Grandes Lignes 5e ed deel A - Chapitre 2 - Ma vie, ma santé oefentoetsen & antwoorden

vol (§A)bekennen (§A)de verwachting (§A)de moeite (§A)de druk (§A)mislukken (§A)het slagen (§A)de verpleger (§B)de huisarts(§B)verstandig (§B)aanmoedigen (§B)de opluchting(§C)te bovenkomen (§C)meer (§C)de wil (§C) le doute (§A)les gens (§A)le but/l’objectif(§A)se reposer (§A)accessible (§A)le dentiste  (§B)le médicament (§B)le régime (§B)grâce à (§B)la santé (§B)l’habitude (§C)bouger (§C)améliorer (§C)gras (§C)strict (§C)  Je vais prévenir le professeur de notre retard.J’ai pas faim, tu veux partager le gâteau? Il a quand même réussi son examen malgré le stress.Les nouvelles concernant la situation actuelle sont inquiétantes.Il est très compréhensif quand on lui explique quelque chose. Lorsque je ressens du stress, je vais me reposer. (§A)Ce que je ferais, c’est redoubler. (§A)Je ne me force pas à juger. (§A)Alors, si j’ai bien compris, le sommeil est important. (§C)Je vois! / Je comprends! (§C) De gérondif in het Frans is een vorm van het werkwoord dat wordt gebruikt om aan te geven dat een actie gelijktijdig plaatsvindt met een andere actie. Het komt overeen met het Engelse "-ing". Om de gérondif te vormen, volg je deze drie stappen:Neem de nous-vorm van het werkwoord in de présent.Verwijder de uitgang van het werkwoord. Haal -ons eraf. Voeg de uitgang "-ant" toe aan de stam om de gérondif te vormen. De gérondif begint altijd met ‘en’. Bijvoorbeeld: parlons > parl > en parlant / choisissons > choisiss > en choisissantZie de tabel hieronder. SituatieVoorbeeldzinGelijktijdigheidJ'entre dans le salon en parlant avec mon père.VoorwaardeEn faisant tes devoirs, tu auras de meilleures notes.Manier J’aurai une meilleure santé en faisant du sport. Je gebruikt een delend lidwoord als er in het Nederlands geen lidwoord voor het zelfstandig naamwoord staat en als je de hoeveelheid niet weet.Wanneer een woord van hoeveelheid zoals "beaucoup" (veel), "peu" (weinig), "trop" (te veel), "un peu de" (een beetje), "autant de" (evenveel als), "plus de" (meer dan), "moins de" (minder dan), enzovoort in de zin wordt gebruikt, heeft dit invloed op het delend lidwoord dat wordt gebruikt. In dit geval wordt ‘de’ gebruikt. Ook bij woorden als ‘’un litre’’, ‘’un kilo’’, etc., verandert het delend lidwoord in ‘de’.De zes werkwoorden die te allen tijde worden gevolgd door een bepaald lidwoord zijn: aimer, adorer, préférer, supporter, haïr et détester. Elle danse en écoutant de la musique.Les enfants jouent en riant.Il étudie en buvant du café.En marchant dans le parc, j'ai vu un écureuil.Elle a préparé le dîner en chantant.Les oiseaux chantent en volant dans le ciel.En lisant un livre, j'ai oublié le temps.Nous discutons en regardant la télé.En écrivant des lettres, elle pensait à ses amis.Ils se promènent en observant les étoiles. Devoir  (moeten):Présent: Je dois étudier pour l'examen.Imparfait: Il devait faire ses devoirs chaque soir.Passé composé: Nous avons dû partir tôt ce matin.Conditionnel: Vous devriez lui donner une chance.Futur simple: Elles devront travailler dur. Atteindre (bereiken):Présent: Tu atteins le sommet de la montagne.Imparfait: Elles atteignaient la cible hier.Passé composé: J'ai atteint mon objectif.Conditionnel: Il  atteindrait le but s'il s'entraînait davantage.Futur simple: Nous atteindrons nos rêves. Prendre (nemen):Présent: Elles prennent le train pour Paris.Imparfait: Tu prenais le bus tous les jours.Passé composé: Il a pris un café ce matin.Conditionnel: Vous prendriez un parapluie s'il pleuvait.Futur simple: Nous prendrons le prochain vol. Suivre (volgen):Présent: Ils suivent le cours de français.Imparfait: Je suivais un régime strict.Passé composé: Elle a suivi le conseil de son ami.Conditionnel: Nous suivrions ce chemin si nous avions une carte.Futur simple: Vous suivrez vos passions. J'ai acheté  du pain pour le petit déjeuner.Ma mère a préparé un  délicieux dîner pour nous.Mon ami a acheté  des billets pour le concert.Les enfants jouent avec beaucoup  de sable dans le jardin. (beaucoup is een woord van hoeveelheid, dus krijg je ‘de’)Mon frère adore manger des  gâteaux au chocolat.Nous allons visiter un musée d'art ce week-end.J'ai perdu  les clés de ma maison.Marie a préparé un kilo de tomates pour la fête.Nous allons acheter un cadeau pour son anniversaire.Tu détestes les professeurs stricts en classe? (na détester: altijd een bepaald lidwoord) Start met een introducerende zin, waarin je beschrijft dat jouw bijdrage gaat om gezond leven en dat je ook voorstellen gaat doen zodat school een gezond leven aanmoedigt. Beschrijf in de volgende zinnen een aantal elementen die je doet om gezond te leven. Probeer zo veel mogelijk concrete voorbeelden te geven. Sluit netjes af in de laatste alinea, door een beroep te doen op alle schoolgenoten. Onderstaande zinnen vormen een voorbeeldtekst. De tekst is samengesteld uit korte, bondige zinnen op ERK-niveau B1 en bevat veel woorden uit de woordenlijst van hoofdstuk 2. Santé à l'écoleSalut tout le monde ! Aujourd'hui, je vais vous parler de la façon dont je reste en bonne santé et je vais proposer des idées pour notre école. Comme cela, l’école peut encourager un mode de vie plus sain.Pour rester en forme, je mange des fruits et des légumes tous les jours. Je fais aussi de l'exercice en marchant ou en faisant du vélo pour aller à l'école. De plus, je dors suffisamment pour me sentir bien.Pour améliorer notre santé à l'école, nous pourrions avoir des cours d'éducation physique plus souvent pour bouger davantage. Nous pourrions également avoir des repas et des sandwichs plus sains au lieu de bonbons et de chips.Enfin, il serait super d'avoir un jardin à l'école où les élèves pourraient cultiver des légumes et des herbes. Cela nous apprendrait à manger plus sainement et à prendre soin de la planète.Ensemble, nous pouvons créer un environnement plus sain à l'école ! Tips:Zorg voor een goede opbouw. Het gebruik van veel signaalwoorden (de plus, enfin) zorgt voor een heldere structuur.Het is lastig om je eigen tekst na te kijken. Vraag daarom aan je (bijles-)docent of die je brief voor je wil nakijken. Kijk goed welke fouten je hebt gemaakt. Vraag ook aan jouw docent waar hij/zij precies op let tijdens het beoordelen. Uiteraard wordt er gelet op het gebruik van de juiste woorden in de context en de algemene grammatica (werkwoorden vervoegen, zinsvolgorde, bijvoeglijke naamwoorden...), maar misschien let jouw docent nog wel op andere zaken.  Zorg in een tekst uit je dagboek voor een wat luchtigere toon, het gebruik van ‘tu’ in plaats van ‘vous’ en voor een minder formeel taalgebruik. Structuur en alinea’s zijn nog steeds belangrijk, maar signaalwoorden zijn minder nodig. Onderstaande zinnen vormen een voorbeeldtekst. De tekst is samengesteld uit korte, bondige zinnen op ERK-niveau B1 en bevat veel woorden uit de woordenlijst van hoofdstuk 2.. Cher journal,Aujourd'hui, je veux te parler d'une chose incroyable qui m'est arrivée : j'ai gagné une compétition de football. Le match a eu lieu dans notre ville, et les équipes jouaient très bien.Le match était difficile, mais mon équipe et moi avons bien joué. J'ai marqué le but qui a permis de gagner la coupe à la fin du jeu. C'était vraiment génial.Pour ce succès, j'ai dû m'entraîner dur, surmonter quelques blessures et rester concentré sur mon objectif. C'était un peu difficile, mais aujourd'hui, je suis tellement heureux. Ma famille et mon équipe étaient là pour me soutenir, et je me sens vraiment reconnaissant.Cette victoire me montre que si tu travailles dur et que tu ne baisses pas les bras, tu peux réussir. C'est une journée que je n'oublierai jamais.À plus tard,[Ton nom] Tips:Zorg voor een goede opbouw. Het is lastig om je eigen tekst na te kijken. Vraag daarom aan je (bijles-)docent of die je brief voor je wil nakijken. Kijk goed welke fouten je hebt gemaakt. Vraag ook aan jouw docent waar hij/zij precies op let tijdens het beoordelen. Uiteraard wordt er gelet op het gebruik van de juiste woorden in de context en de algemene grammatica (werkwoorden vervoegen, zinsvolgorde, bijvoeglijke naamwoorden...), maar misschien let jouw docent nog wel op andere zaken.