Chemie Overal 8e ed/FLEX - Hoofdstuk 6 - Indeling van stoffen oefentoetsen & antwoorden

Nee, moleculaire stof (moleculaire stoffen geleiden geen stroom)Ja, zout (in vloeibare of opgeloste fase geleid zout stroom)Nee, moleculaire stof (moleculaire stoffen geleiden geen stroom)Ja, metaal (metalen geleiden altijd stroom in vaste en vloeibare fase)Ja, zout (in vloeibare of opgeloste fase geleid zout stroom) Houden van water, oftewel goed oplosbaar in water. Vetdeeltje (geel) in water (blauw) met hydrofiele kop in het water en hydrofobe staart in het vet. LegeringMetalen glimmen in zuivere toestand. Ze geleiden stroom. Ze zijn buigzaam. Ze mengen onderling in vloeibare toestand.Tin is geel en lood is blauw.De lagen atomen schuiven niet makkelijk langs elkaar in vergelijking met een zuiver metaal, waardoor de buigzaamheid veel minder wordt.Het is een mengsel van metalen. Metalen geleiden altijd stroom. Koolstof heeft een covalentie van 4, stikstof 3, zuurstof 2 en waterstof 1.C8H10N4O2Nee, want het is een moleculaire stof. Dit wil zeggen dat het alleen uit niet-metalen bestaat. En dit geleidt geen stroom. In water is de stof als ionen gesplitst. Dit is een eigenschap van een zout. Ca2+ (aq) + CO32- (aq)→ CaCO3 (s)Zwart = C, rood = O, groen = CaBron: https://alpha.indicwiki.in Kalk lost slecht op in water. Kalk is wit van kleur. Kalk heeft een hoog smelt- en kookpunt.Het samengestelde ion is veel groter. Hierdoor is het ionrooster niet mooi kubusvormig. Hierdoor is het breekbaarder. Als bescherming zodat het bijvoorbeeld niet gaat roesten.Sn (s) + 2 Cl2 (g) → SnCl4 (s)Tin is edeler, omdat het minder snel reageert met andere stoffen dan ijzer.1000 kg blik waarvan 1% tin is = 10 kg tin.Tin en chloor reageren in de massaverhouding 1,00 : 1,191,19 * 10 = 12 kg chloor. OxiderenEen stoltraject, want het is een mengsel.750 * 0,18 = 135 gram chroom.In de vloeibare fase.Zuurstof Een metaal geleidt in gesmolten toestand de stroom ook. Kijken of de stof in vaste fase ook stroom geleidt. Een zout geleidt geen stroom in vaste toestand, een metaal wel. NaBr is een zout. Bij de vorming uit de elementen Na (metaal) en Br2 (niet-metaal) heeft ieder Na atoom één elektron aan een Br-atoom overgedragen. Bij de vorming van HBr (beide niet-metalen) hebben beide atomen ieder een elektron voor de binding geleverd. Er ontstaat zo een gemeenschappelijk of bindend elektronenpaar Door deze verschillen, verschillen ze duidelijk in eigenschappen in de vaste fase. Bij zouten komt ionbinding voor en bij moleculaire stoffen komt atoombinding voor. Zouten hebben hoge smeltpunten, omdat de ionbinding een sterke binding is en zich uitstrekt over alle ionen in het kristalrooster. Tussen de moleculen van een moleculaire stof is vanderwaalsbinding aanwezig. Dit is een zwakke binding. Het kost minder energie die te verbreken in vergelijking met de ionbinding. Daarom is het smeltpunt van moleculaire stoffen laag in vergelijking met zouten.Bij zouten is in gesmolten toestand en als oplossing stroomgeleiding mogelijk. De ionen kunnen in vloeibare/ opgeloste toestand vrij bewegen. De positieve ionen zullen naar de negatieve pool bewegen en de positieve naar de negatieve pool. Hierdoor ontstaat een gesloten stroomkring. In vaste toestand is geen stroomgeleiding in een zout mogelijk, omdat de ionen niet kunnen bewegen. Bij gesmolten moleculaire stoffen zijn geen geladen deeltjes aanwezig; stroomgeleiding is dus onmogelijk. Koper wordt veel gebruikt in elektriciteitsdraden omdat het buigzaam is en de stroom goed geleidt. (6.1)Goud geleidt de stroom nog beter. Waarom wordt goud niet gebruikt in elektriciteitsdraden?Aluminium is veel minder buigzaam en geleidt de stroom lang niet zo goed als koper. Toch wordt het toegepast voor hoogspanningsleidingen. Leg uit waarom. Trichlooretheen heeft een molecuulmassa van 131 u.Isobutaan  heeft een molecuulmassa van 58 u.Hexaan heeft een molecuulmassa van 86 u.Het laagste kookpunt is isobutaan, daarna hexaan en de hoogste is trichlooretheen. Hoe hoger de molecuulmassa, hoe sterker de vanderwaalsbindingen, waardoor het kookpunt hoger wordt.Hexaan = C6H14 Isobutaan = C4H10 Trichlooretheen = C2HCl3 Verschillende antwoorden zijn goed. Van boven naar onderen zijn dit de structuurformules bij de behorende stoffen. 1- penteen: 2-penteen: 2-methyl-1-buteen: 2-methyl-2-buteen (isopenteen): 3-methyl-1-buteen: cyclopentaan: (tussen O en H mag ook een binding streep staan)