Toets Economie

LWEO Conjunctuur 1e ed - Hoofdstuk 1 t/m 4 - oefentoetsen & antwoorden

2e editie

Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen:  Onderbesteding, klassieke visie, Keynesiaanse visie, consumptiefunctie, structurele werkloosheid, trendlijn, conjunctuurgolven, loonkosten, internationale concurrentiepositie, inverdieneffect, rol van de overheid, wisselkoers, conjunctuurklok, anticyclisch beleid, begrotingssaldo, evenwichtswaarde van het nationaal inkomen, autonome overheidsbestedingen, multiplier, laagconjunctuur / hoogconjunctuur.

Examendomein: niet van toepassing, dit is een keuzeonderwerp

LWEO Conjunctuur 1e ed
Toets Economie
LWEO Conjunctuur 1e ed
Online maken
Toets afdrukken
WerkwijzeOm te weten wat we bedoelen met onderbesteding moeten we dit begrip in tweeën knippen.Bestedingen zijn alle “aankopen” die door gezinnen, bedrijven, overheid en het buitenland gedaan worden.Onder spreekt voor zicht. Het is minder / het zit onder wat we normaal hebben.Als je deze twee dan samenvoegt heb je de uitkomst.EindantwoordJe spreekt van onderbestedingen als de bestedingen van gezinnen, bedrijven, overheid en het buitenland minder zijn dan wat er normaal besteedt wordt. WerkwijzeOm te weten wat de klassieke economen bedoelde met loon = kosten leggen we uit aan de gedachten gang die daarbij hoort.Als je spreekt van werkloosheid dan is er meer aanbod van arbeid dan vraag naar arbeid.De klassieke zeggen dat de hoogte van de lonen hierbij een rol speelt.Wanneer de lonen dalen nemen voor bedrijven ook de kosten af.Door een daling van de kosten kunnen de bedrijven mogelijk de prijzen verlagen.Bij lagere prijzen is er misschien meer vraag naar de producten en neemt de productie toe.Als de productie toeneemt zijn er meer mensen nodig en daalt de werkloosheid, al is het dan wel bij een lager loon.EindantwoordDoor de lonen te verlagen, dalen de kosten voor bedrijven en kan de verkoopprijs dalen. Hierdoor stijgt de vraag naar producten en neemt de productie toe. Dit leidt tot een afname van de werkloosheid WerkwijzeOm te weten wat je keynesiaanse visie is om de werkloosheid te bestrijden aan de hand van loon = koopkracht leggen we eerst uit hoe loon en koopkracht met elkaar verbonden zijn. De keynesiaanse visie zag tijdens de economische crisis in de jaren 30 dat een daling van de lonen niet zorgde voor een oplossing maar de werkloosheid alleen maar verergerde.Lagere lonen leidde namelijk tot minder koopkracht.Door de lonen te verhogen stijgt namelijk de koopkracht van de mensen (bij gelijkblijvende prijzen).Door een stijging van de koopkracht gaan mensen mogelijk meer besteden. Hierdoor stijgt de vraag naar producten en moet de productie omhoog.Door een stijgende productie neemt de werkloosheid af. EindantwoordDoor een hoger loon en stabiele prijzen neemt de koopkracht toe. Hierdoor nemen de bestedingen en productie toe. Hierdoor daalt de werkloosheid.  WerkwijzeOm uit te leggen wat de consumptiefunctie C = 0,75Y + 30 miljard inhoudt leggen we alle symbolen even kort uit.Y staat voor nationaal inkomen.C staat consumptieDus er staat dan eigenlijk het volgende in woorden: De hoeveelheid die we consumeren = 0,75 (oftewel 75%) van ons inkomen + 30 miljard. Dit lijkt er dan dus op dat er altijd consumptie hebt van 30 miljard. Dit noemen we autonome consumptie.Hoeveel je verder consumeert is dus afhankelijk van je inkomen.Hiervan consumeer je altijd 75% EindantwoordIn de consumptiefunctie C = 0,75Y + 30 miljard staat dat je altijd 30 miljard consumeert (autonome consumptie) en het overige deel wat je consumeert is 75% van je inkomen.  WerkwijzeOm te weten wat we bedoelen met structurele werkloosheid moeten we eerst uitleggen wat we bedoelen met structureel.Als iets structureel is dan is het blijvend. Zelfs als de economie goed gaat zal er dus altijd een deel werkloos zijn.Dit is een vorm van werkloosheid die niet ligt aan de bestedingen en niet van conjuncturele aard zijn.Denk bijvoorbeeld aan een bedrijf dat verplaatst naar een ander land, of een bedrijf dat machines aanschaft die arbeiders vervangen.EindantwoordMet structurele werkloosheid bedoelen we werkloosheid die blijvend is. De oorzaak van de werkloosheid kan verschillend zijn. Maar de oorzaak ligt aan de conjuncturele situatie van een land.  WerkwijzeOm te weten wat de trendlijn inhoudt bij de conjunctuurgolf moeten we eerst het verloop van deze lijn uitleggen. Je ziet in de afbeelding dat de stippellijn met een rechte lijn schuin omhoog loopt. Op de horizontale as zie je de tijd en op de verticale as het productievolume.Dit geeft dus aan dat naarmate de tijd vordert het productievolume toeneemt. Met andere woorden hoeveel er gemaakt wordt (de productie / BBP) neemt elk jaar met hetzelfde percentage toe.De trendlijn geeft aan wat er “normaal” geproduceerd kan worden in een land. De conjunctuurgolven geven aan wat er in werkelijkheid geproduceerd is.Door de trendlijn kun je dus goed het verschil zien tussen de werkelijkheid en de normale situatieEindantwoordDe trendlijn geeft aan wat er normaal elk jaar meer geproduceerd wordt. Hieraan kun je zien hoeveel de werkelijkheid (de conjunctuurgolven) hiervan afwijken en kun je bepalen of we in een situatie van onder- of overbesteding zitten. WerkwijzeOm te weten wat de rol is van de loonkosten op de internationale concurrentiepositie moeten we eerst even uitleggen wat de internationale concurrentiepositie is.De internationale concurrentiepositie is de plek die een land inneemt ten opzichte van andere landen.Met andere woorden; komen landen wel of niet bij jou producten kopen.De reden waarom een land bij jou producten koopt hangt sterk af van de kwaliteit van je producten. Maar ook van de prijs van je producten.Als de loonkosten stijgen of dalen kan dit doorberekend worden in de verkoopprijs.Bij dalende loonkosten kan de verkoopprijs ook dalen en krijg je misschien meer kopers uit andere landen.Bij stijgende loonkosten kan de verkoopprijs misschien stijgen en krijg je mogelijk minder kopers uit andere landen.EindantwoordDe loonkosten kunnen doorberekend worden in de prijzen. Stel dat de loonkosten stijgen en hierdoor de verkoopprijzen ook stijgen gaan kopers uit andere landen misschien liever ergens anders de producten kopen. Je internationale concurrentiepositie verslechtert hierdoor. WerkwijzeOm te weten wat volgens keynesianen de rol van de overheid is moeten we eerst kijken wat de visie van de keynesianen is.De keynesianen vinden dat in tijden van laagconjunctuur de negatieve spiraal doorbroken moet worden.Zij zien loon als koopkracht en vinden dat het loon moet stijgen om de bestedingen te stimuleren.Als de bestedingen van particulieren het laten afweten moet de overheid zorgen voor extra vraag. (omgekeerd geldt dat bij overbestedingen de overheid moet zorgen voor minder vraag)De overheid kan dit doen door zelf meer te gaan besteden (overheidsbestedingen) of te zorgen voor meer particulieren bestedingen door aanpassingen in belastingen, sociale premies en overdrachten. EindantwoordDe overheid moet volgens de keynesianen de bestedingen extra stimuleren als die door de consumenten niet (hard genoeg) toenemen in tijden van laagconjunctuur. Door vergroten van overheidsbestedingen of aanpassing van bijvoorbeeld de belastingen kan de overheid dit bewerkstelligen.  WerkwijzeOm te weten wat we bedoelen met het inverdieneffect moeten we even weten in welke situatie dit voorkomt.Met inverdieneffect bedoelen we een soort “terug” verdienen.De overheid geeft bijvoorbeeld meer geld uit, maar krijgt hierdoor dan ook weer (een deel van het) geld terug. Doordat de overheid de bestedingen verhoogt neemt de productie toen en hierdoor neemt ook het inkomen toe.Bij een stijgend inkomen ontvangt de overheid meer inkomsten belasting en mogelijk meer BTW ontvangsten omdat het hogere inkomen kan zorgen voor meer bestedingen.Enerzijds “kost” het de overheid dus geld, maar ze verdienen een deel terug.EindantwoordHet inverdieneffect zorgt ervoor dat wanneer de overheid zelf meer geld uitgeeft het via belastingen toch nog (een deel van het) geld terug ontvangt. WerkwijzeOm te weten wat het effect is van de wisselkoers op het handelssaldo moeten we eerst weten wat we precies bedoelen met beide begrippen.De wisselkoers is de waarde van de ene munt t.o.v. de andere munt.Dus bijvoorbeeld 1 euro is gelijk aan 1 dollar.Als de koers verandert dan wordt bijvoorbeeld 1 euro gelijk aan 2 dollar.Voor de Europeaan is dat fijn, hij kan meer kopen van 1 euro.Voor de Amerikaan is dit niet fijn, hij kan voor 1 dollar nog maar iets kopen van 0,50 euro.Het handelssaldo is het saldo van de import en export. Wanneer je meer importeert (koopt) en exporteert) verkoopt heb je een tekort op de handelsbalans.Als de koers dus verandert kan het zijn dat je meer of minder koopt / verkoopt omdat het goedkoper / duurder is. EindantwoordAls de wisselkoers verandert, bijvoorbeeld 1 euro is normaal gelijk aan 1 dollar en nu is 1 euro gelijk aan 2 dollar, dan is het voor de VS veel duurder zijn om producten uit Europa te halen. Hierdoor daalt de export vanuit Europa en kan de import uit de VS misschien stijgen omdat het voor Europeanen wel goedkoper is om producten uit de VS te halen. Door deze ontwikkeling verslechtert de handelsbalans. Hetzelfde kan natuurlijk ook allemaal andersom gebeuren. WerkwijzeOm te weten in welke fase een land zich bevindt aan de hand van de conjunctuurklok kun je op de volgende manier aanpakken.De conjunctuurklok kent 4 vlakken.De vier vlakken worden door een horizontale en verticale lijn afgescheiden.Als het symbool boven de horizontale lijn ligt dan ligt dit onderdeel boven de trend, wat normaal het geval is. Als het eronder ligt dan is het onder de trend.Als het symbool links van de verticale as ligt dan is het afgenomen t.o.v. de vorige periode. Als het rechts ligt is het toegenomen t.o.v. de vorige periode.Als je dit weet dan kun je twee symbolen uitkiezen en op basis hiervan zeggen of het beter of slechter gaat.  EindantwoordHet BBP ligt onder de horizontale as dus het zit onder de trend. Daarnaast ligt het ver naar links waardoor het ook nog eens is afgenomen. Op basis hiervan zou je zeggen dat we eerder in een laagconjunctuur. WerkwijzeOm te weten wat de overheid bij een anticyclisch beleid doet in tijden van laagconjunctuur leggen we eerst uit zodat we daarna kunnen kijken wat dit voor een gevolgen heeft voor het begrotingssaldo.Als een land in een laagconjunctuur zit dan is er onderbesteding en wordt er weinig geproduceerd en is er veel werkloosheid.Als de overheid dit tegen wil gaan (anticyclisch beleid) dan moeten ze zorgen dat de bestedingen toenemen.Dit kan de overheid doen door de belastingen te laten dalen of door zelf meer uit te geven.Belastingen verlagen leidt tot een daling van de inkomsten, zelf meer uitgeven leidt tot meer uitgaven.In beide gevallen neemt het tekort toe.Als een land al een tekort heeft zal dit tekort dus verder toenemen. EindantwoordWanneer een land anticyclisch beleid voert in tijden van laagconjunctuur dan nemen de overheidsbestedingen toe en/of dalen de belasting. Hierdoor nemen de uitgaven van de overheid toe en de inkomsten nemen af. Hierdoor verslechtert het begrotingssaldo. WerkwijzeOm de evenwichtswaarde van het nationaal inkomen uit te rekenen moeten de formule van Y= EV oplossen.Wat we wel weten is de formule van de effectieve vraag (EV). Deze kunnen we grotendeels invullen.Ev = C + I + O + (E-M)EV = 0,6Y + 20 + 50 + 40 -20EV = 0,6Y + 90Y = EV dus dan krijgen we Y = 0,75Y + 90Aan beide kanten halen we 0,75Y af. Dan houden we over0,25Y = 90Dan vermenigvuldigen we beide kanten met 4Y = 360De evenwichtswaarde van het inkomen is bij 360 miljardEindantwoordY = EV 🡪 EV = 0,6Y + 20 + 50 + 40 -20 🡪 EV = 0,6Y + 90 🡪 Y = 0,75Y + 90 🡪 0,25Y = 90 🡪 Y = 360De evenwichtswaarde van het inkomen is bij 360 miljard WerkwijzeOm te weten met welk bedrag de autonome overheidsbestedingen moeten stijgen om het nationaal inkomen tot 300 miljard te laten stijgen moeten we eerst uitrekenen wat nu de evenwichtswaarde isY = 0,5Y + 120 Y = 240Het totaal moet dus met 60 toenemen. Nu gaan we de multiplier berekenen met de formule:  ( 1 / (1-c))Dan krijg je ((1 /(1-0,5)  = 2.Dus elke toename van 1 zorgt voor een totale toename van 2.Dus als er 60 bij moet dan moeten de overheidsbestedingen toenemen met 60/2 = 30EindantwoordWe rekenen eerst de oude situatie uit: Y = 0,5Y + 120 🡪 Y = 240Er moet dus 60 miljard bij. De multiplier is (( 1 / 1-0,5) = 2De overheidsbestedingen moeten dus toenemen met (60/2 = ) 30 miljard. WerkwijzeOm te weten waarom het verhogen van overheidsbestedingen minder effect heeft tijdens laagconjunctuur als de ECB de rente verhoogt moeten we krijgen wat het effect is van beide.Als in laagconjunctuur de bestedingen laag zijn en de overheid de bestedingen verhoogd wordt laagconjunctuur tegen gegaan. Hierdoor nemen de totale bestedingen toe, neemt de productie toe en de werkgelegenheid.Als echter de ECB de rente verhoogd is dat aantrekkelijk om te sparen en minder aantrekkelijk om te lenen. Beide gevolgen leiden tot minder consumptie.Dus aan de ene kant probeert de overheid laagconjunctuur tegen te gaan, maar dit wordt (deels) teniet gedaan doordat door de rentestijging de bestedingen verminderen.  EindantwoordIn laagconjunctuur verhoogt de overheid de bestedingen zodat de totale bestedingen toenemen. Door een renteverhoging van de ECB is het interessant om te sparen en niet interessant m te lenen. Daardoor wordt de actie van de overheid (deels) teniet gedaan.

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in