn. Als er alleen munten van één euro zouden zijn, kun je geen middelen kopen die een lagere euro waarde hebben.Geld moet handzaam zijn. Het geld moet makkelijk mee te nemen zijn.Geld moet duurzaam zijn. Geld mag niet slijten anders verliest het zijn waarde.Geld mag niet makkelijk na te maken zijn. Als geld makkelijk na te maken is, komt er steeds meer geld in omloop. Hierdoor worden de ruilverhoudingen van alle middelen ten opzichte van geld bijgesteld: je kunt voor hetzelfde geld minder kopen; alles wordt duurder.Met geld op je spaarrekening kun je niet direct betalen. Het geld moet eerst worden overgeboekt van de spaarrekening van de lopende rekening. Dan kan er mee worden betaald. Er is hier sprake van directe ruil. De diensten worden rechtstreeks met elkaar geruild zonder tussenkomst van geld.De functie rekenmiddel. De waarde van de transactie wordt in geld uitgedrukt. Kas wordt € 4 miljoen minder en de rekening courant wordt € 4 miljoen meer. De maatschappelijke geldhoeveelheid neemt toe met € 4 miljoen.Rekening courant wordt € 10 miljoen meer. Debiteuren wordt € 10 miljoen meer. De maatschappelijke geldhoeveelheid neemt toe met € 10 miljoen.Kas wordt € 5 miljoen meer en de rekening courant wordt € 5 miljoen meer. De maatschappelijke geldhoeveelheid blijft gelijk.Het omzetten van chartaal geld naar giraal geld heet substitutie. Het omzetten van chartaal geld naar giraal geld of andersom leidt niet tot geldschepping, omdat de maatschappelijke geldhoeveelheid niet verandert. Alleen de samenstelling van de maatschappelijke geldhoeveelheid verandert. Engeland heeft 11,1% meer tijd nodig voor de productie van kleding en 100% meer tijd nodig voor de productie van wijn. De achterstand bij Engeland voor het maken van kleding is in verhouding het kleinst. Portugal heeft een comparatief voordeel bij het produceren van wijn en zal zich daarop gaan toeleggen. Engeland zal zich toeleggen op het produceren van kleding.  PortugalEngeland% dat de een er langer over doet dan de anderWijn5 uur per fles10 uur per fles(10 – 5) / 5 x 100% = 100%Kleding90 uur per kilo100 uur per kilo(100 – 90) / 90 x 100% = 11,1%  Taakverdeling voor specialisatiePortugalEngelandTotaalWijn630 / 5 = 126500 / 10 = 5050 + 126 = 176 flessen wijnKleding270 / 90 = 3400 / 100 = 43 + 4 = 7 kilo kleding Taakverdeling na specialisatiePortugalEngelandTotaalWijn900 / 5 = 180 180 flessen wijnKleding 900 / 100 = 97 kilo kleding Doordat de banken geld hebben gecreëerd is de maatschappelijke geldhoeveelheid gestegen. Dit geld is nu in handen van de gezinnen en bedrijven.Hyperinflatie heeft geen gevolgen voor de intrinsieke waarde. Het materiaal waarvan de dollar is gemaakt is nog steeds evenveel waard.Hyperinflatie heeft geen gevolgen voor de extrinsieke waarde. De waarde die op het geld gedrukt staat (nominale waarde) verandert niet.Nee de Wet van Gresham niet van toepassing bij hyperinflatie, want de wet van Gresham heeft betrekking op de intrinsieke en extrinsieke waarde van geld (bad money drives out good money) en bij hyperinflatie gaat het om de verandering van de koopkracht. Als de inflatie in landen gemeten in eigen munt hoger is dan de inflatie in dollars, zal de reële waarde van de dollar/de koopkracht van de dollar minder snel in waarde afnemen dan de eigen munt. Het vertrouwen in de eigen muntsoort neemt daardoor af. Er is bij de eigen muntsoort geen sprake meer/minder sprake van fiduciair geld.Let op: het noemen van de reële waarde/koopkracht is essentieel voor een goed antwoord.Bij het verschijnsel dollarisatie is de wet van Gresham niet van toepassing. Bij dollarisatie wordt de dollar gezien als het goede geld en de eigen muntsoort als het slechte geld. Toch wordt het goede geld niet vervangen door het slechte geld. De verklaring is dat je van dollars geen edelmetaal kunt schrapen totdat het net zoveel waard is als een lokale munt. Het liquiditeitspercentage reken je met de volgende formule uit:(Kas + tegoed centrale bank) / rekening courant tegoed x 100%. Dus (18 + 12) / 120 = 25%De banken hebben aan liquide middelen € 18 miljard + € 12 miljard = € 30 miljard. De voorgeschreven dekking is 15% van € 120 miljard = € 18 miljard. De hoeveelheid chartaal geld dat nog kan worden uitgeleend is € 30 miljard - € 18 miljard = € 12 miljard.De banken hebben aan giraal geld € 120 miljard. De maximale hoeveelheid giraal geld mag zijn € 30 miljard / 15 x 100 = € 200 miljard. Dit betekent dat de banken nog € 200 miljard – € 120 miljard = € 80 miljard giraal geld mogen scheppen. De liquide middelen van de bank zijn kas en tegoed bij centrale bank € 700 miljoen + € 300 miljoen = € 1.000 miljoen. Aan liquide middelen moet aanwezig zijn 20% van € 4.000 miljoen = € 800 miljoen. De rekening-couranthouders kunnen nog € 1.000 miljoen – € 800 miljoen = € 200 miljoen opnemen.De bank heeft aan giraal geld € 4.000 miljoen. De maximale hoeveelheid giraal geld mag zijn € 700 miljoen + € 300 miljoen / 20 x 100 = € 5.000 miljoen. Dit betekent dat de banken nog € 5.000 miljoen – € 4.000 miljoen =  € 1.000 miljoen giraal geld mogen scheppen.                                                Bank (bedragen x € 1 miljoen)                                          Kas                                                         700Rekening courant                        5.000Tegoed bij centrale bank                   300 Debiteuren (verleende kredieten) 2.000 Toelichting: bij girale kredietverlening verleent de bank een krediet van, in dit geval, € 1.000 miljoen door het bijschrijven van het bedrag op de bankrekening van de lener.Het bedrag aan debiteuren neemt op de bankbalans met hetzelfde bedrag toe, want de lener moet het geld terugbetalen.De maatschappelijke geldhoeveelheid is toegenomen met € 1.000 miljoen. Er is meer giraal geld in omloop.De bank kan geld verdienen met het verstrekken van krediet door geld te scheppen en met geld dat aan de bank is toevertrouwd. In beide gevallen is de rente de belangrijkste bron van inkomsten van de bank. Wanneer het door spaarders beschikbaar gestelde geld door de bank uitgeleend wordt, ontstaat er een rentemarge. Dit is het verschil tussen de rente die de bank vraagt voor lenen en de rente die de bank betaalt voor sparen.

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in