Gold Experience A2 - Hoofdstuk 7 - Team spirit (Grammar: Ability and Possibility: can/could & Obligation: have to/had to) oefentoetsen & antwoorden

FluitenScheidsrechterCompetitieStrandvolleybalTrainer/CoachSurfenVrijTrucjes equipmentHorse ridingTidy upLoseMedalWetsuitCycling HockeyRefereeingFamous Practice Borrow Sports journalismHelmet She can join us whenever she likes. - ability/possibilityJames could win a gold medal next year. - ability/possibilityI had to stay longer to finish my project. - obligationMy parents can afford an extra car. - ability/possibilityWe have to use a different recipe. - obligationShe couldn’t make it here in time. - ability/possibilityToelichting:Voor het omschrijven van ability/possibility (mogelijkheid) of obligation (verplichting) gebruik je in het Engels hulpwerkwoord (modals). Deze combineer je met een heel werkwoord om te laten zien dat iets (niet) kan, of (niet) moet. Kijk maar eens hieronder:Met can en could geeft je aan dat iets kan/mogelijk is:I can buy a car. → Ik kan een auto kopen, ik heb genoeg geld.She could afford a new house. → Ze zou een nieuw huis kunnen betalen, daar heeft ze de middelen voor.James cannot/can’t make it in time. → James kan niet op tijd zijn, hij gaat het niet halen.My parents couldn’t find their keys. → Mijn ouders konden hun sleutels niet vinden, dat is ze niet gelukt.Let op: can is tegenwoordige tijd, could is verleden tijd.Met have to en had to geef je aan dat iets (niet) moet:She has to start over. → Ze moet opnieuw beginnen.I had to collect my medication. → Ik moest mijn medicijnen ophalen, ik had ze echt nodig.Jamie doesn’t have to get a new bag. → Jamie hoeft geen nieuwe tas te gaan halen, deze is nog prima.Francis didn’t have to stay longer in the end. → Francis hoefde uiteindelijk niet langer te blijven, ze mocht toch gaan.Let op! have to is tegenwoordige tijd, had to is verleden tijd. Ook verandert have to van vorm op basis van het onderwerp en gedraagt zich daarin hetzelfde als het werkwoord ‘to have’ normaal doet. Dit is dus anders dan bij de meeste modals, die altijd hetzelfde blijven. Kijk maar naar can en could! Couldn’tCanCan’tCouldCanCan’tCouldn’tCould Have toDidn’t have toHas toHad toDoesn’t have toDon’t have toHad toHas to Yes, I can.No, she could not/couldn’t.Yes, you could.No, he cannot/can’t.Yes, he can.No, they could not/couldn’t. Voorbeeldantwoord:Every morning, I wake up and have breakfast with my family. After that, I usually go for a walk in the park near my house. It's my favourite hobby because I love being surrounded by nature.In the afternoon, I meet my best friend, Sarah, at the library. We study together and sometimes borrow books to read. Sarah is very important to me, and I enjoy spending time with her.For dinner, my mom makes spaghetti, my favourite food. I always help her prepare it because it's fun to cook together. After dinner, I relax in my room and listen to music.Before bed, I always use my favourite mug to drink a cup of warm milk. It helps me sleep better. Then, I read a book until I feel sleepy.Overall, my day is filled with simple joys like spending time with family and friends, enjoying good food, and relaxing with my hobbies.Bovenstaande uitwerking geeft je een goed voorbeeld van de manier waarop je een blogpost zou kunnen aanpakken. Houd er rekening mee, dat meerdere antwoordmogelijkheden goed zijn. Tips:Kijk goed na of je voldoende woorden hebt gebruikt.Vraag een beoordelingsformulier van je docent zodat je een goed beeld hebt van hoe de schrijfopdracht wordt beoordeeld.Het is lastig om je eigen tekst na te kijken. Vraag daarom aan je (bijles-)docent of die je brief voor je wil nakijken.Let op: schrijf I (ik) altijd met een hoofdletter; hetzelfde geldt voor maanden van het jaar en dagen van de week, maar niet voor seizoenenLet goed op het volgende in de voorbeeldpost:Het omvat alle punten van de opdracht ( en hou je strikt aan de opdracht)Het gebruik van ‘contractions’: it’s, I’m , I’ve, can’t, you’ll enz.Het gebruik van spreektaalEen lichte, vriendelijke toonCorrecte lay-out en heldere alinea’s CToelichting: In de vraag over de grootste uitdaging geeft de student aan dat thuis niet afgeleid raken soms lastig was (It’s easy to get distracted when you’re at home…).A Toelichting: Op het eind geeft de student aan dat hij de flexibiliteit wel gaat missen (I’ll miss the flexibility of online learning), dat zag hij dus wel als een voordeel.AToelichting: In het laatste antwoord van de student geeft hij aan ‘excited’ te zijn om zijn ‘friends and teachers’, vrienden en leraren weer te zien.Bad internet connections/internet connections ‘acting up,’ and video software crashing.Toelichting: In het antwoord op de vraag ‘Did you face any technical difficulties?’ noemt de student deze twee voorbeelden.