Moderne Wiskunde 12e ed deel A - Hoofdstuk 7 - Woordformules oefentoetsen & antwoorden

Als je het onderste stuk van de verticale as niet gebruikt. Je kunt dat stuk dan weglaten en in plaats daarvan een zigzaglijntje tekenen.Voorbeeld:Zonder zaagtand:Met zaagtand: a.Vul voor het aantal voldoendes 0 in.$0\times 0,50+5=$$0+5=5$Antwoord: 5 eurob. Vul voor het aantal voldoendes 3 in.$3\times 0,50+5=$$1,50+5=6,50$Antwoord: €6,50 Uitwerking Vul in de pijlenketting op de plek van ‘aantal pizza’s’ 12 in.$12\times 9,50+4=kosten$$114+4=118$ (vermenigvuldigen gaat voor plus)Antwoord: €118,-  Stap 1: Maak een pijlenketting.Stap 2: In plaats van 9,50 betalen we bij Luigi 10 euro per pizza. We schrijven dus op de plek van 9,50 in de pijlenketting 10.Stap 3: In plaats van 4 euro bezorgkosten betalen we bij Luigi 50 cent. We schrijven op de plek van 4 in de pijlenketting 0,50.Vergeet niet dat de getallen in de pijlenketting allemaal over euro’s gaan, daarom zetten we centen eerst in euro’s. (50 cent is 0,50 euro)Antwoord: Bij Mario betaalt Lars €118,- (zie a)Vul in pijlenketting van Luigi op de plek van ‘aantal pizza’s’ 12 in.$12\times 10+0,50=kosten$$120+0,50=120,50$ (vermenigvuldigen gaat voor plus)Bij Luigi betaalt Lars €120,50Antwoord: Lars hoeft het minst te betalen bij Mario.$aantal \ pizza’s \times 10+0,50=kosten$ Stap 1: Maak een aantal berekeningen bij de situatie. Als Lisa 1 kilometer loopt krijgt ze: $1\times 9+58=67$ euro.Als Lisa 3 kilometer loopt krijgt ze: $3\times 9+58=85$ euroStap 2: Schrijf de regel op in woorden.Het aantal kilometer die ze loopt keer 9 plus 58 is de opbrengst.Stap 3: Maak een pijlenketting bij de regel in woorden.Stap 4: Schrijf de bijbehorende formule op.$aantal kilometer \times 9+58=opbrengst$Antwoord: $aantal\ kilometer \times 9+58=opbrengst$ Vul op de plek van $aantal\ kilometer$ 5 in.$5 \times 9+58=$$45+58=103$Antwoord: €103,- Stap 1: Vul in beide formules voor tijd 13 in.$13\times 10+40=kWh$$130+40=170$$13\times 5+110=kWh$$65+110=175$Stap 2: Bereken het verschil.$175-170=5$ kWh.Antwoord: 5 kWh We vullen voor $ronde 3, 6$ en $9$ in in de formule.$ronde=3$$(3-1)\times 0,57+46=47,14$$ronde=6$$(6-1)\times 0,57+46=48,85$$ronde=9$$(9-1)\times 0,57+46=50,56$Antwoord: Vul de waarden uit de bovenste rij in voor aantal seconden.$0 \times 40+20=$$0+20=20$ meterDus voor het opstijgen is de helikopter op 20 meter hoogte, vul dit in in de tabel.$2 \times 40+20=$$80+20=100$ meter. Dus na 2 seconden is de helikopter op 100 meter hoogte, vul dit in in de tabel.$4 \times 40+20=$$160+20=180$ meter. $6 \times 40+20=$$240+20=260$ meter. Stap 1: Teken een assenstelsel.Bij de horizontale as zetten we aantal seconden. We nemen de getallen op de bovenste rij van de tabel gewoon over.Op de verticale as moeten we 20 en 260 zien, we kiezen daarom stapgrootte 50.Stap 2: Teken de grafiek bij de tabel.We beginnen bij het punt $(0,20)$Teken ook de andere drie punten.Teken een lijn door de punten met behulp van je geodriehoek.Antwoord:  De beginwaarde in de formule is 2100, dit is hoeveel broedparen er op het begin in het park zijn. $\red{2100}-79\times aantal\ jaren=aantal\ broedparen$Antwoord: 2100Elk jaar gaan er 79 broedparen af. $2100\red{-79}\times aantal\ jaren=aantal\ broedparen$Antwoord: 79Vul voor aantal jaren 3 in. $2100-79\times 3=$$2100-237=1863$ (let op keer gaat voor -)Antwoord: 1863 broedparen. Stap 1: Maak een tabel bij de grafiek.Lees bij elke waarde voor de tijd de bijbehorende waarde voor de inhoud af.Stap 2: De beginwaarde staat altijd onder de 0.Hier is de beginwaarde 3000.Stap 3: Per horizontale stap gaat er 500 af.Stap 4: Stel de formule op.$-500\times tijd+3000=inhoud$Antwoord: $-500\times tijd+3000=inhoud$