Deze oefentoets behandelt leesvaardigheid Frans op niveau vmbo-TL klas 4.
Toets Frans
Frans Leesvaardigheid
Online maken
Toets afdrukken
Werkwijze:Begin met het scannen van de tekst. Lees de titel en bekijk de afbeelding. Je kunt hieruit het onderwerp van de tekst afleiden. Je ziet een afbeelding van kinderen in sportkleding. In de titel herken je waarschijnlijk het woord foot (voetbal). Vertaal woorden uit de titel om deze te begrijpen. De titel betekent: Voetbalgeld is een schande! We zoeken dus naar een mening die gaat over voetballers die blijven bij een club en/of veranderen van club. Woorden die handig zijn om op te zoeken om te gebruiken in je globale scan van de tekst:joueurs = spelersrester = blijvenchanger = wisselen / veranderenclub = clubVoor open vragen geldt: besteed tijd aan het lezen van de vraag. Wordt er nog iets nuttigs over de inhoud van de tekst verteld? Ja, dat het over voetballers gaat en dat één van de jongeren vindt dat voetballers voor hun eigen club moeten blijven spelen.Wat wordt er precies gevraagd? Wie de jongere met deze mening is.Hoe moet ik het precies opschrijven? Je hoeft alleen de naam van deze jongere op te schrijven.Lees de gehele tekst globaal door, totdat je het antwoord hebt gevonden.Antwoord: Clément.Toelichting: Clément heeft deze mening en bij hem zien we een aantal van deze zoektermen terugkomen. Hij heeft kritiek op spelers die « changer de club pour gagner plus » (van club veranderen om meer te verdienen) zodat ze « n’ont pas de club de coeur » (geen “thuisclub” hebben).Hij geeft ook een voorbeeld hiervan dat makkelijk te herkennen is in de tekst: « Ainsi, Ryan Giggs qui joue à Manchester United depuis 22 ans. » (Zo speelt Ryan Giggs al 22 jaar bij Manchester United).Als antwoord schrijf je alleen de naam op: Clément. Werkwijze:We zoeken naar een mening die gaat over giften aan goede doelen. Woorden die handig zijn om op te zoeken om te gebruiken in je globale scan van de tekst:bonnes causes = goede doelenassociation = stichtingdons = giften / donaties / schenkingenook kun je zoeken naar namen van goede doelen.Voor open vragen geldt: besteed tijd aan het lezen van de vraag. Wordt er nog iets nuttigs over de inhoud van de tekst verteld? Ja, dat één van de jongeren vindt dat voetballers een deel van hun inkomen zouden moeten afstaan aan goede doelen.Wat wordt er precies gevraagd? Wie de jongere met deze mening is.Hoe moet ik het precies opschrijven? Je hoeft alleen de naam van deze jongere op te schrijven.Lees de laatste alinea.Antwoord: Danaë.Toelichting: Na een snelle scan zie je dat Danaë deze mening heeft. Zij zegt: « Les footballeurs pourraient de leur propre initiative faire des dons à des associations ou financer différents projets, comme par exemple Médecins sans Frontières. » (Voetballers zouden op eigen initiatief kunnen doneren aan stichtingen of verschillende projecten kunnen financieren, zoals bijvoorbeeld Artsen zonder Grenzen).Je schrijft alleen de naam op: Danaë. Werkwijze:Scan eerst de tekst. Bekijk de titel, inleiding en afbeelding. Waar gaat deze tekst over?De tekst gaat over arme kinderen in Frankrijk. Dit zijn er meer dan een miljoen. Op de afbeelding zie je dat er kleding wordt verzameld om weg te geven.Lees de vraag en de antwoordopties. Vertaal eventueel woorden om ervoor te zorgen dat je de antwoordopties begrijpt. Bijvoorbeeld: pauvreté = armoede, signifie = betekenttant de = zoveelélévés = hoogLees daarna de eerste alinea.Er wordt gevraagd naar een “samenvatting” van de gehele eerste alinea. Kies daarom niet voor een antwoord die over een heel specifiek detail gaat, maar voor het antwoord dat het beste past bij de grote lijn / hoofdgedachte van de tekst.Antwoord: AToelichting: Antwoord A (wat armoede betekent voor Zoé) is juist. Er wordt namelijk verteld dat zij niet op dansles kan gaan (« elle aurait bien aimé faire de la danse ») en geen nieuwe broek kan kopen (« s’acheter un nouveau jean »). Dit komt doordat haar ouders niet genoeg geld hebben (« Impossible : ses parents n’ont pas assez d’argent »).Antwoord B (waarom er zoveel arme kinderen in Frankrijk zijn) is niet juist. Er wordt wel gezegd dat er veel arme kinderen zijn, maar er wordt geen reden gegeven.Antwoord C (waarom de prijzen van kleding in Frankrijk zo hoog zijn) wordt niet genoemd.Antwoord D (dat de situatie van Zoé uitzonderlijk is) is niet juist. Er wordt gezegd dat er wel meer dan een miljoen kinderen zijn die in dezelfde situatie leven (« Zoé fait partie des enfants pauvres, comme plus d’un million d’autres enfants en France »). Werkwijze:Lees de vraag en de beweringen eerst, zodat je gericht kunt zoeken in de tekst. Lees de aangegeven tekst (hier: de tweede alinea). Tip: meestal staan de beweringen in de juiste volgorde in de tekst.Check de beweringen na het lezen nogmaals grondig: kijk of er woorden in staan die de bewering fout maken. Kom je er niet uit? Kies dan het antwoord dat het beste past bij de hoofdgedachte van de tekst.Let er op dat je de antwoorden op de juiste manier noteert (hier: wel en niet).Antwoord: 1 = wel, 2 = wel, 3 = welToelichting: Alle drie de beweringen zijn juist en beantwoord je met ‘wel’. Er wordt namelijk de vraag gesteld « Quand est-ce qu’on est pauvre? » (Wanneer ben je arm?). In het antwoord op de vraag worden alle drie de stellingen genoemd.« un enfant est pauvre […] qu’il ne peut pas acheter de vêtements neuf » = een kind is arm […] als hij geen nieuwe kleren kan kopen.« qu’il n’a pas de coin dans la maison pour faire ses devoirs » = als hij geen plekje heeft in huis om zijn huiswerk te maken« qu’il ne peut pas pratiquer un sport faute d’argent » = als hij geen sport kan beoefenen wegens gebrek aan geld. Werkwijze:Lees de vraag en de antwoordopties. Vertaal eventueel woorden om ervoor te zorgen dat je de antwoordopties begrijpt. Bijvoorbeeld: pauvreté = armoedele plus souvent = het vaakstsanté = gezondheiddésastre = rampLees daarna de derde alinea.Er wordt gevraagd naar een “samenvatting” van de gehele derde alinea. Kies daarom niet voor een antwoord die over een heel specifiek detail gaat, maar voor het antwoord dat het beste past bij de grote lijn / hoofdgedachte van de tekst.Antwoord: DToelichting: Antwoord D (armoede is vaak het resultaat van meerdere problemen) is juist. Dit wordt op twee verschillende manieren gezegd in de alinea:« Il peut y avoir plusieurs difficultés » = Er kunnen meerdere moeilijkheden zijn.« […] différents problèmes peuvent causer la pauvreté » = verschillende problemen kunnen armoede veroorzaken.Antwoord A (armoede veroorzaakt het vaakst gezondheidsproblemen) wordt niet genoemd. Er wordt alleen gezegd dat het hebben van een ouders met een slechte gezondheid een van de vele oorzaken kan zijn van armoede (« Il peut y avoir plusieurs difficultés, par exemple un parents qui a une mauvaise santé ». Antwoord B (armoede veroorzaakt vaak grote familieproblemen) wordt niet genoemd.Antwoord C (armoede is het vaakst het resultaat van een grote ramp) is niet juist.Er wordt gezegd « Tu t’imagines peut-être qu’il faut une grande catastrophe pour devenir pauvre » (Je stelt je misschien dat er een grote ramp voor nodig is om arm te worden), maar: « En réalité, la pauvreté arrive plutôt à petits pas » (In werkelijkheid komt armoede eerder met kleine stapjes). Werkwijze:Voor open vragen geldt: besteed tijd aan het lezen van de vraag. Wordt er nog iets nuttigs over de inhoud van de tekst verteld? Ja, dat de Franse regering ondersteuning geeft aan gezinnen met financiële problemen en dat hier meerdere voorbeelden van worden gegeven.Wat wordt er precies gevraagd? We moeten twee van deze voorbeelden van ondersteuning opschrijven.Schrijf twee voorbeelden op (en niet meer en niet minder!) in het Nederlands. De vraag is namelijk ook gesteld in het Nederlands.Lees de vierde alinea.Antwoord: Twee van de volgende:(het aanbieden van) gratis schoolspullen(het geven van) geld voor dagelijks leven(het voorstellen van) lagere huren.Toelichting: Uit de vraag werd al duidelijk dat we op zoek moeten naar voorbeelden van ondersteuning. Het signaalwoord « Par exemple » (bijvoorbeeld) helpt ons hier enorm op weg, omdat dit het begin van de voorbeelden aankondigt.Deze voorbeelden zijn:« en offrant gratuitement les fournitures scolaires » = door gratis schoolspullen aan te bieden.« en donnant de l’argent pour la vie quotidienne » = door geld te geven voor het dagelijks leven.« en proposant des loyers moins chers » = door minder dure huren voor te stellen.Vertaal waar nodig woorden uit de tekst om je antwoorden compleet en goed te kunnen opschrijven in het Nederlands. Werkwijze:Lees de vraag en de antwoordopties. Vertaal eventueel woorden om ervoor te zorgen dat je de antwoordopties begrijpt. Bijvoorbeeld: le conseil = het adviesréfléchis = denk najuger = veroordelenl’apparence = het uiterlijkLees daarna de laatste alinea.Let op: le plus important (het belangrijkste) is niet voor niets dikgedrukt. Het kan dus best zijn dat meerdere van de antwoordopties als advies worden gegeven, maar dat je het advies uitkiest dat het beste past bij de grote lijn / hoofdgedachte van de alinea.Antwoord: CToelichting: Alle antwoordopties worden wel genoemd in de tekst: « Parles-en autour de toi, à tes parents ou dans ta classe » = Praat erover met de mensen om je heen, met je ouders of in de klas« Tu peux aussi donner aux enfants pauvres ce dont tu n’as plus besoin (jeux, livres, vêtements) » Je kunt ook spullen aan arme kinderen geven die je zelf niet nodig hebt (spelletjes, boeken, kleding).« il faut changer ton regard sur les enfants pauvres » = je moet je blik op / je mening over arme kinderen bijstellen.Waarom is antwoord C dan het beste antwoord? Dat is de zien aan de signaalwoorden « Mais surtout, […] » (Maar vooral, […]) die deze optie inleidt. Ook wordt dit punt als enige verder toegelicht: « Avant de critiquer quelqu’un, par exemple parce qu’il nest pas habillé à la dernière mode, réfléchis : est-tu sûr que ça le rend moins intéressant que les autres ? » = Voordat je iemand bekritiseert omdat hij bijvoorbeeld niet volgens de laatste mode gekleed is, denk dan na: weet je zeker dat dit hem minder interessant maakt dan anderen? Werkwijze:Begin met het scannen van de tekst. Lees de titel en de inleiding en bekijk de afbeelding. Je kunt hieruit het onderwerp van de tekst afleiden.Je ziet een foto van een vader en dochter die gekleed zijn op koude temperaturen. In de titel lees je dat het een interview is met Amelia Adams over haar avonturen. In de inleiding zie dat zij 16 jaar is en een expeditie naar de Zuidpool gaat maken met haar vader. Voor open vragen geldt: besteed tijd aan het lezen van de vraag. Wordt er nog iets nuttigs over de inhoud van de tekst verteld? Ja, dat er een onderdeel is uit de expeditie waar ze tegenop ziet.Wat wordt er precies gevraagd? Waar ze het meest tegenop ziet.Je schrijft het ding op waar ze het meest tegenop ziet (in het Nederlands).Lees de eerste alinea.Antwoord: (hele) lage/koude temperaturen / vrieskou.Toelichting: We moeten op zoek naar hetgeen waar ze het meest tegenop ziet. Dit zegt ze eigenlijk twee keer in de alinea, waarvan 1x heel duidelijk:« J’avais un peu peur, car c’était très froid » = Ik was een beetje bang, want het was heel koud.« Ce que je crains le plus, ce sont les températures glaciales » = Waar ik het meest voor vrees, zijn de ijzige temperaturen.Tip: In de vraag werd gevraagd naar waar ze het meest tegenop zag. Als je dan in de tekst « le plus » (het meest) tegenkomt, heb je waarschijnlijk het juiste antwoord gevonden. Werkwijze:Lees de vraag en de antwoordopties. Het is een gatenvraag, maar niet op signaalwoorden. Vertaal daarom eventueel de woorden die je niet kent. Bijvoorbeeld:Avoir besoin = nodig hebbenAvoir honte = zich schamenAvoir le temps = de tijd hebben Avoir l’habitude = de gewoonte hebbenHet gaat hier niet specifiek om tekstverbanden. Lees daarom net zolang totdat je een logisch antwoord gevonden hebt. Vertaal ook hier woorden die je niet kent en die je nodig hebt voor een goed begrip van de tekst.Lees de tweede alinea, minimaal 1 zin vóór en 1 zin na de open plek.Antwoord: AToelichting: We moeten het woord vinden dat het beste past in de zin “Ik had dus niet ______ om nog meer te gaan trainen”. Voor deze open plek wordt benoemd dat Amelia al een goede conditie had (« Je suis déjà en bonne condition »). Na de open plek zegt ze nog: « J’ai seulement fait quelques longues promenades dans les collines près de chez moi » (Ik heb alleen maar een paar lange wandelingen gemaakt in de heuvels dichtbij mijn huis).Antwoordoptie A (nodig hebben) past dus het best: ze had al een goede conditie, dus was het niet nodig om veel meer te gaan trainen.Er wordt niet gezegd dat:ze zich er niet voor schaamde om meer te gaan trainen (antwoord B)ze er geen tijd voor had (antwoord C)ze er geen gewoonte in had (antwoord D). Werkwijze:Lees de vraag en de antwoordopties. Vertaal eventueel woorden om ervoor te zorgen dat je de antwoordopties begrijpt. Bijvoorbeeld: accompagner = meegaan metplus tard = laterréussir mieux que = het beter doen danLees daarna de derde alinea.Antwoord: C.Toelichting: Dit is een vraag die je zorgvuldig moet lezen, want er zitten kleine details in de tekst en de antwoordopties die ervoor zorgen dat een antwoord fout is.Antwoord C (met haar vader op expeditie vertrekken) is juist. Ze heeft het over:« Ce sera génial de passer du temps ensemble » = Het zal fantastisch zijn om tijd met elkaar door te brengen.« En plus, cette expédition avec mon père va durer un mois entier ! » = Daarbij zal de expeditie met mijn vader een hele maand duren!« […] faire cette éxpedition. Je vais vraiment réaliser un rêve ! » […] deze expeditie maken. Ik ga echt een droom in werkelijkheid laten komen !Antwoord A (met haar zus meegaan naar de Noordpool) is onjuist. Ze zegt dat haar vader al eerder een keer met haar vader is meegegaan naar de Noordpool (« Ma soeur l’a déjà accompagné. C’était au pôle Nord »).Antwoord B (later avonturier worden) is onjuist. Dat weet ze namelijk nog niet (« Je ne sais pas si je serai aventuière plus tard ».Antwoord D (het beter doen dan haar vader) wordt niet genoemd. Werkwijze:Lees de vraag en de antwoordopties. Vertaal eventueel woorden om ervoor te zorgen dat je de antwoordopties begrijpt. Bijvoorbeeld: n’a pas envie = heeft geen zin in, travailler dur = hard werkenla permission = de toestemmingcontente = blijinquiète = ongerust, manquer les cours = lessen missenLees daarna de vierde alinea.Antwoord: CToelichting: Antwoord C (dat ze blij is dat ze even niet haar school hoeft) is juist. Ze zegt:« Je voulais vraiment faire une pause au lycée. Cette expédition est une chance incroyable et elle tombe au bon moment. » = Ik wilde even een pauze nemen van school. Deze expeditie is een ongelofelijke kans en kwam precies op het goede moment.Antwoord A (dat ze geen zin heeft om in de kerstvakantie te werken) wordt niet genoemd.Antwoord B (dat ze geen toestemming heeft van haar docenten om voor een tijdje van school te gaan) wordt niet genoemd.Antwoord D (dat ze zich zorgen maakt omdat ze een maand lang lessen gaat missen) wordt ook niet genoemd.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.