Nieuw Nederlands 6e ed/FLEX
- Hoofdstuk 1 - Basis
oefentoetsen & antwoorden
6e editie
Klas 4-5-6|Vwo
Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen:
1.1 Onderwerp, hoofdgedachte en tekstdoel 1.2 Inleiding en slot 1.3 Middenstuk 1.4 Alinea’s en kernzinnen 1.5 Signaalwoorden en functiewoorden 1.6 Publiek 1.7 Standpunt en argumenten 1.8 Betrouwbaarheid 1.9 Documenteren 1.10 Samenvatten 1.11 Schematiseren
Toets Nederlands
Nieuw Nederlands 6e ed/FLEX
Online maken
Toets afdrukken
Elke tekst gaat over een onderwerp en heeft een hoofdgedachte. Het onderwerp van de tekst is een woord dat, of een woordgroep die aangeeft waarover de tekst gaat; het is géén zin. De hoofdgedachte is een mededelende zin (dus geen vraag!), die het belangrijkste weergeeft wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt.• amuseren: het publiek vermaken met iets wat leuk, spannend of ontroerend is; • informeren: het publiek uitleggen hoe iets in elkaar zit, hoe iets is; • opiniëren: het publiek zelf een mening laten vormen; • overtuigen: het publiek een mening laten overnemen; • activeren: het publiek aanzetten iets te gaan doen (of juist niet te doen).Als de hoofdgedachte een constatering is, is het tekstdoel informeren of opiniëren. Als de hoofdgedachte een mening is, is het tekstdoel overtuigen en/of activeren.De inleiding van een tekst trekt de aandacht van het publiek en introduceert het onderwerp van de tekst. Een goede alinea bevat één hoofdgedachte die in één zin geformuleerd is: de kernzin. De kernzin is meestal de eerste zin van een alinea, soms de tweede zin als de eerste een structurerende (of verbindende) zin is. In een enkel geval is de kernzin de laatste zin.Voor welk publiek een tekst bedoeld is, kun je vaak zien aan het onderwerp, de bron (publicatieplaats), het taalgebruik (zinslengte, woordkeus, toon) en de lay-out (lettertype(n), kleurgebruik, illustraties enz.).• een positief standpunt: Ik vind het een goed idee dat Nederland minder geld aan ontwikkelingshulp gaat geven.• een negatief standpunt: Volgens mij is het niet verstandig dat Nederland minder geld aan ontwikkelingshulp gaat geven.• een standpunt van twijfel: Ik ben er nog niet uit of het slim is dat Nederland minder geld aan ontwikkelingshulp gaat geven.Je kunt een standpunt soms herkennen aan signaalwoorden als ik vind, volgens mij, ik denk dat, mijn conclusie is dat, dan ook, dus, daarom, kortom.Controleer bij het beoordelen van de betrouwbaarheid van een website de auteur en/of de organisatie, het doel van de informatie, de inhoud en de actualiteit.Twee vragen die bijna altijd beantwoord moeten worden, zijn: • Wat zijn de feiten en cijfers met betrekking tot ...? • Wat zijn goede voorbeelden?• Hoeveel en welke mensen moet je ondervragen om een goed beeld te krijgen? • Neem je de enquête schriftelijk of mondeling af? • Hoe ga je de mensen vragen mee te doen? • Welke vragen ga je stellen en uit welke antwoorden mogen de ondervraagden kiezen? • Hoe ga je de resultaten verwerken? (in een verslag, in diagrammen, in tabellen)Een leerschema maak je meestal voor jezelf om een tekst die je moet leren voor een toets of tentamen, beter te begrijpen én te onthouden. Een schema is beduidend korter dan een samenvatting, omdat je kunt schrijven in telegramstijl en gebruik kunt maken van pijlen, getallen, verschillende kleuren enz. Een samenvatting maak je in drie stappen: 1 de tekst verkennen; 2 de hoofdzaken vaststellen; 3 de samenvatting uitschrijven.Een (leer)schema maak je in vier stappen: 1 de tekst verkennen; 2 de hoofdzaken vaststellen; 3 het schema maken; 4 het schema controleren. Tekststructuur: ArgumentatiestructuurInleidingstelling, standpunt (eventueel als vraag)Kernargumenten voor de stelling tegenargumenten (+ weerlegging)Slotherhaling stelling (of beantwoording vraag)Tekststructuur: AspectenstructuurInleidingaankondiging onderwerpKerndiverse aspecten van het onderwerpSlotsamenvatting (maar niet altijd)Tekststructuur: Probleem- oplossingsstructuurInleidingprobleemKerngevolgen (waardoor is het een probleem?)oorzakenoplossingenSlotde beste oplossingTekststructuur: VerklaringsstructuurInleidingbepaald verschijnselKernkenmerken/voorbeeldenverklaring(en)/oorzaak/oorzaken/reden(en)Slotsamenvatting of conclusieTekststructuur: Verleden-heden(-toekomst)structuurInleidingintroductie onderwerpKernsituatie vroegersituatie nuSlotconclusie of voorspelling over de situatie in de toekomstTekststructuur: Voor- en nadelenstructuurInleidingvraag of stellingKernvoor- en nadelenSlotafweging en conclusieVraag-antwoordstructuurInleidingvraagKernantwoord(en)Slotsamenvatting of conclusie VerbandSignaalwoordenOpsommendook, tevens, bovendien, daarnaast, vervolgens, verder, om te beginnen, ten eerste ... ten tweede ... ten derde, ten slotteTegenstellend maar, echter, niettemin, toch, daar staat tegenover, desondanks, evenwel, nochtans, daarentegen, ondanks dat …, aan de ene kant … aan de andere kant (enerzijds … anderzijds)Chronologischeerst, dan, daarna, uiteindelijk, eens, toen, vroeger, nu, later, voordat, nadat, vervolgensoorzakelijk (oorzaak-gevolg)doordat, daardoor, als gevolg van, het gevolg is, het komt door, waardoor, zodattoelichtend (voorbeeld)zo, bijvoorbeeld, zoals, neem nou, : (dubbele punt)voorwaardelijkals, indien, wanneer, in het geval dat, tenzij, mitsvergelijkendzoals, net (zo) … als, evenals, (meer / beter) … danredengevend (argument)daarom, omdat, derhalve, dus, want, immers, dat blijkt uit, namelijk, aangezien, de reden hiervoor is … , : (dubbele punt)doel-middelom te …, met de bedoeling …, opdat, zodat, daarvoor, waarvoor, voor, door … tetoegevendook al, zij het (dat), weliswaar, hoewel, ofschoonsamenvattendkortom, samengevat, met andere woorden, al met alconcluderenddus, daarom, dat houdt in, concluderend, ik kom tot de slotsom dat ..., kortom, al met al, dan ook Stap 1: De tekst verkennen• Kijk naar de titel.• Lees de eerste alinea’s.• Bepaal het onderwerp.• Lees de laatste alinea’s.• Bepaal de hoofdgedachte.Stap 2: de hoofdzaken vaststellen• Lees het middenstuk precies.• Markeer van elke alinea de kernzin.• Onderstreep de signaalwoorden.• Bepaal de deelonderwerpen: welke alinea’s vormen samen één deelonderwerp?• Noteer van elk deelonderwerp de hoofdgedachte.Stap 3: de samenvatting uitschrijven• Noteer boven je samenvatting de titel, de schrijver en de bron.• Blijf met je formuleringen zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke tekst.• Formuleer zo kort mogelijk, maar wel in correcte, ‘hele’ zinnen. Maak er geen telegramstijl van. Dan lijkt het net of je krantenkoppen aan elkaar plakt.• Vermijd het gebruik van het woord ‘ik’, omdat dan onduidelijk wordt wie met ‘ik’ bedoeld wordt: de schrijver van de samengevatte tekst of jijzelf. Het onderwerp van de tekst is ‘morele dilemma’s bij ongelukken van zelfsturende auto’s’. Het onderwerp vat in een of enkele woorden samen waar de hele tekst over gaat. Als zelfsturende auto’s de weg op komen, worden dat soort gruwelijke dilemma’s actueel. De hoofdgedachte geeft de belangrijkste gedachte van de schrijfster weer in 1 zin. Alinea 3: de eerste zinnen leiden dit deelonderwerp in, maar in de laatste twee zinnen van deze alinea staan de woorden letterlijk genoemd. Alinea 5: in de eerste zin van deze alinea wordt aangegeven dat de analyse van het onderzoek wordt toegelicht. Dit is een overtuigende tekst. De schrijfster gebruikt het onderzoek om zijn mening te onderbouwen. Let goed op de bijvoeglijke naamwoorden die zij gebruikt, zoals ‘gruwelijke dilemma’s’. Ook de laatste zin laat duidelijk zien dat de schrijfster haar mening wil overbrengen. De kernzin van alinea 4 is: Daarom ontwikkelden … op internet. De rest van de alinea geeft toelichting bij deze zin: meer informatie over het spel dat ontwikkeld is. Cru betekent rauw of ruw. De schrijfster geeft hiermee aan dat het onderzoek ‘echt een eerste aanzet is’, zoals in de eerste zin van de alinea vermeld staat. Het gratis computerspel werd ontwikkeld om te onderzoeken wat het draagvlak is voor de keuzes die gemaakt moeten worden bij de morele dilemma’s als een zelfsturende auto een ongeluk maakt. Discriminerende bezwaren.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.