Grandes Lignes 6e ed/FLEX deel A+B - Chapitre 2 - C'est top! oefentoetsen & antwoorden

rustighet gereedschapdat werktzij zullen kunnen/mogenzodravan tevorenop (iemand) passennaar beneden gaanniet slechtongewoon écrirele spectateurtraduirealler au restaurantil y a une heurevoterexactementl’occasion (v)rangerrecharger à + bepaald lidwoordde + bepaald lidwoordà + leaude + leduà + laà lade + lade laà + l’à l’de + l’de l’à + lesauxde + lesdes De stam is fin (finir, daar haal je -ir vanaf).finirVertalingjeje finisik eindigtutu finisjij eindigtil/elleil / elle finithij / zij eindigtonon finitwij eindigennousnous finissonswij eindigenvousvous finissezjullie eindigen / u eindigtils/ellesils / elles finissent finissentzij eindigenPhilipPhilip finitPhilip eindigtPhilip et MaxPhilip et Max finissentPhilip en Max eindigenTip: Welke vorm moet je invullen bij een of meerdere namen?Vervang de naam in je hoofd door een persoonlijke voornaamwoord. De zin moet dan nog steeds dezelfde betekenis hebben. Kijk maar: ‘Philip eindigt’ en ‘hij eindigt’ betekent hetzelfde. Je gebruikt bij Philip dus de il (hij) vorm van finir: finit.  ‘Philip en Max eindigen’ en ‘zij eindigen’ betekent hetzelfde. Je gebruikt hier dus de ils (zij) vorm van finir: finissent. finireindigenréfléchirnadenkenréussirslagenremplirinvullengrandirgroeienchoisirkiezenrougirblozen a. Quelle est ta série préférée ?b. Qu’est-ce que tu fais le weekend ?c. J’aime aller au cinéma.d. Qu’est-ce que tu fais d’autre ?e. Je regarde des séries sur internet.  a. le métier (Wat is het beroep van je moeder?). b. environ (Zij is docent sinds ongeveer 20 jaar).c. d’abord (Eerst heeft zij gewerkt in een school in Parijs).d. malheureuse (Maar zij was daar ongelukkig).e. ni (Zij had geen familie en ook geen vrienden in Parijs).f. quartier (Nu woont zij in een andere wijk). 1. copains = meervoud (eindig op een -s).2. un cinéma = mannelijk enkelvoud (de hint is un).3. la fille = vrouwelijk enkelvoud (de hint is la).4. ma maison = vrouwelijk enkelvoud (de hint is ma).5. valeur = vrouwelijk enkelvoud (in je woordenlijst staat “la valeur”).Toelichting:le = mannelijk enkelvoudla = vrouwelijk enkelvoudl’ = enkelvoud (kan mannelijk en vrouwelijk zijn)les = meervoud (zowel mannelijk als vrouwelijk)un = mannelijk enkelvoudune = vrouwelijk enkelvoudmon = mannelijk enkelvoudma = vrouwelijk enkelvoudmes = meervoud (kan zowel mannelijk als vrouwelijk zijn)Tip: In de meeste opgaven staan hints die je helpen te bepalen of het woord mannelijk, vrouwelijk, enkelvoud of meervoud is. Is dat niet het geval? In de woordenlijst staan bij alle zelfstandig naamwoorden le/la/l’/les, en soms staat er ook een m of v achter het woord.Als een woord eindigt op een -s, staat het (bijna altijd) in het meervoud. Voorbeelden: ticket-tickets, copain-copains, fille-filles. Heel soms eindigt het meervoud ook op een -x, zoals bij cadeaux.Je docent gaat er dan vanuit dat je dan uit je hoofd weet of dit woord mannelijk, vrouwelijk, enkelvoud of meervoud is! a. 1. au (Je hebt geleerd: le spectateur. Spectateur is dus mannelijk enkelvoud).2. du (Je hebt geleerd: le quartier. Quartier is dus mannelijk enkelvoud).3. de l’ (épisode begint met een klinker. Je kiest dus voor de l’ om klinkerbotsing te voorkomen).4. au (Je ziet dat café niet eindigt op een -s. Het is dus geen meervoud. Je kiest daarom niet voor aux).5. des (copains eindigt op een -s. Daarom kun je zien dat het meervoud is. Je kiest dus voor de meervoudsvorm des).’b. 1. aux (In de eerste zin zie je dat het les vacances is. Je kiest dus voor à + les = aux).2. Au (in de eerste zin zie je dat het le Danemark is. Je kiest dus voor à + le = au).3. À l’ (in de eerste zie je dat het l’hôtel is. Je kiest dus voor à + l’ = à l’).c. 1. des (In de eerste zin zie je dat het les voisins is. Je kiest voor de + les = des).2. du (Je krijgt hier geen hint, maar uit je woordenlijst weet je dat het le métier is. Je kiest dus voor de + le = du).3. de la (In de eerste zin zie je dat het la fille is. Je kiest dus voor de + la = de la). a.1. finis  2. rougis  3. remplissez  4. choisissentb. 1. avons réfléchi 2. a choisi 3. ont réussi 4. a rempliTip: weet je niet meer welke vorm je moet kiezen bij één of meerdere namen? Vervang de naam in je hoofd door een persoonlijke voornaamwoord. ‘Florence et Laura kiezen’ en ‘zij kiezen’ betekent hetzelfde. Je gebruikt hier dus de ils (zij) vorm van choisir: choisissent.‘Paul kiest’ en ‘hij kiest’ betekent hetzelfde. Je gebruikt dus de il (hij) vorm van het hulpwerkwoord avoir: a. a. Le matin, j’aime faire la grasse matinee/faire du sport/jouer à la console/etc. (noem een activiteit).b. Le soir, j’aime aller au restaurant/faire du fitness/aller en ville/etc. (noem een activiteit).c. Parce que c’est super / j’aime être dehors /  je suis sportif. / etc. (noem een positieve reden).d. Je déteste ranger ma chambre. / Je n’aime pas ranger ma chambre. / Je déteste faire du sport. / etc. (zowel je déteste als je n’aime pas laten zien dat je er niet van houdt).e. Parce que c’est terrible/ennuyeux/nul. / Parce que je ne suis pas sportif / etc. (noem een negatieve reden). Tip: Het is lastig om je eigen zinnen na te kijken. Vraag daarom aan je (bijles-)docent of die je schrijfopdracht voor je wil nakijken en met jou wil bespreken. Claire: niet - je ne peux pas me concentrer = ik kan me niet concentreren.Marcel: wel - j’aime bien faire mes devoirs et en même temps écouter de la musique = ik houd er van om mijn huiswerk te maken en tegelijkertijd muziek te luisteren - la musique calme = muziek kalmeert.Minou: wel- la musique, cela me motive quand je fais mes devoirs = muziek motiveert mij als ik huiswerk maak - j’adore aussi chanter pendant que je fais mes devoirs = ik ben ook dol op zingen terwijl ik mijn huiswerk maak.Jérôme: niet - au moment où je fais mes devoirs, je préfère donc le silence = op het moment dat ik mijn huiswerk maak, heb ik liever stilte.  B. Je moet een mailtje sturen met vermelding van het aantal personen. Toelichting: Dit is te zien in de laatste alinea: “Réservez dès maintenant vos places pour la visite de Montmartre : contact@unjourdeplusaparis.com (merci de nous communiquer le nombre de personnes“ = Reserveer vanaf nu uw plaatsen voor het bezoek aan de Montmartre: contact@unjourdeplusaparis.com (dank voor het doorgeven van het aantal personen). A) JaToelichting: Dit zie je duidelijk aan de zin: “Et il a bien réussi” (En hij is er goed in geslaagd) die direct volgt op de zin “Il voulait créer un bâtiment spectaculaire”. Het woord réussir (slagen) heb je geleerd bij de grammatica van bron H. Daarnaast worden veel positieve woorden gebruikt, waaraan je kunt zien dat de schrijver vindt dat de architect er in geslaagd is een spectaculair gebouw neer te zetten. Enkele voorbeelden: - “rien n’est trop beau” – niets is te mooi, - “un escalier majestueux” – een statige trap, - “telle beauté” - zulke schoonheid.