Seneca MAW 2e ed
- Hoofdstuk 3 - De samenleving en bindingen
oefentoetsen & antwoorden
2e editie
Klas 4-5-6|Vwo
Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: de vijf fasen van groepsvorming, sociale cohesie, sociale instituties, micro-, meso- en macroniveau, de cultuurdimensies van Hofstede, institutionalisering, instituties.
Toets MAW
Seneca MAW 2e ed
Online maken
Toets afdrukken
Drie antwoorden op de vraag hoe een samenleving bijeen wordt gehouden, die door sociologen worden onderscheiden, zijn: gedeelde waarden en normen, wederzijdse afhankelijkheid, dwang. Kleine machtsafstand <> Grote machtsafstandIndividualistisch <> CollectivistischMasculien <> FeminienZwakke onzekerheidsvermijding <> Sterke onzekerheidsvermijdingLange termijngerichtheid <> Korte termijngerichtheidHedonisme <> Soberheid Hier past de term sociale instituties het best. Hier past de term institutionalisering het best. Microniveau. Er wordt hier een vergelijking tussen het gedrag van verschillende families gemaakt. Onderzoek naar het gedrag van individuen, families of gezinnen is onderzoek op microniveau.Macroniveau. Er wordt onderzoek gedaan naar een trend in de maatschappij (het hoogste niveau). Mesoniveau. Hier wordt geen onderzoek gedaan naar het individu, maar naar een groter verband (een bedrijf). Het onderzoek gaat echter ook weer niet over de hele samenleving. Het lijkt erop dat Zweden een redelijk feminiene samenleving heeft, waarbij de genderrollen elkaar kunnen overlappen: het zorgen voor de kinderen is niet alleen de rol van de vrouw, maar ook die van de man. Het lijkt erop dat dit een land (of universiteit) is met een relatief grote machtsafstand. Er is waarschijnlijk veel respect voor de hoogleraar, maar ook een beetje angst. In landen waar de machtsafstand kleiner is gaan studenten vaker in gesprek (of zelfs discussie) met de hoogleraar: er is meer gelijkheid tussen studenten en hoogleraren. Het lijkt erop dat er in Nederland sprake is van een gemiddelde onzekerheidsvermijding. Aan de ene kant is het protest toegestaan (zelfs twee naast elkaar), ondanks dat daarmee het risico wordt gelopen dat protesten uit de hand lopen. Aan de andere kant is er wel politie bij om te voorkomen dat het echt helemaal uit de hand loopt, er zit dus wel een element van onzekerheidsvermijding in.In deze klas zijn er sommige leerlingen die een meer hedonistische leefstijl hebben (ze geven veel geld uit, leven volgens het principe ‘pluk de dag’), terwijl anderen een meer sobere levensstijl hebben (ze vinden het belangrijk om hard te werken en te sparen). Een kostwinnersgezin is een gezin waarin de vader het geld verdiende en de moeder voor de kinderen zorgde. In de periode voor de jaren 60 was dit een heel gebruikelijke vorm. Er kan van dit type gezin worden gezegd dat het een institutie is omdat het binnen dit gezin voor iedereen duidelijk is wat zijn of haar rol is. Ten tijde van de verzuiling was de Nederlandse samenleving ingedeeld in verschillende religieuze/levensbeschouwelijke en sociaal-economische groepen. Mensen gingen bijvoorbeeld naar de sportclub die bij hun geloof hoorde (bijvoorbeeld katholiek of protestants). Op deze manier werd dus ook het gedrag van mensen gereguleerd: verzuiling is dus een institutie. Werkwijze:Je kan je antwoord beargumenteren door uit te leggen waarom de relevante elementen van de betreffende fasen van samenwerking wel of niet aanwezig zijn in het artikel. In het antwoord zijn de relevante elementen van de integratiefase en de conflictfase benoemd en voor de duidelijkheid in cursief weergegeven. Antwoord: In het artikel bevindt de formatie zich waarschijnlijk in de integratiefase. Er lijkt een evenwicht tot stand te zijn gekomen tussen de opvattingen van de verschillende partijen, op basis waarvan de partijen bereid zijn om verder te werken aan het vormen van een regering. De PVV heeft concessies gedaan op het gebied van de rechtsstaat om de NSC tevreden te stellen, waardoor er een goede basis/evenwicht is ontstaan op basis waarvan het proces van groepsvorming verder kan gaan. Uit het artikel blijkt dat de formatie hiervoor nog in de conflictfase zat. NSC-leider Pieter Omtzigt had namelijk principiële bezwaren tegen samenwerking met de PVV vanwege meningsverschillen over de rechtsstaat en financiën. Er waren hierover verschillende opvattingen. Het was nog onduidelijk hoe met deze tegenstellingen moest worden omgegaan, en de groep (de formerende partijen) was bijna uit elkaar gevallen. Sociale cohesie gaat over het gevoel om onderdeel te zijn van een groep of gemeenschap, dat je verantwoordelijkheid voor elkaar voelt en dat je een beroep op elkaar kan doen. De sollicitanten met een migratieachtergrond die een heel kleine kans hebben om te worden uitgenodigd voor een gesprek, zullen niet het gevoel hebben dat ze volwaardig lid zijn van de gemeenschap (de samenleving in de regio Den Haag). Het hebben van een baan (en worden uitgenodigd voor sollicitatiegesprekken) is een belangrijke manier om deel te nemen aan een maatschappij. Als je weinig kans hebt op een baan, dan heb je niet het gevoel dat je er echt bij hoort. Werkwijze:Zorg dat je bij de beantwoording van elke deelvraag duidelijk laat blijken dat je het gevraagde begrip goed begrijpt (noem alle relevante elementen). Je hoeft de begrippen niet apart (los van de beantwoording van de vraag) uit te leggen, maar dit mag wel. In het antwoord zijn de relevante elementen van de drie antwoorden benoemd en voor de duidelijkheid in cursief weergegeven. Antwoord: Uitspraak 1: Het gaat hier om dwang. De overheid gebruikt haar macht om de werkgevers te dwingen om zich op een bepaalde manier te gedragen. Het kan bijdragen aan een oplossing, omdat werkgevers de migratieachtergrond van de sollicitanten nu niet meer bij hun beslissing kunnen betrekken om een sollicitant wel of niet uit te nodigen. Het gaat bij de beslissing alleen nog om geschiktheid/vaardigheden/ervaring en stereotypen en vooroordelen spelen geen rol meer.Uitspraak 2: Het gaat hier om gedeelde waarden en normen. Het kan bijdragen aan een oplossing, want als werkgevers inzien dat er ook overeenkomsten zijn tussen hen en de sollicitanten, kan dit zorgen voor saamhorigheidsbesef. Wellicht ervaren de werknemers dan minder sociale en culturele afstand tot de sollicitanten met een migratieachtergrond, en vergroot dit de kans dat ze hen zullen uitnodigen voor een gesprek. Wellicht denken de werkgevers dat de sollicitanten niet zijn geïntegreerd/op afstand staan van de maatschappij, of denken ze dat de sollicitanten niet voldoende productief zullen zijn. De werkgevers vermoeden een gebrek aan gedeelde waarden en normen, terwijl dit misschien helemaal niet waar is. Uitspraak 3: Het gaat hier om wederzijdse afhankelijkheid. In een krappe arbeidsmarkt is de wederzijdse afhankelijkheid tussen werkgevers en werkzoekenden groter: de (schaarse) werknemers zijn immers hard nodig om het bedrijf draaiende te kunnen houden. Er is een kans dat wanneer ten tijde van het onderzoek een tekort aan werknemers was geweest, het gevoel van binding tussen werkgevers en werknemers hoger zou zijn en de discriminatie minder zou zijn. Als mensen onderling afhankelijk zijn van elkaar, dan zullen ze meer binding voelen, en meer geneigd zijn tot samenwerken. In het onderstaande antwoord zijn de relevante elementen van de kenmerken van sociale instituties benoemd en voor de duidelijkheid in cursief weergegeven. Dit is een sociale institutie (in Nederland), want het belang van op tijd komen is een kenmerk van de Nederlandse maatschappij dat bestaat buiten het individu om, bovendien wordt het wel of niet volgen van de sociale institutie ook gesanctioneerd (beloond of bestraft). Als je op tijd komt dan zijn mensen daar blij mee, en als je te laat komt dan keuren mensen dat af en krijg je dat wellicht te horen.Dit is een sociale institutie (ten tijde van de jaren 70 en 80), want het gebruik om kerstbomen op straat te verbranden was vrij stabiel (het heeft immers langere tijd bestaan). Het is niet erg dat het nu niet meer gebeurt, sociale instituties zijn namelijk veranderlijk door de tijd heen. Dit is een sociale institutie (in het Midden-Oosten), want het wel of niet volgen van de sociale institutie wordt gesanctioneerd (beloond of bestraft): als je je schoenen uitdoet dan zijn mensen daar blij mee, en als je dat niet doet dan keuren mensen dat af en krijg je dat wellicht te horen.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.