Vivo deel A+B - Hoofdstuk 5 - Planten oefentoetsen & antwoorden

Planten maken zuurstof.Planten zijn voedsel, leveren brandstoffen en bouwstoffen.Planten nemen koolstofdioxide op.Planten kun je gebruiken voor materialen. Algen = hebben geen stengels, wortels, bladeren en bloemen. Kunnen eencellig of meercellig zijn. Voortplanting door deling (eencellig) of geslachtelijk (meercellig).Sporenplanten = hebben geen bloemen en maken geen zaden. Zijn meercellig. Voortplanting door middel van sporen.Zaadplanten  = Hebben bloemen waar zaden ontstaan. Zijn meercellig, voortplanting via zaden. Ze hebben lange wortels waarmee ze goed water uit de bodem kunnen opnemen.Ze hebben vaak dikke bladeren, waar water wordt opgeslagen.Ze sluiten als het te warm is de huidmondjes, om verdamping tegen te gaan. Fotosynthese is het proces waarbij ze van koolstofdioxide en water onder invloed van licht de stoffen glucose en zuurstof maken.  Bladgroenkorrels zijn de groene korrels in de cellen van planten. In de bladgroenkorrels vindt het proces fotosynthese plaats, waarbij glucose gemaakt wordt onder invloed van zonlicht. 1= koolstofdioxide,  2 = water (met mineralen), 3 = (zon)licht, 4 = glucose, 5 = zuurstof.Toelichting: Belangrijk is dat koolstofdioxide, water en zonlicht aan de linkerkant van het = teken staan, en glucose en zuurstof aan de rechterkant.De volgorde waarin je het opschrijft maakt verder niet uit. Bouwstoffen zijn nodig om te groeien, te herstellen en om bijvoorbeeld bloemen en vruchten te ontwikkelen.  Een stengel. Dit is te herkennen aan de vaatbundels die los in een soort van cirkel liggen. Bij de wortels is er maar één grote vaatbundel waar een groeilijn doorheen loopt. Toelichting: Een plant heeft vier soorten organen. Wortels, stengels, bladeren en bloemen.  Wortels zorgen ervoor dat planten stevig in de grond staan.Wortels nemen water met mineralen op uit de bodem.In de wortels worden reservestoffen opgeslagen. In de afbeelding hieronder zie je een onderdeel dat in een blad zit. Hoe heet dit onderdeel?  (§5.2 + §5.4)Bron afbeelding: Examen VMBO-KB 2007 - II Voorjaarshout is hout dat licht is van kleur. Dit komt doordat het in het voorjaar gemaakt wordt, als de boom veel water vervoert. Hierdoor wordt hout gevormd met grote cellen. Nectar is een zoete vloeistof dat gemaakt wordt door planten, wat zich vlak bij het vruchtbeginsel bevindt. De nectar (en felgekleurde bloemen) trekken insecten aan. a = kroonbladb = stempelc = meeldraadd = stijle = kelkbladf = vruchtbeginselb, d en f.   Toelichting:De stempel, stijl en vruchtbeginsel samen vormen de stamper, het vrouwelijk geslachtsorgaan.  Door dierenDoor de wind Uit een klein deel van een plant ontstaat een nieuwe plant. De nieuwe plant heeft dezelfde eigenschappen als de moederplant.1: wortelstokken2: uitlopers3: bollen of knollen Planten hebben specifieke aanpassingen gedaan om te overleven. Ze laten hun bladeren vallen om verdamping via de bladeren tegen te gaan. Hierdoor wordt uitdroging voorkomen, omdat de boom met koud weer minder water uit de bodem op kan nemen.  Glucose wordt opgenomen uit voedsel en zuurstof wordt opgenomen uit de lucht. In de cellen wordt dit verbrand, waarbij er energie vrij komt. De stoffen die gemaakt worden zijn koolstofdioxide en water, wat uit het lichaam gaat. ToelichtingGebruik de dikgedrukte woorden in je uitleg. Dit zijn de begrippen die bij de verbranding horen. Let er op, de verbranding is het tegenovergestelde van de fotosynthese. Als je te dicht bij de wortels komt, kunnen de wortelharen afbreken. Als dit gebeurt kan de plant geen water met mineralen uit de grond opnemen en kan er dus ook geen fotosynthese plaatsvinden. De plant zal dus sterven.  Kruidachtige planten hebben een groene stengel. Ze krijgen hun stevigheid door het water in de cellen.  Houtachtige planten hebben een stengel die je de stam noemt. De celwanden van de cellen bestaan voor een deel uit houtstof. Dit geeft stevigheid, ook als de boom uitdroogt of afsterft  Bestuiving = Als stuifmeelkorrels van de meeldraden op de stempel van de stamper komt.Bevruchting = Als de celkern van de stuifmeelkorrel samensmelt met de eicel (in het vruchtbeginsel. Doordat de huidmondjes aan de binnenzijde zitten, zal er minder verdamping plaatsvinden. Dit zorgt ervoor dat de plant beter beschermt is tegen uitdroging. Beiden. In de tekst gaat het over wortelstokken (ongeslachtelijk) en over bloemen (geslachtelijk). Diagram 2. In het licht heeft het plantje fotosynthese, waarbij koolstofdioxide gebruikt wordt om glucose en zuurstof te maken. Er is minder verbranding, waardoor er weinig nieuwe koolstofdioxide ontstaat. 2006. Je telt vanaf 2000 naar boven en kijkt dan naar de donkerbruine kringen.Je kunt aan de jaarringen zien of een boom slecht is gegroeid (als het bruine gedeelte van de jaarring dunner is). Mogelijke antwoorden zijn dus: 1989, 1991, 1994, 1995 en 2003