Talent MAX deel B - Onderdeel Lezen - oefentoetsen & antwoorden

Tekst 1: Het tekstdoel is informeren, de schrijver wil de lezer informatie geven over het duurder worden van eten en drinken door de plastic verpakking. Dit herken je ook door te kijken naar de bron: NU.nl. Dit is een digitale krant/nieuwssite en nieuwsberichten willen de lezer vaak informeren. (§4.3)Tekst 2: Het tekstdoel is amuseren, de schrijver wil je vermaken (blij maken, verwonderen) met een rijmende tekst over bloemen. En ja, mensen lezen gedichten voor hun plezier! (§4.3)Tekst 3: Het tekstdoel is activeren. Je hebt hier te maken met een advertentie/flyer. Bij deze tekst wil de schrijver je activeren om een Italiaans restaurant te bezoeken en bruschetta met 50% korting te bestellen. (§5.3)Tekst 4: Het tekstdoel is informeren. Je hebt hier te maken met een interview met prinses Laurentien. In een interview stelt iemand vragen en noteert de antwoorden vaak letterlijk.  Je herkent dit door de vragen die gesteld worden in de tekst en de antwoorden met aanhalingstekens (“). (§4.3) Je hebt hier te maken met een recept, dus een instructie hoe je iets moet koken/bereiden. Je kunt aan deze twee zaken herkennen dat het een instructie is:Als je onder het kopje "Wat moet je doen?" kijkt, dan zie je een opsomming van wat iemand moet doen. Je ziet een soort stappenplan. Dat is kenmerkend voor een instructie: stap voor stap leg je uit wat iemand moet doen en wat iemand daarvoor nodig heeft.De werkwoorden in een instructie zijn vaak geschreven als een bevel: verwarm, meng, voeg, leg, rol. Kort en krachtig wordt verteld wat je moet doen, te herkennen aan deze vorm van het werkwoord. Hij verwijst terug naar Gijs Staverman. Toelichting: In de zin ervoor wordt genoemd dat De afgeknipte paardenstaart van Gijs Staverman wordt gebracht. Je kunt daardoor begrijpen dat Gijs deze staart zelf kwam brengen.Het verwijst naar de staart. Toelichting: Uit de hele tekst blijkt dat het om de paardenstaart van Gijs Staverman gaat en dat hij radio-dj is. Gijs kwam dus de paardenstaart in een bakje brengen.Hij verwijst naar mijn vader. Toelichting: Even verderop blijkt dat Gijs Staverman iets vertelt. Dat kun je herkennen aan de aanhalingstekens (“) en de woorden zei Staverman. Staverman is dus iets aan het vertellen over zijn vader die iets vertelde. Staverman kan niet naar zichzelf verwijzen met hij. Het tekstverband tijdsvolgorde. Dit herken je door de signaalwoorden eerste, het jaartal 1987, daarna en tegenwoordig. Toelichting: Er wordt in deze tekst een korte  geschiedenis (verhaal met jaartallen) verteld van energiedrankjes. Je begint in het verleden met het eerste drankje (1987) en vervolgens wordt er verteld wat daarna kwam en wat tegenwoordig is. Deze woorden geven een tijdsvolgorde aan.  Het boek Dief van de nacht.Toelichting: Met behulp van de leesstrategie nauwkeurig lezen kun je achter het onderwerp komen. Aan de leesstrategie verkennend lezen heb je nu niet zoveel: de afbeelding ontbreekt, de titel zegt niks. Dus je moet de eerste alinea lezen en daar kom je al snel het boek en de titel tegen. Je moet zowel noemen dat het om een boek gaat als de titel noemen, want anders ben je niet volledig genoeg. Feit. Toelichting: Je kunt controleren of het boek Dief van de nacht hierover gaat, bijvoorbeeld in de boekhandel of op de achterkant van het boek. Daarom is het een feit.Mening. Toelichting: De schrijfster geeft hier haar mening over de verhaallijn, namelijk dat ze die niet goed, maar ook niet slecht vond: oké. Ze schrijft ook vond ik. Dit is vaak een signaal dat iemand zijn/haar mening geeft. In alinea 3 staat een opsommend tekstverband. Dit kun je herkennen door het signaalwoord daarnaast.Toelichting: De schrijfstijl wordt in deze alinea besproken en de schrijfster noemt twee dingen die ze daaraan leuk vindt: beeldende schrijfstijl en wisselende perspectieven. Deze twee dingen worden opgesomd en zijn te herkennen aan het signaalwoord daarnaast. Tegenstellend tekstverband. Dit kun je herkennen door het signaalwoord maar. Toelichting: Je ziet tweemaal het woordje maar staan. Dit signaalwoord geeft een tegenstelling aan, twee zaken die tegenover elkaar staan.  Het tekstdoel van tekst 8 is overtuigen.Toelichting: Je hebt hier te maken met een recensie: iemand geeft zijn/haar mening over een boek. Dus het doel is hier overtuigen. Zodra iemand je overtuigd heeft om ook het boek leuk te vinden, dan pas ga je het halen. Dat laatste is dan pas activeren. Tip: Veel leerlingen halen overtuigen en activeren door elkaar. Het verschil tussen overtuigen en activeren is dat overtuigen eigenlijk in je hersenen plaatsvindt (jouw mening) en dat activeren lichamelijk is (handeling). De deelonderwerpen: personages, schrijfstijl, verhaallijn, worldbuilding.Toelichting: Je kunt het antwoord vinden in alinea 2-5. Hier worden deelonderwerpen van het boek besproken.