Deze oefentoets behandelt het volgende onderwerp: Leesvaardigheid.
Toets Frans
Frans Leesvaardigheid
Online maken
Toets afdrukken
Werkwijze:Begin met het scannen van de tekst. Bekijk de titel en afbeelding. Vertaal woorden uit de titel indien nodig. Vraag jezelf af: waar zou deze tekst over kunnen gaan?De tekst gaat over bewakers/suppoosten in musea die staken omdat ze teveel stress ervaren.Lees de vraag en de beweringen eerst, zodat je gericht kunt zoeken in de alinea. Lees de aangegeven tekst (hier: de hele tekst). Tip: meestal staan de beweringen in de juiste volgorde in de tekst.Check de beweringen na het lezen nogmaals grondig. Kom je er niet uit? Kies dan het antwoord dat het beste past bij de hoofdgedachte van de tekst.Let er op dat je de antwoorden op de juiste manier noteert (hier: wel en niet).Antwoord: 1 = niet, 2 = wel, 3 = wel, 4 = niet.Toelichting: Bewering 1, de lange werktijden, is niet juist. Dit komt simpelweg helemaal niet aan bod in de tekst.Bewering 2, de geluidsoverlast, is wel juist. Er wordt gezegd dat « Dans ces salles, il y a toujours du bruit » (In die zalen is er altijd lawaai).Bewering 3, het gedrag van de bezoekers, is ook juist. Er wordt gezegd dat de bezoekers bewakers beledigen (« les visiteurs nous insultent parce qu’ils ne peuvent pas prendre des photos avec flash ») en dat ze kunstwerken ‘aanvallen’ (« puis il y a les gens qui s’attaquent aux œuvres… »). Bewering 4, het saaie werk, is niet juist. Er wordt door andere mensen gedacht dat het een ontspannen baan is, maar het is juist heel stressvol (« On pourrait penser que c’est un métier réposant, mais c’est très stressant! »). Werkwijze:Scan eerst de tekst. Bekijk de titel en afbeelding. Waar gaat deze tekst over?De tekst gaat over het spel Monopoly. Het wordt het “spel van de crisis” en “spel van de eeuw” genoemd in de titel.Lees de vraag en de antwoordopties. Vertaal eventueel woorden om ervoor te zorgen dat je de antwoordopties begrijpt. Bijvoorbeeld: bouleversée = bewogen / overhoop gehaald / op z’n kopinciter = aansporen / stimulerenla réussite = het succesLees daarna het hele artikel.Er wordt gevraagd naar het doel (« but ») van de gehele tekst. Kies daarom niet voor een antwoord die over een heel specifiek detail gaat, maar voor het antwoord dat het beste past bij de grote lijn / hoofdgedachte van de tekst.Antwoord: DToelichting: Antwoord D (om de lezer te informeren over de geschiedenis en het succes van het spel Monopoly) is juist. Het is het antwoord dat het beste past in de grote lijn van de tekst. Het kan helpen om in een langere tekst als deze zelf een structuur te ontdekken:Eerst wordt het onstaan van het spel beschreven in de crisisjaren in Amerika.Dan springen we naar 75 jaar later (« 75 ans plus tard, le Monopoly est devenu le jeu le plus vendu monde ») waarin Monopoly uitgegroeid is tot het meestverkochte spel ter wereld.De internationale successen en prijzen worden benoemd.De positieve invloed op het leven van de ooit zo arme uitvinder wordt uitgelegd.Tot slot wordt over de verkoopcijfers verteld.Antwoord A (om het kapitalische karakter van het spel Monopoly te bekritiseren) is onjuist. Er wordt alleen genoemd dat dit ooit reden was voor de Cubaanse leider Fidel Castro om tegen de introductie van het spel te zijn in Cuba (« Fidel Castro s’opposait à ce qu’un divertissement aussi ouvertement capitaliste prospère dans son île ». Echter is dus nu niet meer het geval (« Fini le temps ») en is het slechts 1 specifiek voorbeeld die niet het doel van de gehele tekst karakteriseert.Antwoord B (om het bewogen leven van de uitvinder van het spel Monopoly te beschrijven) is niet per se onjuist, maar het is niet het beste antwoord op deze vraag, omdat het slechts een onderdeel van het algemene doel is. Zijn leven wordt namelijk wel beschreven, en ook wel de ommekeer die dit leven kenmerkt, maar zoals te zien is aan de samenvatting van de onderwerpen uit de tekst hierboven, kent de tekst nog veel meer onderwerpen dan alleen het levensverhaal van de uitvinder. Antwoord D sluit hier beter bij aan.Antwoord C (om mensen overal ter wereld aan te sporen het spel Monopoly te kopen) komt niet aan bod. Werkwijze:Lees de vraag en de antwoordopties. Vertaal eventueel woorden om ervoor te zorgen dat je de antwoordopties begrijpt. Bijvoorbeeld: élu = gekozen, grâce à = dankzijéclatant = overduidelijk/opzienbarend, quant aux = voor wat betreftessor = (hoge) vlucht, malgré = ondanksLees daarna nogmaals (scannend) het hele artikel.Er wordt gevraagd naar de conclusie (« but ») van de gehele tekst. Kies daarom niet voor een antwoord die over een heel specifiek detail gaat, maar voor het antwoord dat het beste past bij de grote lijn / hoofdgedachte van de tekst.Let hier ook goed op woorden in het antwoord die de antwoordoptie onjuist kunnen maken. Het moet precies goed zijn!Antwoord: BToelichting: Antwoord B (dat Monopoly een overduidelijk en stabiel succes kent wat betreft de jaarlijkse verkopen in de hele wereld) is het juiste antwoord. Er wordt gezegd:« Chaque année, quoi qu’il arrive, un demi-million d’exemplaires se vendent dans les magasins » = Elk jaar, wat er ook gebeurt, worden een half miljoen exemplaren verkocht in de winkels.Antwoord A (dat Monopoly tot spel van de eeuw is uitgeroepen dankzij zijn succes in Azië en in de Arabische wereld) is onjuist. Beide afzonderlijke onderdelen van het antwoord kloppen wel (het is wel uitgeroepen tot spel van de eeuw én het heeft wel nieuwe edities in die regio’s), maar het één wordt in de tekst niet benoemd als de oorzaak van de ander.Antwoord C (dat het momenteel een nieuwe vlucht neemt ondanks de mondiale economische crisis) is onjuist, want wordt niet genoemd. Er wordt alleen gezegd dat het spel in de jaren 30 in tijden van crisis is uitgevonden. Werkwijze:Scan eerst de tekst. Bekijk de titel en afbeelding. Waar gaat deze tekst over?De tekst gaat over de delicatesse truffel, ook wel “de zwarte diamant” genoemd.Lees de vraag en de antwoordopties. Vertaal eventueel woorden om ervoor te zorgen dat je de antwoordopties begrijpt. Bijvoorbeeld: découverte = ontdekt, roi = koningdepuis bien longtemps = al heel langon sert = men serveertLees daarna de eerste alinea.Er wordt gevraagd naar algemene idee (“wat is waar volgens …”) van de eerste alinea. Kies daarom niet voor een antwoord die over een heel specifiek detail gaat, maar voor het antwoord dat het beste past bij de grote lijn / hoofdgedachte.Antwoord: CToelichting: Antwoord C (men eet al sinds lange tijd truffels) is juist. Er worden verschillende voorbeelden gegeven:« Les anciens souverains égyptiens en mangeaient déjà » = De oude Egyptische vorsten aten het al.« Elle est signalée dans la Bible et par les auteurs latins » = De truffel kwam je al tegen in de bijbel en bij Latijnse schrijvers.« Il y a 500 ans, elle était souvent présente sur la table des rois » = Vijfhonderd jaar geleden was de truffel al vaak aanwezig op de eettafel van koningen.Antwoord A (de truffel is ontdekt door een Egyptische koning) en antwoord B (de duurste truffel wordt de zwarte diamant genoemd) worden niet genoemd.Antwoord D (truffel wordt in 20.000 Franse restaurants geserveerd) is niet juist. Er wordt gezegd dat er momenteel zo’n 20.000 truffelboeren zijn in Frankrijk. Werkwijze:Lees de vraag en de antwoordopties. Vertaal eventueel woorden om ervoor te zorgen dat je de antwoordopties begrijpt. Bijvoorbeeld: plus facile = makkelijker, dresser = dresseren/trainencontrairement = in tegenstelling totobéit = gehoorzaamt, mieux = beterLees daarna de derde alinea.Antwoord: BToelichting: Antwoord B (Omdat een hond geen truffels eet, in tegenstelling tot varkens) is juist. Er wordt gezegd dat:« Il a un défaut : il adore manger les truffes ! » = Hij [het varken] heeft één gebrek/mankement: hij is dol op het eten van truffels!Je moet een beetje zoeken om te weten op wie de « il » (hij) slaat. Eerder in de zin vind je « Ce dernier » (Deze laatste). Dit verwijst weer naar de zin vlak daarvoor, waarin « un cochon » (een varken) werd genoemd. Je moet dus nauwkeurig lezen om te zien waar naar verwezen wordt.Antwoord A (Omdat een hond makkelijker te trainen/dresseren is dan een varken) is onjuist.Er wordt juist genoemd dat een varken helemaal niet getraind hoeft te worden: « Ce dernier n’a pas besoin d’être dressé », wat dus eigenlijk een voordeel is.Antwoord C (Omdat een hond de truffelboer beter gehoorzaamt dan een varken) en antwoord D (Omdat een hond de truffels sneller vindt dan een varken) worden niet genoemd en zijn dus onjuist. Werkwijze:Lees de vraag en de beweringen eerst, zodat je gericht kunt zoeken in de alinea. Lees de aangegeven tekst (hier: de vierde alinea). Tip: meestal staan de beweringen in de juiste volgorde in de tekst.Check de beweringen na het lezen nogmaals grondig. Kom je er niet uit? Kies dan het antwoord dat het beste past bij de hoofdgedachte van de tekst.Let er op dat je de antwoorden op de juiste manier noteert (hier: wel en niet).Antwoord: 1 = wel, 2 = niet, 3= niet.Toelichting: Bewering 1 is juist. Dit wordt letterlijk zo uitgelegd in de tekst:« Les truffes sont reliées aux racines du chêne par des fils minces qu’il ne faut pas abîmer. Cela mettrait les prochaines récoltes en danger. » = De truffels zijn verbonden aan de wortels van de eik door dunne draadjes die je niet moet beschadigen. Dat brengt de volgende oogst in gevaar. Bewering 2 is onjuist. De hond vindt wel de locatie van de truffels, maar het is de truffelboer die ze uit de grond haalt. « Une fois l’emplacement du diamant noir repéré par le chien, le trufficulteur creuse délicatement, et déterre le champignon avec beaucoup de soin» = Als de locatie van de zwarte diamant opgezocht is door de hond, graaft de truffelboer voorzichtig in de grond en graaft hij de champignon met veel zorg op.Tip : « trufficulteur » (truffelboer) is niet een woord dat je in elk woordenboek kunt vinden. Probeer dan afzonderlijke delen van het woord te vertalen zodat je alsnog de betekenis kunt achterhalen. Hier slaat « truffi » natuurlijk op truffel. « Culteur » vind je ook terug in agriculteur (boer) en cultiver betekent verbouwen of kweken.Bewering 3 is onjuist. De oogst is nu lager dan 100 jaar geleden (« La production est moindre aujourd’hui qu’il y a un siècle »). Een reden wordt niet genoemd. Werkwijze:Als het goed is, herken je meteen dat het hier om een vraag gaat met signaalwoorden. Is dit niet het geval? Zorg dan dat je de belangrijkste signaalwoorden uit je hoofd kent. Dit scheelt veel opzoektijd tijdens de toets.Lees de vraag en zorg ervoor dat je alle antwoordopties begrijpt (vertaal indien nodig). Signaalwoorden geven verbanden aan tussen verschillende tekstdelen. Bedenk dus voor alle 4 antwoorden alvast welke verbanden ze zouden kunnen aangeven (voorbeeld, tegenstelling, opsomming etc.).Lees tot het gat + 1 zin verder.Bepaal het verband tussen de tekst voor en na het gat en kies het bijbehorende signaalwoord.Antwoord: DToelichting: Vertaal de antwoordopties en bedenk het bijbehorende tekstverband: Car (want) = redenMais (maar) = tegenstelling Même (zelfs) = uitbreiding, opsommingPar exemple (bijvoorbeeld) = voorbeeldIn de zin voor het gat wordt verteld dat « Pourquoi est-ce qu’on aime tant les truffes? Parce qu’elles sont très parfumées. » = Waarom houdt men zo van truffels? Omdat ze een hele sterke geur hebben.Na het gat wordt verteld dat « […] sur une omelette ou une salade, elles apportent un goût fort et original » = op een omelet of een salade geven ze een sterke en originele smaak.Het tekstverband dat we zoeken is een voorbeeld (truffel zorgt voor een sterke geur en smaak, bijvoorbeeld op een omelet of salade). Antwoord D is dus het juiste antwoord.Antwoord C (“Zelf op een omelet of salade…”) zou niet per definitie fout zijn, maar uit deze tekst kun je niet halen dat het extra moeilijk is om smaak toe te voegen aan een omelet of salade. Antwoord D is dan beter. Werkwijze:Begin met het scannen van de tekst. Lees de titel en bekijk de afbeelding. Je kunt hieruit het onderwerp van de tekst afleiden.Je ziet een afbeelding van hand volgeschreven met spiekwoorden. De titel betekent: spieken/valsspelen op het eindexamen zal straks niet meer kunnen!Voor open vragen geldt: besteed tijd aan het lezen van de vraag. Wordt er nog iets nuttigs over de inhoud van de tekst verteld? Ja, dat er een examenmodus is op de rekenmachine die het leerlingen onmogelijk maakt om te frauderen.Wat wordt er precies gevraagd? Op welke twee manieren de rekenmachine dit doet.Hoe moet ik het precies opschrijven? Je moet deze twee manieren kort en bondig opschrijven in het Nederlands (de vraag is namelijk ook in het Nederlands gesteld).Lees de gehele tekst globaal door, totdat je het antwoord hebt gevonden.Antwoord: - Leerlingen kunnen niet meer bij / hebben geen toegang meer tot het interne geheugen van het apparaat.- De examenmodus blokkeert ook de verbinding met wifi en bluetooth (waardoor leerlingen geen gegevens meer binnen kunnen halen).Toelichting: In de vraag wordt de ‘mode examen’ letterlijk geciteerd. Om snel bij het antwoord te komen zoek je deze term op in de tekst en zoek je daar in de buurt naar de antwoorden. Omdat je op zoek moet naar twee manieren, ben je op zoek naar een opsomming. Vaak worden deze duidelijk gemaakt door middel van een signaalwoord.Dat is het geval: tussen de twee manieren staat « également » (ook).We hebben de twee manieren gelokaliseerd door slim te zoeken. Nu alleen nog zorgvuldig lezen: « Une fois ce mode activé, il devient impossible d’accéder à la mémoire interne de l’appareil. » = Als deze modus eenmaal geactiveerd is, wordt het onmogelijk om bij het interne geheugen van het apparaat te komen.« Le « mode examen » bloque également la transmission de données à distance par wifi et Bluetooth. » = De examenmodus blokkeert ook de overdracht van gegevens op afstand door wifi en bluetooth.Schrijf de antwoorden in je eigen woorden kort en bondig op. Werkwijze:Als het goed is, herken je ook hier meteen dat het gaat om een vraag met signaalwoorden. Lees de vraag en zorg ervoor dat je alle antwoordopties begrijpt (vertaal indien nodig). Signaalwoorden geven verbanden aan tussen verschillende tekstdelen. Bedenk dus voor alle 4 antwoorden alvast welke verbanden ze zouden kunnen aangeven (voorbeeld, tegenstelling, opsomming etc.).Lees tot het gat + 1 zin verder.Bepaal het verband tussen de tekst voor en na het gat en kies het bijbehorende signaalwoord.Antwoord: AToelichting: Vertaal de antwoordopties en bedenk het bijbehorende tekstverband: En effet (inderdaad) = conclusieEnsuite (bovendien of vervolgens) = opsomming of verandering in de tijd Même (zelfs) = uitbreiding, opsommingNéanmoins (desalniettemin) = tegenstellingIn de zin voor het gat wordt verteld dat « Cette note du ministère met un terme au flou juridique qui existait jusqu’alors » = Deze nota van het ministerie maakt een einde aan de rechtsonzekerheid die tot nu toe bestond.Na het gat wordt verteld dat « […] la circulaire de 1999 […] n’interdisait pas explicitement au candidat de consulter pendant l’examen des formules enregistrées » = De rondzendbrief van 1999 […] verbood leerlingen niet expliciet om vooraf opgeslagen formules te raadplegen tijden shet examen.De zin na de open plek bevestigt hetgeen wat er in de zin voor het gat wordt benoemd. “Inderdaad” past daarom het beste op de open plek. Je kiest dus voor antwoord A, « En effet ».
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.