Vivo deel A+B - Hoofdstuk 3 - Bewegen oefentoetsen & antwoorden

Gewrichten. Antagonisten zijn spieren die samenwerken en zorgen voor een tegengestelde beweging, zoals je armbuigspier en je armstrekspier.  Maakt samen met je spieren beweging mogelijkBeschermt kwetsbare organenGeeft stevigheid aan je lichaamGeeft vorm aan je lichaam SchedelSleutelbeenBorstbeenRuggenwervelHeupbeenHeiligbeen Schedel = beschermt je hersenenWervelkolom = beschermt je ruggenmergBorstkas = beschermt je hart en je longen, helpt ook bij de ademhalingSchoudergordel = verbinding van de ledematen met het skeletBekkengordel = ondersteunt je lichaam als je zit, staat, loopt en springtLedematen = armen en benen Kalkstof = zorgt voor stevigheidLijmstof = zorgt voor buigzaamheid Letter P. In de kop zit het rode beenmerg.  Toelichting:Q = het gele beenmerg en R = compact bot. Met een naadverbinding. Kogelgewricht = kan in alle richtingen bewegen.Scharniergewricht = kan in twee richtingen bewegen, buigen en strekken.Rolgewricht = twee botten rollen over elkaar heen. Kramp. Met een MRI worden beelden gemaakt van je lichaam door middel van magnetische straling en radiogolven. Zacht weefsel is hierdoor zichtbaar. Een spier bestaat uit hele kleine spiercellen, waarin zich een celkern bevindt. Meerdere spiercellen bij elkaar wordt een spiervezel genoemd. Enkele spiervezels bij elkaar vormen een spierbundel. Meerdere spierbundels bij elkaar vormen een spier. Spieren zitten met pezen vast aan je botten.  Skeletspieren zitten vast aan je botten. Als de spieren samentrekken, bewegen (enkele) botten mee. Zorgen ervoor dat je overeind blijft staan.Gladde spieren zitten niet aan je botten vast. Gladde spieren zijn onvermoeibaar, je hebt er geen controle over. Je kunt ze dus niet bewust samentrekken of ontspannen.  Doordat je wervelkolom een dubbele s-vorm heeft, worden schokken tijdens het lopen opgevangen. Dit zorgt er dus voor dat je lichaam de “klappen” op kan vangen en dat belangrijke organen (zoals je hersenen) niet beschadigd raken. Het kraakbeen tussen de wervels zorgt ervoor dat je soepel kunt bewegen en je rug kunt draaien. De wervelkolom zorgt voor stabiliteit, waardoor je rechtop kunt blijven staan of zitten. Daarnaast is de wervelkolom is van binnen hol en door de wervelkolom loopt het ruggenmerg en een belangrijke bundel van zenuwen. Tekening 3. Je kunt kraakbeenweefsel herkennen aan de tussencelstof die tussen de cellen ligt, waardoor de cellen niet vast tegen elkaar aan liggen.  Tijdens de geboorte kunnen de schedelbeenderen over elkaar heen bewegen, zodat de baby door het geboortekanaal past. Na de geboorte zullen de schedelbeenderen op hun plek komen te liggen en aan elkaar vast groeien door middel van een naadverbinding. Een blessure is een beschadiging van je spieren, pezen, gewrichten of botten. Je kunt dit krijgen door te veel te bewegen of op een verkeerde manier te bewegen.   Voorbeelden (Als je een voorbeeld geeft van verstuikingen, verrekkingen, scheuren of breuken met de juiste uitleg is het goed): Je loopt op de stoep en je mist het randje, je voet klapt dubbel (verstuiking).Je tilt een te zware krat op en je verrekt een spier in je rug (verrekking).Je wordt tijdens de wedstrijd onderuit getrapt en scheurt je kniebanden (scheuren).Je valt en je breekt je arm (botbreuk). A = Een botbreuk. Opperarmbeen. Je ziet dat het ledematen zijn, dus of je benen of je armen. De botten in je benen zijn dikker en het verschil tussen je scheenbeen en kuitbeen is groter (scheenbeen is dikker en kuitbeen is dunner), terwijl je spaakbeen en ellepijp in je arm bijna even dik zijn. Daarnaast wordt in de volgende vraag beschreven dat het over het ellebooggewricht gaat. Er wordt een röntgenfoto gemaakt. Botten houden röntgenstraling tegen, waardoor ze goed te zien zijn op de foto. Scharniergewricht. Je elleboog kan maar één kant op bewegen, net zoals een deur.  Wanneer iemand een ernstige vorm van scoliose heeft kan dit ervoor zorgen dat de rug scheef groeit en dus niet de natuurlijke dubbele S houding aan kan nemen. Dit kan de volgende klachten en symptomen met zich meebrengen:ademhalingsproblemenproblemen met bewegenvermoeidheidpijn in de rug, de schouders, de nek en/of het hoofd  De hoeveelheid kalk in de botten neemt af, dit wordt ook wel botontkalking genoemd. De botten worden hierdoor poreuzer en breken gemakkelijk. Dit proces gaat niet bij alle mensen even snel. Als de bekken makkelijk kunnen vervormen, kan er ruimte gemaakt worden voor de geboorte van de baby.Een kogelgewricht Tekening 2. Hier wordt de rug recht gehouden, waardoor je wervelkolom de dubbele s-vorm aanhoudt.