Getal en Ruimte 13e ed/FLEX deel 1 - Hoofdstuk 2 - Getallen en bewerkingen oefentoetsen & antwoorden

Het quotiënt.Tegengestelde getallenDe getallen 6 en 17 noem je de factoren van het product. (Het product is 102.) Bij de uitwerkingen van deze opgaven is het belangrijk dat je de hele berekening stap voor stap noteert. Schrijf dus al je tussenstappen netjes onder elkaar op zoals dat hieronder ook is gedaan. En achter elke regel komt een = totdat je het antwoord hebt.En let op de rekenvolgorde!$-12--10+16 =$$-12+10+16 =$$-2+16 = 14$  $2+-11-(8--7)=$$2-11-(8+7)=$$2-11-15 = -24$$-10:5\cdot (11-9)=$$-10:5\cdot 2=$$-2\cdot 2=-4$ $(55-(8-3))\cdot 4-20=$$(55-5)\cdot 4-20=$$50\cdot 4-20= 180$$-88:(12-3\cdot4-8)-16:4-7=$$-88:(12-12-8)-16:4-7=$$-88:-8-16:4-7=$$11-4-7=0$ Eerst rekenen we uit hoeveel seconden er in 35 minuten en 45 seconden zitten.Dat is: $35\cdot60+45=$$2100+45=2145$Stoplicht A heeft dan $2145 : 55 = 39$ keer op rood gestaan.Stoplicht B heeft dan $2145: 65 = 33$ keer op rood gestaan.Tip: Laat altijd zien hoe je aan je antwoorden bent gekomen. Een derde van $\frac{15}{29}$ is:$\frac{1}{3}\cdot\frac{15}{29}=\frac{15}{87}=\frac{5}{29}$$3\frac{2}{3}-1\frac{3}{4}=$$\frac{11}{3}-\frac{7}{4}=$$\frac{44}{12}-\frac{21}{12}=\frac{23}{12}=1\frac{11}{12}$$2\frac{4}{7}\cdot\frac{4}{9}=$$\frac{18}{7}\cdot\frac{4}{9}=\frac{72}{63}=1\frac{9}{63}=1\frac{1}{7}$$1\frac{4}{7}\cdot-2\frac{1}{5}=$$\frac{11}{7}\cdot -\frac{11}{5}=-\frac{121}{35} =-3\frac{16}{35}$$1\frac{2}{5}-11\frac{3}{7}\cdot\frac{1}{5}=$$1\frac{2}{5}-\frac{80}{7}\cdot\frac{1}{5}=$$1\frac{2}{5}-\frac{80}{35}=$$\frac{7}{5}-\frac{80}{35}=$$\frac{49}{35}-\frac{80}{35}=-\frac{31}{35}$ Als we de breuken bij elkaar optellen, dan weten we hoeveel knikkers een bekende kleur hebben, dus rood, groen of blauw zijn. Het deel dat overblijft is dan gelijk aan 20.$\frac{3}{8}+\frac{1}{3}+\frac{1}{12}=$$\frac{9}{24}+\frac{8}{24}+\frac{2}{24}=\frac{19}{24}$Er blijft dus $\frac{5}{24}$ deel over, en dat is gelijk aan 20 knikkers.$\frac{1}{24}$ Deel is dan 20 : 5 = 4 knikkers.Maar hij heeft 24 keer zoveel dus 24 x 4 = 96 knikkers in totaal. $-63$ < $-62$$-3\frac{1}{4}$ > $-3,26$ (want $-3\frac{1}{4}$ = $-3,25$)$4$ = $\frac{20}{5}$ $\frac{-12 - 16}{-2 \cdot -7}=$$\frac{-28}{14}=-2$$\frac{5\cdot 3 + 7\cdot-3 } {-6 : 3}=$$\frac{15 + -21} {-2}=$$\frac{-6} {-2}= 3$$6\cdot\frac{-12}{4}-(\frac{14}{-7}+3)\cdot-2=$$6\cdot\frac{-12}{4}-(-2 + 3)\cdot-2=$$6\cdot\frac{-12}{4}-1\cdot-2=$$6\cdot-3 + 2=$$-18+2= -16$