Blink Engels
- Period 5 - Donald Duck
oefentoetsen & antwoorden
1e editie
Klas 1|Havo/vwo
Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen:
Vocabulary
Grammar ((doing things now - present continuous, prepositions, some and any)
Writing (present tense and prepositions)
Reading
Toets Engels
Blink Engels
Online maken
Toets afdrukken
UitvindingBoerderijSchuurDutjeSlijpenSpitsuurToenemen, stijgenGedachteHalsbandAchterdochtig fillmeanwhile(To) bring relieveGlumExpressionSeldomSpend moneyEarn money(To) owe someone moneyclumsy curious (nieuwsgierig)appearance (uiterlijk)loot (buit)wand (toverstaf)old-fashioned (ouderwets)afford (veroorloven) scared (bang)angry (boos)proud (trots)confused (verward)surprised (verrast) in the airbrag meanto catchlake A is correct.Toelichting:‘Some’ gebruik je in zinnen bij woorden die je niet kunt tellen en bij vragen waarbij je verwacht dat het antwoord ‘ja’ is. Bijvoorbeeld: I have some money left. Je kunt geld wel tellen, maar je kunt niet zeggen: ik heb één money, ik heb twee moneys. Dus gebruik je hier ‘some’. Dit geldt ook voor woorden als ‘water’ (I have some water). ‘Any’ gebruik je bij ontkenningen en vragen waarbij je het antwoord niet direct kunt voorspellen. Bijvoorbeeld: ‘I don’t have any money left’, ‘She does not have any talent’‘Do you have any idea how expensive this is?’. B is correct. Toelichting:Vragen maken met de present simple (tegenwoordige tijd), waarbij je vraagt of iets altijd, nooit, regelmatig of vaak zo is, doe je met ‘do’ or ‘does’. Bijvoorbeeld: Do you take the bus every day? (Je vraagt of iemand elke dag de bus neemt.) Bij ‘he, she, it’ gebruik je de SHIT-regel (she, he, it + werkwoord + s), dus dan komt er één keer een -s achter. Dan wordt het ‘does’, als in: ‘does she like apples?’. Als je ‘does’ gebruikt, heb je dus het eerste woord dan al in de -s vorm gezet, dus dan gebruik je daarna het hele werkwoord. Je hoeft nooit twee keer een -s achter de werkwoorden te zetten:Het wordt niet: does she runs to the supermarket? Je hebt namelijk al ‘does’ staan, dus de ‘run’ hoef je niet meer te vervoegen. Het wordt dan: does she run to the supermarket? out the window (uit het raam kijken)on the couch (op de bank zitten)to the tree (naar de boom vliegen)on the ground (op de grond)through the door (door de deur)Toelichting: Bekijk goed wanneer je het voorzetsel ‘on’ en ‘at’ gebruikt. In het Nederlands gebruiken wij hier namelijk vaak hetzelfde woord voor: wij zitten op school, wij zitten op de bank. Daarnaast gebruiken wij soms ook een ander woord als je in het Engels ‘at’ gebruikt: he is looking at the picture - hij kijkt naar de foto. Wanneer gebruik je ‘at’? Als je wil aangeven waar je bent. Je geeft hiermee een duidelijke locatie aan. Bijvoorbeeld: ‘I am at the airport, I am at school right now, I am at the gym, I am looking at you’. Als je een specifieke tijd wil aangeven. Bijvoorbeeld: ‘I will see you at three o’clock’. Wanneer gebruik je ‘on’? Als je wil aangeven dat je ergens bovenop zit (bij een voorwerp, bijvoorbeeld). Bijvoorbeeld: it is on the table, he is sitting on the couch, he is jumping on the bed.Als je wil aangeven dat iets op een bepaalde dag gaat gebeuren. Bijvoorbeeld:it will happen on my birthday, we will meet on Sunday, the test is on the twelfth of April. is jumpingis barkingis wavingare pickingis fixing are investigating Toelichting: Je moet bij deze opdracht de present continuous gebruiken. Deze maak je als volgt:onderwerp + am/are/is + werkwoord + ing. Bijvoorbeeld: I am walkingI = het onderwerpam = ben walk = werkwoording = uitgangsvorm van present continuousLet op! Bij werkwoorden die eindigen op -e (zoals hierboven ‘wave’ en ‘investigate’, dan wordt het niet ‘investigateing’, maar ‘investigating’. Tip! Ben je het even kwijt hoe een present continuous eruitziet? Gebruik dan het ezelsbruggetje: present continuous is als het nu is, dus dat is de vorm met de n (ing). underbehindnearbetweenonattoinTip:Leer deze voorzetsels en de betekenis uit je hoofd! Would you like some milk? Het antwoord is waarschijnlijk ‘ja’ en ‘milk’ kun je niet tellen (one milk, two milks, three milks). Daarom gebruik je hier ‘some’. He is falling from the mountain! Hij valt niet regelmatig, altijd, of nooit van de berg, maar nu. Dan gebruik je een present continuous. I don’t have any money. Bij ontkenningen gebruik je ‘any’. Ezelsbruggetje: bij ontkenningen (de ‘n’ zit er in) gebruik je any. Today, he is wearing jeans and a white shirt.Je gebruikt een present continuous, want het is nu (vandaag). I am tired of listening to you. Je gebruikt hier of. Does Mickey like to go dancing? ‘Does’ staat al in de -s vorm, dus de -s bij ‘likes’ mag weg. Do your parents go to Disneyland often? Het gaat hier om meervoud (ouders), dus dan gebruik je ‘do’. A day in Duckburg is never boring… The lovely witch Magica wants to steal the number one dime, so she is dressing up as an old lady to get into the house of Scrooge. Do you think he knows who she is? She is wearing glasses, and she is walking with a cane. She walks up to the guards outside of the door and asks if they would like some water. When she enters the building, McScrooge is counting his money and he is sitting on a chair behind his desk. When Magica is running towards him, he starts to get up from his chair to run to the door. But it is too late, she is putting a spell on him!Toelichting: Hoe pak je deze opdracht aan?Stap 1: Lees eerst het hele verhaaltje en kijk of je snapt wat er ongeveer gebeurt.Stap 2. Vertaal dan de woordjes boven eventueel naar het Nederlands.Stap 3. Vul eerst alle woorden in die je zeker weet. Sla woorden over waarover je twijfelt. Stap 4. Kijk daarna eens naar je verhaaltje. Lijkt het zo te kloppen? Vertaal het eens naar het Nederlands en kijk of de werkwoorden op de goede plek staan.Stap 5. Staan de werkwoorden in de goede vorm, de present continuous? False → “I was very excited to start at Mrs. Bakers Bakerey”. ‘Excited’ betekent dat hij het leuk en spannend vond om te gaan beginnen bij de bakkerij. Let bij dit soort vragen extra op het woordje ‘not’. Tip! Hoe pak je een leesopdracht aan? Lees altijd eerst de titel en de eerste alinea, zodat je weet waar het ongeveer over gaat.Lees, na de titel en eerste alinea, altijd eerst de vragen door. Dan weet je namelijk daarna extra goed waar je op moet letten, zodat je beter en aandachtiger kunt lezen. De vragen staan meestal in chronologische volgorde, wat betekent dat ze op volgorde van de tekst staan. Zorg er voor dat je de vraag echt goed begrijpt. Beantwoord de vragen en onderstreep eventueel woordjes in de tekst, daardoor lees je aandachtiger. Pas goed op woordjes zoals ‘not’ of ‘incorrect’, daar lees je gauw overheen als je dat te vluchtig doet. Blijf nooit hangen bij moeilijke woorden in de tekst. Als er bijvoorbeeld staat “appetising”, dan weet je misschien nog niet wat dit woord betekent, maar als je naar de zin ervoor kijkt (“...as you know, I am a great cook. My cakes are even more appetising than the pies of Grandma Duck!”) dan kun je uit de rest van de zin afleiden dat het waarschijnlijk gaat om een woord dat iets positiefs betekent, namelijk 'lekker'. Controleer nog een keer je antwoorden voordat je het inlevert. 1. Hij vergat de timer aan te zetten bij de oven.2. Hij heeft per ongeluk zout gebruikt in plaats van suiker. b. Gus Goose felt sick because there was too much salt in the cakes. → “The cakes tasted like seawater”. Furious → “she was furious”. Onderstaande brief is een voorbeeld van een brief volgens de instructies die in deze opdracht zijn gegeven. Er zijn natuurlijk meerdere antwoorden goed. Lees de brief goed en vergelijk deze met jouw eigen brief. Dear Diary,I am sitting in my chair in the garden at the moment. I am going to describe what everyone in Duckburg is doing right now. Right now, Uncle Scrooge is in his money room, he is wearing his red coat and big hat, and he is counting his gold coins. Aunt Daisy is strolling in the park, wearing a lovely purple bow in her hair, she is looking beautiful. The Bad Beagle Boys are trying to steal money from Scrooge, they are wearing their striped shirts and blue caps. Witch Magica is, she is wearing a long black cloak, and she is probably brewing a magic potion. She wants to steal the number one dime. Granny Duck is in her kitchen, wearing her black dress, she is baking delicious apple pies. The nephews are riding skateboards in the street, wearing colorful caps and they are laughing. Lucky Gladstone is fishing, wearing his lucky green shirt and lounging in the sun. Goofy is in the backyard, wearing his green hat, and he is trying to repair his house. Mickey and Minnie Mouse are dancing together outside, Mickey in his red shorts and Minnie in her polka-dot dress. Pluto is in the garden, chasing his tail happily and chewing on a bone. That is all, goodbye! Donald DuckBron: geschreven door auteur zelf
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.