Toets Nederlands

Nieuw Nederlands 7e ed/FLEX - Hoofdstuk 2 - Argumenteren oefentoetsen & antwoorden

7e editie

Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: 

Paragraaf 1: standpunt en argumenten
Paragraaf 2: argumentatiestructuren
Paragraaf 3: argumentatieschema’s

Nieuw Nederlands 7e ed/FLEX
Toets Nederlands
Nieuw Nederlands 7e ed/FLEX
Online maken
Toets afdrukken
Het standpunt is het vaak (een deel van) de hoofdgedachte van de tekst. Ook vind je het standpunt soms in de titel of de inleiding; die bevat dan een mening, gedachte, visie of idee. Daarnaast vormt het standpunt in het slot vaak de conclusie van de tekst.Je herkent een standpunt aan signaalwoorden als: volgens mij, mijns inziens, ik denk dat, mijn conclusie is dat, dan ook, dus, daarom, kortom. Expliciet betekent dat het standpunt letterlijk genoemd wordt. Impliciet betekent dat het standpunt indirect vermeld wordt: je moet dus zelf uit de tekst opmaken wat het standpunt van de schrijver is.  - Feitelijke argumenten kun je controleren. Je kunt nagaan of ze waar of niet waar zijn. Een waarderend argument bevat een waardeoordeel; niet iedereen zal het ermee eens zijn.  - Waarderende argumenten worden soms onderbouwd met feitelijke subargumenten.Argumenten herken je soms aan redengevende signaalwoorden als want, omdat, immers, namelijk en aangezien. Ook na een dubbele punt (:) volgt soms een argument. De onderbouwing van een argument kan volgen na een signaalwoord van voorbeeld, zoals bijvoorbeeld, dat wil zeggen, denk aan, neem, ter illustratie, zo, zoals. Een tegenargument ontkracht een standpunt of een argument. Het wordt soms aangekondigd door een tegenstellend signaalwoord: maar, toch, daarentegen, hoewel, aan de andere kant, tegenover.  Enkelvoudige argumentatie: één argument onderbouwt het standpunt.Onderschikkende argumentatie: een argument wordt door ten minste één ander argument ondersteund. Een ondersteunend argument is een subargument. Een subargument kan zelf ook weer ondersteund worden door een subargument.Nevenschikkende argumentatie met onafhankelijke argumenten: het standpunt wordt door meer dan één argument ondersteund. De argumenten zijn los van elkaar te gebruiken; ze hebben elkaar niet nodig. Tussen twee blokjes naast elkaar past het woord en.Nevenschikkende argumentatie met afhankelijke argumenten: het standpunt wordt door twee argumenten ondersteund. De argumenten hebben elkaar nodig: ze werken alleen in combinatie met elkaar. Argumentatie op basis van autoriteit: de argumentatie is gebaseerd op iemand of iets met gezag of status.Argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap: een kenmerk of eigenschap van een bepaalde groep wordt uitgelicht.Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg: een feit of een gebeurtenis zal leiden tot een ander feit of een andere gebeurtenis.Argumentatie op basis van vergelijking: er wordt een vergelijking gemaakt en een overeenkomst geconstateerd. Omdat iets in het ene geval zo is, zal het bij het andere ook vast zo zijn.Argumentatie op basis van voorbeelden: het standpunt wordt ondersteund met argumenten die voorbeelden zijn.Argumentatie op basis van voor- en nadelen: er is sprake van een afweging: de voordelen worden vergeleken met de nadelen, waarna een oordeel volgt. Standpunt: de smartphone is onmisbaar.Je kan er nu bijna overal geld mee overmaken. Feitelijk argument: je kunt dit controlerenHeel veel jongeren voelen zich ongelukkig zonder smartphone. Waarderend argument: ongelukkig geeft een gevoel aan. Maastricht is een prima stad om een dagexcursie voor CKV te organiseren.Maastricht heeft een gezellige binnenstad. Waarderend argument: gezellig is een mening. In Maastricht kun je verschillende musea en galeries bezoeken. Feitelijk  argument: je kunt het controleren. Tip: als je het moeilijk vindt om te bepalen wat de mening / het standpunt is, en wat de argumenten zijn, gebruik dan de want/dus-redenering: Mening, want argumentArgument, dus mening Nevenschikkende argumentatie met onafhankelijke argumenten: U kunt mijn neef vorige week niet bij de katholieke kerk in Amsterdam hebben gezien (mening), want mijn neef is tien jaar geleden overleden (argument 1) en er is trouwens helemaal geen katholieke kerk in Amsterdam (argument 2). Enkelvoudige argumentatie: Het openbaar vervoer is niet goed geregeld (mening). Bussen en treinen zijn vaak te laat (argument). Nevenschikkende afhankelijke argumentatie: Ik moest wel eten laten brengen (mening). Er was niets te eten in huis (argument 1). Bovendien lag ik ziek in bed (argument 2). Onderschikkende argumentatie: Ik bezoek graag een voetbalwedstrijd.(mening) De wedstrijden zijn namelijk erg spannend (argument 1), omdat je nooit weet of het beste team ook gaat winnen (subargument 1). Er wordt immers, anders dan bij bijvoorbeeld basketbalwedstrijden, weinig gescoord (sub-subargument 1). Voorbeeld van een feitelijk argument: Utrecht was in 2013 de stad met de grootste stijging van het aantal inwoners. Dit is een feitelijk argument, omdat je het kunt controleren. Voorbeeld van een waarderend argument: Er wonen in Utrecht veel jonge, gezellige mensen. Dit is een waarderend argument, omdat jong en gezellig een mening aangeven.  Je kunt beter geen alcohol drinken, want (d) het is slecht voor je gezondheid, want (h) het is slecht voor je lever (= voorbeeld van gezondheid)want (c) elk glas alcohol dat je gebruikt, vernietigt 100.00 hersencellen (= voorbeeld van gezondheid)Je kunt beter geen alcohol drinken,want (f) het kost veel geld,want (e) alcoholische consumpties kosten meer dan frisdrank (voorbeeld van veel geld)want (a) als je uitgaat, kun je niet met de fiets, maar moet je een taxi nemen (voorbeeld van veel geld) Je kunt beter geen alcohol drinken,want (g) het is gevaarlijk in het verkeer,want (b) je reageert minder snel (dus gevaarlijk in verkeer)Tip: lees het schema van boven naar onder met het woord ‘want’ op de plaats van de pijlen. Lees het schema van onder naar boven met het woord ‘dus’ op de plaats van de pijlen.  Jeroen is eigenlijk nog een groot kind (standpunt), want hij speelt nog graag met zijn lego (argument).Argumentatieschema op basis van kenmerk of eigenschap. Je kunt absoluut niet op hem rekenen (standpunt). Zo (signaalwoord - voorbeeld!)  kwam hij gisteren zonder af te bellen niet opdagen en dat cadeautje was hij ook vergeten (argumenten en voorbeelden)Argumentatieschema op basis van voorbeelden.Als Geert meegaat, dan krijgen we zeker ruzie (standpunt). De vorige keer dat hij meeging, liep het ook uit de hand (vergelijking en argument)Argumentatieschema op basis van vergelijking. Tip: als je het moeilijk vindt om te bepalen wat de mening / het standpunt is, en wat het argument is / de argumenten zijn, gebruik dan de want/dus-redenering: Mening, want argumentArgument, dus mening

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in