Biologie voor Jou MAX (release 7.0) deel B - Thema 6 - Mens en milieu oefentoetsen & antwoorden

Middels fotosynthese maken planten glucose. Een deel van deze glucose wordt gebruikt voor dissimilatie. Gedurende dit proces wordt glucose afgebroken tot onder andere CO2, wat weer in de lucht komt. Een ander deel van glucose wordt omgezet in organische stoffen, zoals eiwitten bijvoorbeeld. Dit proces noem je voortgezette assimilatie. Stikstofbindende bacteriën of stikstofbindende bacteriën in wortelknolletjes. Nitriet (omgezet door de nitrietbacterie) Denitrificerende bacteriën (stikstof komt weer in de lucht) Nitraatbacteriën (zet nitriet om in nitraat) Nitraat (nitraat is opneembaar door planten) Soja wordt vaak geïmporteerd uit het buitenland Vaak uit Azië Door deze lange reis en de uitlaatgassen die daarbij vrijkomen is Soja niet meer goed voor het milieu.Het is echter wel belangrijk om te beseffen dat veel dieren, zoals bijvoorbeeld varkens, die wij eten ook met soja wordt gevoerd. In een stukje vlees zit dus vaak indirect veel meer soja dan in een stukje tofu bijvoorbeeld. Uiteindelijk zijn de milieu-impacten voor de vleesvervanger dus alsnog lager dan die van vlees. Methaan, koolstofdioxide, lachgas en waterdamp. Het broeikaseffect zorgt ervoor dat deze aarde op temperatuur blijft. Het is een soort deken wat de aarde warm houdt en zorgt dat er maar een bepaalde hoeveelheid zonlicht doorheen komt. Zonder dit effect zou het op de aarde zo’n 33 graden kouder zijn. Wanneer er te veel gassen zijn, een versterkt broeikaseffect, wordt er te veel warmte vastgehouden en wordt het op de aarde te warm. Grafiek 1 = biomassa. Bij het ouder worden van de bomen neemt de biomassa steeds toe. De grafiek moet dus een constante stijging vertonen. Dit zie je alleen bij grafiek 1. Bomen worden zeker ouder dan 50 jaar, daarom is grafiek 2 niet het antwoord. Bomen blijven ook doorgroeien en daarom kan grafiek 3 het ook niet zijn. Hieronder staan een aantal voorbeelden van goede antwoorden: Het aandeel van de mineralisatie is groter in de humuslaag waardoor stikstof kan uitspoelen De aan bodemmateriaal gebonden stikstof is niet opgelost en dus moeilijker op te nemen door de planten Het volume van het stikstofreservoir ‘gebonden aan bodemmateriaal’ is veel groter dan dat van aan humus gebonden stikstof Door denitrificatie ontstaat (voortdurend) een verlies van stikstof(verbindingen) in de humuslaag Gebonden aan bodemmateriaal zijn veel micro-organismen die organische N-verbindingen bevatten. Hieronder staan een aantal voorbeelden van goede antwoorden: De (voor N-fixatie benodigde) stikstofbindende bacteriën komen alleen voor in de humuslaag Knolletjesbacteriën leven in symbiose met plantenwortels en niet gebonden aan bodemmateriaal  Uit je antwoord moet blijken dat als gevolg van de verbranding van fossiele brandstoffen er meer koolstofdioxide wordt geproduceerd dan dat er verbruikt wordt. Hierdoor wordt het broeikaseffect versterkt en zo warmt de atmosfeer op. Een aantal juiste voorbeelden zijn: Ontbossing Verkeerd beheren van water (te weinig water voor planten) Uitputten van de bodem (te weinig voedingsstoffen voor planten) Overbegrazing (afname van planten die juist koolstofdioxide opnemen)