Nectar 4e ed FLEX - Hoofdstuk 11 - Regeling intern milieu oefentoetsen & antwoorden

Juist, de calciumopslag in je botten wordt later weer aangevuld door extra opname uit voedsel door de darmen en een stop op de uitscheiding van calcium door de nieren.Juist, dit proces zal ervoor zorgen dat de toename van bijvoorbeeld de lichaamstemperatuur zal stoppen. Onjuist, receptoren zijn zintuigen die de waarde in het lichaam meten. Effectoren zijn inderdaad de klieren die aangestuurd worden door een regelcentrum in het centrale zenuwstelsel.Onjuist, tijdens dit proces wordt er juist extra glucose vrijgemaakt uit de voorraad vet of aminozuren.  Door de NH2 groep in de structuurformule aanwezig . Ofwel de aminogroep. Het herkennen van een ketozuur doe je aan de dubbelgebonden O binding met een restgroep. Gebruik voor deze vraag je BINAS. Dit proces heet deanimering. Het woord amino kun je uit dit begrip halen, ‘de’ staat voor afhalen of stoppen en dus verklaart dit begrip dat de aminogroep eraf wordt gehaald. De stof die hierbij ontstaat is ureum:  2 NH3 + CO2 → (NH2)2CO + H2O. Ook hiervoor is je BINAS bruikbaar.  Dit percentage kan schommelen doordat dit afhankelijk is van de hoeveelheid water die iemand drinkt of de hoeveelheid zweet die iemand uitstoot. Ook kan de persoon diarree hebben waardoor hij of zij ook veel water zal verliezen. Dit heeft allemaal invloed op de hoeveelheid urine die uiteindelijk gevormd zal worden.  Antwoord C. De ademhaling stopt even om ervoor te zorgden dat de pCO2 waarde weer in orde is. Een te hoge waarde kan een te zuur milieu verzorgen. We kunnen niet reguleren hoeveel CO2 er gevormd wordt in ons lichaam, maar wel hoeveel eruit gaat. Daarom stop de ademhaling even om ervoor te zorgen dat er geen co2 meer gevormd wordt.   Rode bloedcellen zorgen voor een hogere pO2, bloedcellen worden gemaakt in het rode beenmerg en de vorming van rode bloedcellen wordt in gang gezet door het hormoon EPO. EPO wordt gemaakt in de nieren. Diagram A laat dit juist zien. In de tekst staat het volgende: Hierdoor is de zuurstofspanning in het bloed van de lichaamsslagaders ongeveer de helft van normaal. Dit wordt juist weergegeven in diagram a. Belangrijk is om naar het pO2 te kijken, dus naar de x-as. Hieraan zie je goed dat de waarde door de helft is gegaan bij diagram a en niet bij diagram b en c. Uit het antwoord moet blijken dat als gevolg van de vaatvernauwing de bloeddruk stijgt waardoor er meer vocht (dan normaal) uit de haarvaten treedt (als gevolg van de vochtophoping in het longweefsel) de diffusie vermindert / de diffusieafstand toeneemt / de diffusiecoëfficiënt verandert / het diffusieoppervlak afneemt Antwoord F. De motoriek wordt geregeld in de kleine hersenen en het gedrag (emoties, stemming en onbewust en instinctief gedrag) wordt geregeld in de grote hersenen. Antwoord A. In de tekst staat dat de klimmer in rust is. De VT is de hoeveelheid lucht die in rust wordt ingeademd en uitgeademd. Doordat zijn bloed zuurder wordt gaat zijn ademhaling slomer en kan zelfs even stoppen. De VT is op dat moment het grootst, hij ademt heel rustig in en uit, hierdoor adem je meer lucht in per ademhaling. Probeer maar eens.