Nectar FLEX 4.1
- Hoofdstuk 5 - Energie opslaan en gebruiken
oefentoetsen & antwoorden
4.1
Klas 4|Havo
Deze oefentoets behandelt de volgende onderwerpen: brandstoffen, ATP, glycogeen, dissimilatie, melkzuur, glycerol, organische stoffen, voortgezette assimilatie, bruto productie, sponsparenchym, melkzuurgisting.
Toets Biologie
Nectar FLEX 4.1
Online maken
Toets afdrukken
Voorbeelden zijn volkorenproducten en groenten. (Er zijn meerdere antwoorden goed).Voedingsvezels stimuleren de voortstuwende beweging van de darmen, de darmperistaltiek. Glucose: brandstofEiwit: bouwstof en brandstofCalcium: bouwstofWater: bouwstofVet: brandstof en bouwstof Anaerobe dissimilatie is verbranding van glucose zonder zuurstof. Bij mensen kan dat plaatsvinden in de spieren tijdens intensief sporten. Dan wordt als bijproduct melkzuur gevormd. Niet-essentiële aminozuren kunnen door de lever zelf worden aangemaakt. Essentiële aminozuren moeten via de worden ingenomen. Een plant maakt eiwitten door voortgezette assimilatie. Hierbij maakt de plant uit glucose en anorganische stoffen (nitraat in dit geval) eiwitten. Zoals hierboven is uitgelegd heeft de plant glucose nodig voor de vorming van eiwitten. Glucose wordt gemaakt met behulp van zonlicht. Het antwoord is dus ja een plant heeft de zon (indirect) nodig voor het maken van eiwitten. Voorbeelden zijn kaas, yoghurt, zuurkool, bier, wijn en brood.Bij de alcoholische gisting van glucose ontstaat naast ethanol koolstofdioxide en ATP. Uitwerking: Deze functie is belangrijk zodat huidmondjes hun waterbehoefte kunnen regelen op deze manier.De plant regelt middels de huidmondjes hoeveel water er verdampt. Om verdamping bij droge omstandigheden te voorkomen sluit de plant zijn huidmondjes. Zo wordt er voldoende vocht vastgehouden. B. is het juiste antwoord. Het verschil in osmotische druk tussen de wortels en de omringende bodem.Toelichting: Worteldruk wordt veroorzaakt door het verschil in osmotische druk tussen de wortels van een plant en de omringende bodem. Osmotische druk ontstaat door de ophoping van opgeloste mineralen in de wortels, waardoor watermoleculen de neiging hebben naar gebieden met een hogere osmotische druk te stromen. Dit creëert een positieve druk in de wortels, wat resulteert in de opwaartse beweging van water en opgeloste stoffen in de xyleemvaten.Hoewel transpiratie, het verlies van waterdamp door de huidmondjes in de bladeren, een rol speelt bij het transport van water in planten, is dit niet de directe oorzaak van worteldruk. De capillaire werking van water en het actieve transport van mineralen zijn ook belangrijke processen in het transport van water en opgeloste stoffen, maar ze zijn niet specifiek gerelateerd aan de oorzaak van worteldruk. Antwoord A is juist. Bouwstoffen zijn steeds nodig, er worden continu nieuwe cellen aangemaakt in het lichaam waarbij bouwstoffen nodig zijn. Hagelslag. Overgewicht is het gevolg van opslag van energierijke stoffen zoals eiwit, vet en koolhydraten. In hagelslag zit opgeteld de meest energierijke stoffen dus zal dit voedingsmiddel het gemakkelijkst leiden tot overgewicht. In de praktijk zal er van aardappelen en brood meer worden gegeten, dus dan zullen deze voedingsmiddelen eerder leiden tot overgewicht. Eiwitten zijn slechts in noodgevallen brandstoffen, onder normale omstandigheden niet. Toch kunnen ze bij overmatige inname worden opgeslagen als vet. In de vraag wordt gezegd dat de energieproductie gelijk is op tijdstip P en Q. De verbranding van glucose met zuurstof (aeroob) is efficiënter dan de verbranding van zuurstof zonder zuurstof (anaeroob). Bij aërobe dissimilatie ontstaat namelijk 38 moleculen ATP, terwijl er bij anaerobe dissimilatie 2 moleculen ATP ontstaan. Op tijdstip P zal minder glucose nodig zijn vergeleken met tijdstip Q omdat op tijdstip P vooral de aerobe dissimilatie zorgt voor de energieproductie. Antwoord C is juist. Door een hoge productie aan melkzuur kan de spier in de kramp schieten. Bij de anaerobe dissimilatie ontstaat er melkzuur in de spieren. Op tijdstip Q vindt de meeste anaerobe dissimilatie plaats. Uit de tabel blijkt dat maïs niet voldoende van elk essentieel aminozuur bevat, vergeleken met ‘ideaal’. Niet alle eiwitten kunnen daarom in voldoende mate worden gemaakt. Dit kan leiden tot ziektes.Van het aminozuur tryptofaan is in verhouding het minste aanwezig vergeleken met ‘ideaal’. Hiervan zal dus het eerst een tekort ontstaan.Als de gehaltes aan de verschillende aminozuren van aardappels wordt opgeteld bij die van maïs dan kom je op of boven ‘ideaal’ uit. Met één van de andere voedingsmiddelen lukt dat (net) niet.
Om aan het ‘ideaal’ gehalte aan aminozuren te komen is het ook mogelijk om nog meer maïs te eten. Met een gevarieerd dieet is het echter veel makkelijker om aan de juiste hoeveelheden van elk aminozuur te komen. Het verschil in dikte tussen de twee bladeren wordt veroorzaakt door de hoeveelheid en grootte van het palissadeparenchym. In plant P zijn hierdoor meer chloroplasten waar fotosynthese kan plaatsvinden. Dit moet dus een blad van de zonnige zuidzijde van de boom zijn. Blad Q bevat minder palissadeparenchym en zal dus aan de schaduwzijde hangen. Voor de bereiding van wijn uit druivensap is alcoholgisting vereist. De gistcellen verbranden (zonder zuurstof) een deel van de glucose die in de druivensap zit. In de tabel is te zien dat wijn minder energie bevat dan de druivensap waaruit hij bereid is. Dat komt dus door gistcellen die een deel van de energie verbruikt hebben voor de productie van alcohol. De bouwstoffen zijn: water, mineralen, eiwitten en vetten. Bruine bonen bevatten opgeteld per 100g de minste bouwstoffen.De energierijke stoffen zijn: eiwit, vet en koolhydraten. Margarine bevat opgeteld per 100g de meeste energierijke stoffen.Amber eet:Boterham: 2x50 = 100g → 8g eiwit Runderlever: 2x25 = 50g → 20 : 2= 10g eiwit Melk: 100g → 4g eiwit Totaal = 8 + 10 + 4 = 22 g eiwitJesse eet :Boterham: 50g →8 : 2= 4g eiwitKaas: 25g →24 : 4 = 6g eiwit Totaal via boterham met kaas → 4 + 6 = 10g eiwit 20 – 10 = 10g eiwit nodig via melk 10 : 4 = 2,5 2,5 x 100g = 250g of 2 ½ glazen melk van 100g. Bewering 1 is niet juist. Als de bewering waar zou zijn zou dit betekenen dat de gistcel geen nieuwe celonderdelen kan maken bij een gebrek aan zuurstof. Deze gistcellen kunnen zouden sterven zonder voortgezette assimilatie.Bewering 1 is juist. - Op t=10 uur wordt er geen glucose meer gedissimileerd. Dit is te zien aan de eerste grafiek, linksboven. Bewering 3 en 4 vallen dus af. - Aan de grafiek van het zuurstofgehalte valt af te lezen dat het gehalte weliswaar daalt, maar er nog steeds voldoende zuurstof aanwezig is. Het gaat op t=10 dus om aerobe dissimilatie van ethanol. Dit is een vet. Dat is te zien aan het glycerolmolecuul met de drie vetzuren.Vetzuren en glycerol ontstaan na de vertering van vetten. Bij verlichtingssterkte P wordt er geen zuurstof opgenomen en geen zuurstof afgegeven aan de lucht. Dit betekent niet dat er geen fotosynthese plaatsvindt. Te zien is dat in het donker (verlichtingssterkte 0) er 4 mmol zuurstof per uur wordt opgenomen. Dit is nodig voor de dissimilatie van glucose. Bij verlichtingssterkte P wordt er ook 4 mmol zuurstof per uur opgenomen, en die komt van de fotosynthese. De plant produceert dus 4 mmol zuurstof per uur maar verbruikt die direct bij de dissimilatie van glucose. Omstandigheden 2, 3 en 4. Toelichting:Bij a is uitgelegd dat er altijd 4 mmol zuurstof wordt gebruikt bij de dissimilatie.Om op een nettoproductie meer dan 0 uit te komen moet er sprake zijn van zuurstofafgifte (dit is het zuurstof dat de plant niet gebruikt voor dissimilatie). Alles boven 0 is dus goed. Alleen bij omstandigheid 1 is er geen afgifte van zuurstof. De bacteriën produceren melkzuur.Een hoge tolerantie betekent dat de bacterie er goed tegen kan. De bacterie die het best tegen een lage pH (erg zuur) kan is de Lactobacillus plantarum. Die komt namelijk nog voor bij een hoog percentage zuur.In het begin is er nog veel brandstof beschikbaar. Hoe langer de tijd vordert des te minder brandstof er overblijft, voor de stofwisseling en groei verbruiken de bacteriën namelijk brandstof. Leuconostoc mesenteroides heeft dus de meeste brandstoffen tot zijn beschikking.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.