Nova Scheikunde MAX 3.0 deel A - Hoofdstuk 8 - Ruimtelijke bouw van moleculen oefentoetsen & antwoorden

Valentie e- = 2 * 5 = 10 e-Valentie e- = 4+ 3*6 + 2*1 = 24 e-Ethanol = C2H5OHValentie e- = 2*4 + 6*1 + 6 = 20 e-Valentie e- = 3*6 = 18 e- Tekenen van lewisstructuur SO42-6 + 4*6 = 30 30 + 2 = 32Mesomere grensstructuren Cis-1-chlorobut-1-eenTrans-1-chlorobut-1-eenCis-3-methylpent-2-eenTrans-3-methylpent-2-een Cis-2-methylcyclohexanoltrans-2-methylcyclohexanol DichloormethaanTetrachloormethaanDe binding tussen koolstof en chloor is een polaire binding.EN van C = 2,5EN van Cl = 3,1ΔEN = 0,6 dus polair Dichloormethaan is door zijn twee C-Cl bindingen een polaire stof en zal oplosbaar zijn in water. Bij tetrachloormethaan wordt de polairiteit door zijn vier polaire bindingen opgeheven en deze stof zal dus opolair zijn waardoor het niet in water oplost. Tekenen van pent-3-een-2-ol Cis-transisomerie:Er zit een starre binding (dubbele binding) in waarbij er op beide C-atomen twee verschillende groepen zitten. Er is dus sprake van cis-transisomerieSpiegelbeeldisomerie:In het molecuul zit een chiraal koolstofatoom. Dit is duidelijk te zien door de vier verschillende groepen op het tweede koolstofatoom.In totaal zijn er dus 22 = 4 spiegelbeeld isomeren mogelijk             Tekenen van lewisstructuren CO2 en H2OCO2 🡪 4 + 2*6 = 16 e-H2O 🡪 2*1 + 6 = 8 e-Omringingsgetal C in CO2 = 2. CO2 is dus een lineair molecuulOmringingsgetal van O in H2O = 4 dus vormt een hoek in het molecuulAangeven partiele lading aangeven in het molecuul. Het zuurstofatoom trekt in beide moleculen harder aan de elektronen en heeft dus een δ- lading.CO2:H2O:De negatieve partiele lading trekt de positieve partiele lading aan. Dit levert de volgende elektrostatische interactie tussen beide moleculen In oliezuur zit één dubbele binding. Er is dus cis-trans isomerie mogelijk.TransoliezuurCisoliezuurDoordat verzadigde vetten een rechte koolstofketen vormen is de afstand tussen twee vetzuren kleiner. Als deze afstand kleiner is zal de vanderwaals-binding tussen de moleculen groter zijn. Hierdoor komt het kookpunt hoger te liggen en zullen verzadigde vetzuren bij kamertemperatuur vast zijn.Ook bij transvetten is de keten (bijna) recht. Hierbij geldt ook dat de vanderwaalsbinding daarom groter is en het kookpunt hoger zal liggen.