Forum - Hoofdstuk B9 - Wereldoorlogen & crisis oefentoetsen & antwoorden

a) Alles wat te maken heeft met werk, handel, geld en dingen maken. Als het daarmee goed gaat, wordt gezegd dat het goed gaat met ‘de economie’. b) Verplichte geldbetaling aan de regering om te financieren wat een land nodig heeft, zoals scholen, wegen, ziekenhuizen enzovoort. c) Overbrengen van kennis en vaardigheden op leerlingen. d) samenleving waarin het kopen van zo veel mogelijk producten een belangrijk doel is. Bijvoorbeeld door winkelen als vrijetijdsbesteding. e) Geld besparen door minder uit te geven. f) Ernstige verstoring van de normale toestand. Bijvoorbeeld een economische crisis waardoor bedrijven in problemen komen en mensen werkloos worden. g) Manier van leven van een persoon of groep, waarin bepaalde activiteiten, interesses of mening een belangrijke rol spelen. h) Zonder werk zitten, geen baan hebben of kunnen vinden. i) Streven naar een onafhankelijk eigen land voor het eigen volk met een eigen regering. Later ook gebruikt voor: trots zijn op je eigen land en volk. j) Zelfstandig bestuur, zonder bevelen van bovenaf te hoeven uitvoeren. Antwoord: b is juist. Antwoord: b is juist. Antwoord: b is juist. Antwoord: b is juist. Henry Ford was een Amerikaanse autofabrikant die zijn auto's aan de lopende band liet maken. Hij verkocht zijn auto's op afbetaling: de klant kreeg de auto meteen mee, en moest daarna elke maand een klein bedrag betalen. Hij maakte hier ook reclame voor. Zo werd hij een symbool voor de consumptiemaatschappij in de Verenigde Staten in de jaren '20. Antwoord: b is goed.De gevolgen van de economische crisis waren vooral in Duitsland heel erg groot. a) Regeringen moedigden burgers aan om producten uit eigen land te kopen. Dan zouden de bedrijven weer meer werk krijgen.b) Een nadelig gevolg van deze maatregel was dat de handel tussen landen stil kwam te liggen en dat kost ook banen. a) Niet waar. Deze mensen worden nationalisten genoemd. Ze komen op voor hun eigen natie.b) Waar. c) Waar.d) Niet waar. Gandhi leidde de nationalisten in India. Soekarno leidde de nationalisten in Indonesië.Extra info:https://schooltv.nl/video/clipphanger-wie-was-gandhi/#q=gandhihttps://schooltv.nl/video/mahatma-gandhi-symbool-van-de-indiase-onafhankelijkheid/#q=gandhihttps://schooltv.nl/video/onafhankelijkheid-van-nederlands-indie-de-dekolonisatie-onder-soekarno-en-hatta/#q=soekarno Dit is de Amerikaanse president Franklin Roosevelt. Hij gaf veel geld uit om werklozen aan een baan te helpen. Er werden wegen aangelegd, dammen gebouwd en nationale parken ingericht. Ook zorgde Roosevelt voor goedkope huurwoningen en gaf steun aan bedrijven en banken die bijna failliet gingen. Dat kostte allemaal veel geld. Daar waren vooral de rijke mensen net blij mee, want zij moesten meer belasting betalen. Maar Roosevelt trok zich daar niets van aan en ging door met zijn nieuwe aanpak. En met succes.  Op de scholen leerden de kinderen over Europa. Ze ontdekten dat mensen daar veel eerlijker werden behandeld dan in de koloniën. In Europa bestond geen verschil tussen overheersende witte mensen en de rest van de bevolking. De bewoners van de koloniën vroegen zich af waarom dat an bij hen wél zo was. Waarom mochten zij niet over zichzelf beslissen (zoals de Europeanen dat deden in hun eigen land)?  De kop van de krant gaat over de beurscrisis in New York in 1929. De fabrikanten hadden zo veel producten gemaakt, dat ze niet meer verkocht konden worden, zelfs niet op afbetaling. Bedrijven gingen failliet. Wie aandelen had in zulke fabrieken, probeerde ze snel te verkopen. Op één dag gingen de prijzen van aandelen heel snel omlaag op de aandelenbeurs van New York: Wall Street. De aandelen waren toen niets meer waard en veel mensen hadden van het ene moment op het andere niets meer. Extra info: https://schooltv.nl/video/high-speed-history-wat-was-de-beurskrach/#q=beurskrach . In 1934 kwamen arbeiders in opstand in de Amsterdamse wijk Jordaan: het Jordaanoproer. In Nederland werd er door de overheid miner geld uitgegeven. Minister-president Colijn vond dat de overheid geen schulden hoorde te maken. De uitkeringen voor werklozen, die toch al heel laag waren, werden nog verder verlaagd. De mensen in de Jordaan kwamen in opstand. Maar in plaats van de uitkeringen te verhogen, stuurde Colijn het leger erop af om de orde te herstellen. Extra info: https://schooltv.nl/video/het-jordaanoproer-jordanezen-komen-in-opstand/#q=jordaanoproer De crisis op de aandelenbeurs in New York in 1929 wordt als een keerpunt in de geschiedenis gezien, omdat de economische crisis zorgde voor zó veel onrust en ontevredenheid dat het een oorzaak werd van de ergste oorlog die er ooit is geweest: de Tweede Wereldoorlog.