Biologie voor Jou MAX (release 2021) - Thema 2 - Transport oefentoetsen & antwoorden

Een mens heeft een gesloten circulatiesysteem en een krekel een open circulatiesysteem. Een mens heeft een hart wat bestaat uit kamers en boezems, twee kamers en twee boezems. Een worm heeft een buisvormig hart, dat niet bestaat uit kamers en boezems. De wand van de linkerkamer is een stuk gespierder dan die van de rechterkamer. Dit komt doordat de linkerkamer het bloed de grote bloedsomloop in stuwt. Dit moet met een enorme kracht. Daar is veel spierkracht voor nodig. Bewegen bevordert de bloedstroom en de lymfestroom. Wanneer je loopt, zal de beenspier samentrekken en verdikken. Hierdoor worden de aderen en lymfevaten samengedrukt. Met als gevolg dat overtollig vocht kan worden afgevoerd. De kleppen in je benen zorgen ervoor dat dit bloed en/of lymfe niet terug kan stromen. Rode bloedcellen hebben een wat ingedeukte vorm en zijn platter. Hierdoor wordt hun oppervlakte vergroot waardoor meer hemoglobine meer zuurstof kan binden. Daarnaast kan er ook meer koolstofdioxide worden opgenomen. Het versnelt dus het proces. Bewering 1 is juist. De slagader wordt namelijk wijder als het hart een stroom aan bloed de slagader in stuwt. Als de elasticiteit van de slagader dreigt af te nemen, kan het volume van de slagaders minder toenemen en neemt dus ook de bloeddruk toe. De druk op de slagader wordt te groot. Het juiste antwoord is doorsnede 2. Bij P is de bloeddruk het hoogst en daarom is de slagader hier verwijd. Bewering 2 is juist. De totale doorsnede is groter dan de doorsnede van de slagaders waarin bloed wordt aangevoerd doordat de vele kleine slagaders die parallel aan elkaar liggen. De druk en de stroomsnelheid wordt door deze grotere doorsnede lager. Lager. Dit omdat de vertakkingen van de kransslagaders zich bevinden in de hartspier. Als deze spier zich samentrekt wordt deze kleiner en dikker, zoals iedere spier wanneer deze zich samentrekt. Voor kransslagaders zal dan minder ruimte over zijn. De doorsnede van de vertakkingen zal dan ook kleiner worden waardoor er meer weerstand ontstaat voor het bloed om er doorheen te stromen. Grafiek B. Dit omdat uit zowel de kleine als de grote bloedsomloop een even groot volume bloed weggepompt moet worden. Antwoord A is het juiste antwoord. Toelichting: De hartslagfrequentie stijgt, hierdoor stijgt de bloeddruk en rekt de wand van de aorta uit. Als de baroreceptoren rek zullen registreren zal de hartslagfrequentie weer dalen, Antwoord D is het goede antwoord. Toelichting: De hoogste druk wordt geleverd in de aorta en dat is nummer 4. E en F vallen dus al af. De longslagader heeft van de kleine bloedsomloop (1,2,3) de hoogste druk, dit is nummer 1. Daarna volgen de longhaarvaten en als laatste de longader met de laagste druk.