Nova NaSk1 MAX 2021 deel B - Hoofdstuk 5 - Licht oefentoetsen & antwoorden

Voorbeelden van juiste lichtbronnen zijn: SpaarlampenKaarsenLedlampenDe zonVuur  Voorbeelden van straling die we niet met het blote oog kunnen waarnemen: Microgolven waarmee een magnetron voeding opwarmtInfrarode straling (warmte) die een radiator van de cv uitstraaltUltraviolette straling van de zon die je huid bruin kleurtRöntgenstraling van een röntgenapparaat bij de tandartsKenmerken voor straling is de manier waarop ze zich verspreidt. De straling komt uit een bron en beweegt daar in alle richtingen bij vandaan.  De spiegelwet geldt: de hoek van inval = de hoek van terugkaatsingDus als de hoek van inval bijvoorbeeld 600 is dan is de hoek van terugkaatsing ook 60o. Ultraviolette straling is een soort licht dat mensen niet kunnen zien en dat in het spectrum ligt naast violet licht. Infrarode straling is een soort licht dat mensen niet kunnen zien en dat in het spectrum naast rood licht ligt.  Ioniserende straling is straling die moleculen kapot kan maken. Een positieve (of bolle) lens is in het midden dikker dan aan de rand. Een bolle lens heeft een convergerende werking. Een negatieve (of holle) lens is in het midden dunner dan aan de rand. Een holle lens heeft een divergerende werking. Wanneer je alleen voorwerpen van dichtbij scherp kunt zien ben je bijziend en wanneer je voorwerpen alleen van veraf scherp kunt zien ben je verziend.  In afbeelding b wordt diffuse terugkaatsing weergegeven. In afbeelding a wordt spiegelende terugkaatsing weergegeven. Toelichting: diffuse terugkaatsing is te herkennen aan lichtstralen die in allerlei richtingen worden teruggekaatst.  Spiegelende terugkaatsing is te herkennen aan lichtstralen die geordend en gestructureerd worden teruggekaatst.  a. Hoek B is de hoek van inval. b. Hoek C is de hoek van terugkaatsing.  Toelichting: De stippellijn die is getekend is de normaal. De normaal is een denkbeeldige lijn die je laat achterhalen wat de hoek van inval en wat de hoek van terugkaatsing is. De hoek tussen de invallende lichtstraal en de normaal is de hoek van inval (hoek B) en de hoek tussen de teruggekaatste lichtstraal en de normaal is de hoek van terugkaatsing (hoek C). Antwoord A is het juiste antwoord. Voorwerpen kunnen nooit meer ir-straling uitzenden, dus antwoord B valt daardoor af. Een muis kan overdag nooit warmer zijn dan ’s nachts, dus antwoord C valt daardoor ook af. Een slang kan in het donker alsnog infrarood zien, dus antwoord D valt daardoor ook af. ‘s Nachts kan de muis de slang niet zien, dus antwoord A was hier het juiste antwoord. Het glasachtig lichaam is een vulling in het midden van het oog.  Hieronder worden de letters A t/m E genoteerd met daarachter het juiste begrip. NetvliesOogzenuwHoornvliesPupilIris De gebeurtenissen worden hieronder in de juiste volgorde weergegeven. Er valt licht door je ooglens.Er valt licht op je netvlies. Zintuigcellen geven een elektrisch signaal af. Oogzenuw geeft elektrisch signaal door. Hersenen ontvangen signaal.  a._Positieve lenzen zijn lenzen die in het midden dikker zijn dan aan de rand. De               volgende lenzen zijn positieve lenzen:- Lens 1 - Lens 2- Lens 6- Lens 7 - Lens 9 b. Negatieve lenzen zijn lenzen die in het midden dunner zijn dan aan de rand. De volgende lenzen zijn negatieve lenzen:  - Lens 3 - Lens 4 - Lens 5 - Lens 8 c.  Je moet een evenwijdige lichtbundel op een positieve lens laten vallen om het brandpunt te kunnen bepalen van die lens. d. Bij de lens met de kleinste brandpuntsafstand ligt het snijpunt van de twee lichtstralen van de lichtbundel het dichtst bij de lens. Dit is hier bij lens A. Bij lens B ligt het snijpunt van de twee lichtstralen op een grotere afstand dan bij lens A. Lens B heeft dan ook het grootste brandpuntsafstand Bij P en R wordt het licht niet tegengehouden door het blokje. Hierdoor zal er op deze plekken licht zijn. Het licht wordt door het blokje tegengehouden. Hierdoor komt er op plek Q geen licht en is er schaduw. Om te zien wat het effect is van zonnebrandcrème vergelijkt de onderzoekster een stuk ingesmeerde huid met een stuk niet-ingesmeerde huid. Dat doet ze steeds bij dezelfde proefpersoon, omdat je dan hetzelfde huidtype hebt en dus eerlijk kunt vergelijken.Achterwerken zijn meestal nog wit en niet al voorgebruind. Dit is wel het geval bij de ruggen of benen van personen. De hoeveelheid van het eiwit P-53 in de huid werd in het ziekenhuis gemeten. Uit het onderzoek zijn twee belangrijke conclusies gekomen:Zonnebrandcrème vermindert de kans dat het DNA in de huid beschadigd raakt en dus (waarschijnlijk) ook de kans op huidkanker.Zonnebrandcrème met een hoge beschermingsfactor beschermt beter dan crème met een lage beschermingsfactor. WaarWaarNiet waarWaarNiet waarToelichting: Hoe snel je verbrandt, hangt af van de hoeveelheid uv-straling. Die is hoger als de zon hoger staat, dus midden op de dag of in de zomer.Water en sneeuw weerkaatsen de uv-straling, dus op het water of in de sneeuw verbrand je sneller. Hieronder wordt de juiste tekening weergegeven. Naar: examen vmbo-TL 2016 -IILet bij het tekenen van het beeld en het brandpunt op de volgende punten: Vanuit punt L: een lichtstraal schuin door de lens heen naar punt B Vanuit punt L: een lichtstraal horizontaal door de lens en dwars door het snijpunt B heen. Let goed op de pijltjes na de lens. Deze geven de richting van de lichtstraal aan. De bovenste lichtstraal (constructiestraal) is bedoeld om het punt F te vinden. De onderstaande lichtstraal (constructiestraal) is bedoeld om het punt B te vinden.