Biologie voor Jou MAX (release 7.0) deel B - Thema 5 - Ecologie oefentoetsen & antwoorden

Hier is sprake van mutualisme. Beide organisme hebben er een voordeel bij. Mitochondriën zijn de energiefabrieken van de cel en de bacterie heeft een leefgebied.  Individu, 1 organisme uit een populatie Populatie, groep organisme van hetzelfde soort. Leefgemeenschap, groep organisme van verschillende soorten. Ecosysteem, alle abiotosche en biotische factoren samen in een gebied.  Water Algen en de rest van de genoemde dieren.  De populatiegrootte schommelt altijd rond een evenwicht. Voorbeeld: Wanneer er weinig konijnen zijn, bijvoorbeeld door te weinig voedsel, zullen er ook minder vossen zijn. Vossen eten graag konijnen, maar als deze er minder zijn zullen zij ook minder eten hebben. Hierdoor krijgen de vossen minder nakomelingen, ze hebben simpelweg geen eten. Uiteindelijk neemt de populatie konijnen dan weer toe, omdat er geen konijnen meer worden opgegeten door de vos. Er overleven dus meer konijnen. Dan is er weer een evenwicht.  B. De poema kan er volgens de biotische factoren namelijk wél leven. Zijn prooidieren zijn voor een groot gedeelte aanwezig op de veluwe. Volgens de tabel vallen zijn minimale en maximale leeftemperatuur perfect binnen de marge van de veluwe.  ● Antwoord C● Beide hebben ze een voordeel bij deze samenleving● De bacterie gebruikt glucose van de plant.● De plant krijgt door de bacteriën de juiste stikstofverbindingen. Grafiek 1 = biomassa. Bij het ouder worden van de bomen neemt de biomassa steeds toe. De grafiek moet dus een constante stijging vertonen. Dit zie je alleen bij grafiek 1. Bomen worden zeker ouder dan 50 jaar daarom is grafiek 2 niet het antwoord. Bomen blijven ook doorgroeien en daarom kan grafiek 3 het ook niet zijn. Enkele kenmerken zijn: Gesloten kringloop Grote diversiteit Ingewikkeld voedselwebProductie gelijk aan afbraakSuccessie verloopt langzaam Grote biomassa  Je antwoord moet de volgende elementen bevatten: Alleen het wegvangen van de brasem heeft maar een tijdelijk effect. Op lange termijn herstelt de populatie zich weer. Toevoegen van de snoek veroorzaakt daarentegen een blijvende afname van de populatie brasems, want snoek een de jonge brasems.  Leerling 1 Toelichting: Niet alle energievormen op dit trofisch niveau zijn namelijk weergegeven. Een deel van het opgenomen plantaardige voedsel wordt onverteerd uitgescheiden. Daarnaast komt ook een deel van de gevormde biomassa niet ter beschikking van het volgende niveau. Denk hierbij aan dieren die door predatoren zijn gevangen en dood zijn gegaan. Deze vorm van energie komt ter beschikking van de reducenten (E4) en deze is niet weergegeven. De hoeveelheid energie is dus meer dan de energiestromen bij elkaar optellen.  A: Geen van beide beweringen.Toelichting:Rn is een energiestroom uit het trofische niveau n.Koolstofassimiliatie en voortgezette assimilatie zijn processen binnen het trofische niveau n en worden in de afbeelding niet weergegeven als een uitgaande energiestroom.