TrabiTour ed. 2.2 FLEX - Kapitel 4 - Beziehungsgeschichten oefentoetsen & antwoorden

stap voor stap, langzamerhandde gedachtebeslist, terdegede bevestigingde voorkeur geven aanbewaard blijvengepastsucces hebbenervarenvaakoplossenuitwerken, opstellende behoeftemet betrekking tot die Beziehungdie Voraussetzungherunterladenjemandem zuhörenjemanden hängen lassenhinter meinem Rückeneifersüchtigdie Gegenwartsich verhaltenOsternauf der Suche nachin meiner Lagevertrauenswürdignachtragendernst, ernsthaft De hoofdregel voor het vormen van de vergrotende trap in het Duits is: +er Voorbeeld: klein → kleinerUmlaut: bijvoeglijke naamwoorden met 1 lettergreep en een a, o, u in de stam, krijgen een UmlautVoorbeeld: groß → größerUitzondering: bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op -er of -el met daarvoor een tweeklank (au of eu), vervalt de -e uit de stamVoorbeeld: teuer → teurer sauer → saurerDe hoofdregel voor het vormen van de overtreffende trap in het Duits is: am + (e)stenVoorbeeld: am kleinstenExtra e: De extra -e wordt gebruikt bij bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een s-klank Voorbeeld: süß → am süßestenUmlaut: bijvoeglijke naamwoorden met 1 lettergreep en een a, o, u in de stam krijgen een UmlautVoorbeeld: am größtenAanvullende uitzonderingen: bijvoeglijke naamwoorden waarvan de vergrotende en overtreffende trap geheel andere vormen hebben in het Nederlands, hebben dit in het Duits ook. Denk bijvoorbeeld aan: goed - beter - het bestVoorbeeld: gut - besser - am besten Als in een bijzin twee werkwoorden staan, komt in Duitse zinnen het modale of hulpwerkwoord na het andere hele werkwoord (infinitief).Voorbeeld:Ik hoop dat je morgen kunt komen (in het Nederlands eerst het modale werkwoord)Ich hoffe, dass du morgen kommen kannst (in het Duits eerst de infinitief, dan het modale werkwoord) Een voegwoord (zoals de naam al zegt), verbindt verschillende zinnen of woorden met elkaar. Het geeft dus een verband aan. Voorbeeld voegwoord “dass”:Ich weiß, dass du heute keine Zeit hast.Een betrekkelijk voornaamwoord slaat terug (heeft betrekking op) een eerder genoemd zelfstandig naamwoord. Voorbeeld betrekkelijk voornaamwoord “das”:Das Buch, das ich letzte Woche gelesen habe, war langweilig. (Het boek, dat ik vorige week heb gelezen, was saai.)In bovenstaande zin slaat de onderstreepte “das” op “das Buch”.In het Nederlands doen wij het op dezelfde manier, alleen maakt het niet zoveel uit, omdat “dat” in beide gevallen gelijk wordt geschreven. neueram schnellstenhöherdit is een uitzondering, de ‘c’ komt te vervallen. Daarnaast is dit een bijvoeglijk naamwoord met 1 lettergreep, waardoor er een Umlaut op de o wordt gezet.am stärkstendit is een bijvoeglijk naamwoord met 1 lettergreep, waardoor er een Umlaut op de a wordt gezet.besserdit is een uitzondering, zoals in het Nederlands. De gehele vorm verandert. Werkwijze:Bij de voegwoorden uit deze oefening gaan de werkwoorden in de bijzin naar achteren in de zin. Dat gaat zoals in het Nederlands.Anders dan in het Nederlands gaan eventuele hulpwerkwoorden en modale werkwoorden helemaal naar achteren in de bijzin.Es war so kalt, dass wir zu Hause geblieben sind. Sie hat die Prüfung bestanden, obwohl sie nicht viel gelernt hat. Er versteht die Gegenwart nicht, weil er die Vergangenheit nicht kennt. Die Schüler verhalten sich gut, nachdem der Lehrer sie gewarnt hat. Ich muss Hausaufgaben machen, bevor wir dann Fußball spielen können. Ich bin damit einverstanden, wenn du morgen kommen kannst. Es ist schön, dass wir einander wieder treffen. Er war noch jung, als wir in die Realschule gingen.   Werkwijze:Gebruik de theorie die je tijdens dit hoofdstuk geleerd heb.Kijk heel goed naar de context. Dit is bepalend voor de keuze van het juiste voegwoord. Zum Geburtstag hat sie nicht ihren engsten Freunde eingeladen, sondern ihre fernen Verwandten aus der Schweiz.Er is sprake van een duidelijke tegenstelling.nicht wordt gebruikt.Wann wir uns darauf einigen können, das wissen wir im Moment noch nicht.Er is sprake van een onduidelijk tijdstip Warum habt ihr denn Karl hängen lassen?Er wordt geen tijdstip gegeven.Also, ich wende mich von der traurigen Sache ab. Erst dann kommt die Freude ins Spiel.Je kunt hier dann vervangen door ‘’op dat moment’’.Sie können jenes komplizierte Problem aus der Welt schaffen, wenn Ihr Mann Ihnen aus der Patsche hilft.Er is sprake van een voorwaarde (indien).Seine eifersüchtige Freundin weiß nicht, ob sie ihn heiraten wird.Geen keuze; in de zin wordt niet gesproken over een keuze uit twee zaken.Betekenis is hier: of.Gedanken austauschen oder sich streiten? Natürlich soll man immer jemandem zuhören!Hier is keuze uit twee mogelijkheden.Josch empfindet gerade, dass sein unangenehmer Chef ihn wieder mal belogen hat. Hier wordt een hoofdzin met een bijzin verbonden.