Nieuw Nederlands 7e ed/FLEX
- Cursus 6 - Formuleren
oefentoetsen & antwoorden
7e editie
Klas 2|Vmbo-kgt
Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: verwijzen naar personen en dingen, verwijzen naar bezit, samengestelde zinnen schrijven.
Toets Nederlands
Nieuw Nederlands 7e ed/FLEX
Online maken
Toets afdrukken
Verwijswoorden zijn woorden als je verwijst naar personen of dingen: het, zijn, dit, deze, haar, etc. Je gebruikt verwijswoorden om een tekst leesbaarder te maken. Het is namelijk fijner als er wat variatie is. Vergelijk:Ik maak een taart. De taart gaat een halfuur in de oven. De taart wordt dan mooi bruin.Ik maak een taart en deze gaat een halfuur in de oven. Hij wordt dan mooi bruin. Het tweede voorbeeld leest fijner vanwege de verwijswoorden (onderstreept) en dat niet drie keer het woord taart wordt gebruikt.Het verwijswoord zij/ze kan bij twee zelfstandig naamwoorden gebruikt worden. Zelfstandig naamwoorden zijn woorden waar je het lidwoord de, het of een voor kunt zetten.Bij de-woorden met een grammaticaal vrouwelijk geslacht. Toelichting: In het Nederlands kun je bijna nooit zien of een woord mannelijk of vrouwelijk is, zoek het daarom op in een woordenboek als je twijfelt. Toch zijn woorden die eindigen op -de, -te, -heid, -ij, -ing, -ie, -theek, -teit en -nis vaak vrouwelijk. Voorbeeld:Bij de vrouw is het dus duidelijk, maar bij universiteit kun je het niet zeker weten. Door in het woordenboek te kijken en het eindigt op -teit, zie je dat er dus met ze/zij naar verwezen moet worden: De universiteit is dicht. Ze blijft gesloten vanwege een verbouwing. Ze verwijst dan naar universiteit, een vrouwelijk zelfstandig naamwoord.Bij zelfstandig naamwoorden die een meervoudsvorm aangeven. Toelichting: Meervoudsvormen kun je herkennen door de uitgang -s of -en. Bijvoorbeeld: De asperges liggen in de koelkast. Wil je ze even pakken? Het verwijswoord ze verwijst dan naar asperges. De verwijswoorden het, zijn, dat en dit gebruik je om te verwijzen naar het-woorden. Dit kun je onthouden doordat het woordje het eindigt op een -t en de verwijswoorden dit en dat ook. Zijn moet je dan even leren en onthouden. Voorbeeldzinnen:Het potlood ligt op tafel. Wil je het even pakken? Het verwijswoord het verwijst naar potlood.Het boek heb ik vandaag gekregen. Dat wil ik gaan lezen in mijn vakantie. Het verwijswoord dat verwijst naar boek. De juiste combinaties zijn: A5B1/B7F1/F7C2G3D6E4Toelichting: waar je bij deze opdracht rekening mee moet houden is dat je enkelvoud en meervoudsvormen hebt. Twee persoonsvormen. De persoonsvormen in een zin vind je door de tijdproef te doen: Verander de tijd en de werkwoorden die meeveranderen zijn de persoonsvormen. Bijvoorbeeld: Nadia werkt op zaterdag en op zondag vult Aimar de vakken bij de supermarkt → Nadia werkte op zaterdag en op zondag vulde Aimar de vakken bij de supermarkt. De werkwoorden die veranderen zijn de persoonsvormen.Een voegwoord. Voegwoorden zijn woorden die twee zinnen aan elkaar plakken zoals: en, want, maar, of, omdat en als. Naar het zelfstandig naamwoord probleem wordt verwezen met het verwijswoord deze. Dat is fout. Probleem is een het-woord: het probleem. Het helpt om probleem erbij te denken en dan merk je dat de zin met deze fout is: Ik heb een groot probleem en deze probleem kan ik niet zo snel oplossen. Je klasgenoot had het verwijswoord dit kunnen gebruiken: Ik heb een groot probleem en dit (probleem) kan ik niet zo snel oplossen. Naar het zelfstandig naamwoord sleutels wordt verwezen met het verwijswoord deze. Dat is goed. Sleutels is een zelfstandig naamwoord met een meervoudsvorm (te herkennen aan de -s). Denk weer het woord sleutels erbij: Er liggen meerdere sleutels in de kast. Wil je deze (sleutels) meenemen? Door deze check te doen, kun je horen dat het grammaticaal goed is. Naar het zelfstandig naamwoord gevangenis wordt verwezen met het verwijswoord hem. Dat is fout. Gevangenis is een vrouwelijk de-woord (te herkennen aan -nis, zie uitleg bij vraag 1b). Er moet dus naar gevangenis worden verwezen met een vrouwelijk verwijswoord: De gevangenis is ontruimd vanwege een brandmelding. Wanneer zullen ze haar weer gebruiken? Voorbeeldzinnen: 1. Dit is jouw boek. 2. Dit boek is van jou. Het verschil is dat er in de eerste zin het bezit (boek) erachter staat, in de tweede zin staat het bezit (boek) ervoor.Voorbeeldzinnen: 1. Dit is mijn agenda. 2. Deze agenda is van mij.Het verschil is dat er in de eerste zin het bezit (agenda) erachter staat, in de tweede zin staat
het bezit (agenda) ervoor.
Tip: twijfel je nu of er wel of geen -w achter jou moet staan? Verander het woord dan door mij/mijn. Hoor je mijn dan moet er een -w achter, dus jouw. Hoor je mij dan moet er geen -w achter, dus jou. Zin a en d zijn enkelvoudige zinnen, omdat ze maar één persoonsvorm (slaapt en staat) hebben en geen voegwoord. Zin b en c zijn samengestelde zinnen. Twee persoonsvormen en een voegwoord zijn kenmerken van een samengestelde zin.Zin b heeft twee persoonsvormen (nam en was) en heeft een voegwoord (want). Zin c heeft ook twee persoonsvormen (zal en zal) en heeft een voegwoord (of). De eerste zin is fout geschreven: of je gaat niet. Dit moet aangepast worden in of ga je niet? Het is fout omdat de woordvolgorde niet klopt. Je hebt te maken met een samengestelde zin en die bevatten een voegwoord (in dit geval is het voegwoord of). Je krijgt dan eerst de persoonsvorm (ga) en dan pas het onderwerp (je) omdat het een vraagzin is.De tweede zin is goed geschreven: want hij heeft spierpijn. Je hebt te maken met een samengestelde zin en die bevatten een voegwoord (want). Je krijgt dan eerst de persoonsvorm (heeft) en dan pas het onderwerp (hij) omdat het een mededelende zin is. onze. Toelichting: Charissa en ik kun je vervangen door wij. Dan heb je te maken met de meervoudsvorm en daar hoort het bezittelijk voornaamwoord onze bij.haar. Toelichting: Charissa kun je vervangen door zij. Dan heb je te maken met de enkelvoudsvorm vrouwelijk en daar hoort het bezittelijk voornaamwoord haar bij.mijn. Toelichting: In de zin staat ik dus dan weet je dat het enkelvoud is en bij ik hoort het bezittelijk voornaamwoord mijn bij. Hieronder staan voorbeeldzinnen. Natuurlijk bedenkt iedereen iets anders. Het doel van deze opdracht is dat je het goede bezittelijk voornaamwoord bij het juiste onderwerp noteert. Houd hierbij rekening met enkelvoud en meervoud.De dief wilde de grijze auto stelen, maar het was helemaal niet zijn auto. Toelichting: De dief is mannelijk enkelvoud en kun je veranderen door hij. Daarom gebruik je het bezittelijk voornaamwoord zijn.De fans tijdens het concert hebben hun armen in de lucht. Toelichting: Fans is meervoud en kun je veranderen door zij. Daarom gebruik je het bezittelijk voornaamwoord hun.Wij hebben onze kazen in de winkel op houten planken gelegd.Toelichting: Wij is meervoud en daar hoort het bezittelijk voornaamwoord onze bij. Er zijn meerdere antwoorden mogelijk, maar dit zijn veranderingen die je had kunnen toevoegen. De gele markeringen geven de verwijswoorden aan, de roze markeringen geven het voegwoord aan.Deelnemers Squid Game-spelshow dreigen met rechtszaak na verwondingen op setDeelnemers van de Netflix-realitygameshow Squid Game: The Challenge dreigen de makers voor de rechter te slepen. Kandidaten beweren dat ze gewond zijn geraakt tijdens het filmen van de spelshow, meldt Deadline.Twee deelnemers zeggen dat ze onderkoeld zijn geraakt tijdens de opnames van de show. Ook zouden ze (1) zenuwschade hebben opgelopen. De opnames van het programma vonden plaats in de Britse plaats Bedford en (2) het zou daar toen erg koud zijn geweest. "De deelnemers hadden niet verwacht dat ze zouden lijden, maar (3) dachten dat ze aan iets leuks zouden meedoen", zegt het advocatenkantoor die de kandidaten bijstaat in een persbericht.Het advocatenkantoor heeft brieven met de klachten naar Studio Lambert gestuurd. Dit bedrijf is samen met Netflix verantwoordelijk voor het maakproces van de spelshow. Een woordvoerder van de spelshow laat in een reactie weten dat er nog geen sprake is van een rechtszaak. "We hebben het welzijn van de 456 deelnemers uiterst serieus genomen," zegt hij. (4)Serie over dodelijke kinderspelletjesSquid Game: The Challenge is donderdag verschenen op Netflix. De kandidaten spelen voor een hoofdprijs van 4,56 miljoen dollar. Het programma is gebaseerd op de Zuid-Koreaanse Netflix-serie Squid Game. Die (5) serie gaat over een groep volwassenen die tegen elkaar strijden in diverse dodelijke kinderspelletjes om een groot geldbedrag te winnen. De serie werd een groot succes, een tweede seizoen is al aangekondigd.Bron: NU.nl https://www.nu.nl/film/6291151/deelnemers-squid-game-spelshow-dreigen-met-rechtszaak-na-verwondingen-op-set.htmlToelichting:Het is niet zo mooi als er tweemaal de deelnemers staat, dus daar moet je variatie in aanbrengen door een verwijswoord. De deelnemers is meervoud en kun je veranderen door ze/zij. Deze twee zinnen zijn aan elkaar geplakt met het voegwoord en. De zinnen vullen elkaar aan, daarom is er gekozen voor het voegwoord en.Deze twee zinnen zijn aan elkaar geplakt met het voegwoord maar omdat er sprake is van een tegenstelling. Lijden is iets negatiefs, leuks is iets positiefs. Vanwege deze tegenstelling is het voegwoord maar gepast. Het is niet zo mooi als er tweemaal de woordvoerder staat, dus daar moet je variatie in aanbrengen door een verwijswoord. De woordvoerder is enkelvoud mannelijk en kun je veranderen door hij. In dit geval is het niet helemaal duidelijk waar de serie naar verwijst, maar de tekst bedoelt de serie squid game in de zin ervoor. Daarom is het passender om die te gebruiken dan de. De serie is een mannelijk enkelvoud en omdat het terug verwijst naar een zin ervoor (betrekkelijk voornaamwoord) is het die. Tip: Het is lastig om je eigen tekst na te kijken. Vraag daarom aan je (bijles-)docent of die je schrijfopdracht voor je wil nakijken en met jou wil bespreken.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.