Stepping Stones 7.1 Flex deel A+B - Hoofdstuk 4 - No place like home oefentoetsen & antwoorden

KastjeBoerderijVeranderen inOpruimenOngewonePlattelandshuisjeDoor(heen)Voorkeur geven aan UitdagingJe bed opmaken AcrossCaveSpaceDestinationTo take out the rubbishOfficeHair dresser Pardon, is dit de weg naar het stadscentrum?Is Manish de afwas aan het doen?Wij wonen in een druk deel van de stad. Ik probeer mijn sleutels te vinden.Ons huis is klein, maar we hebben een balkon.  You’re going the wrong way. She is finishing his homework in the living room.Ons huis heeft een eetkamer met grote ramen.Excuse me, how do I get to the cinema?I’m taking the bus to meet up with friends.  the / a. Toelichting: Het gaat hier om een ziekenhuis of het specifieke ziekenhuis. Je krijgt geen an omdat de h van hospital hier hoorbaar is.the. Toelichting: Het gaat hier om de koning van Nederland, een specifiek persoon. The. Toelichting: Het gaat om specifieke dieren (van het asiel) dus gebruik je the.a. Toelichting: Er wordt gevraagd of je ooit een boek gelezen hebt over een bepaald onderwerp, dit is niet specifiek een bepaald boek. Je gebruikt hier dus a of an. Het woord erna (book) begint met een b, wat geen open klank is. Hierdoor gebruik je a. an. Toelichting: In de beschrijving van hoe lang het duurt gebruik je ‘een uur’, dit is niet specifiek dus krijg je an of a. De ‘h’ van hour hoor je niet in de uitspraak, het is dus een open klank en dan krijg je de -n erachter (an). Extra uitleg: articles (lidwoorden)Onderstaande vragen kunnen je helpen om het juiste lidwoord te vinden:Is het een specifiek dier, persoon of ding? Gebruik the: Have you seen the dog in the garden?Is het een dier, persoon of ding in het algemeen? Gebruik niks: Children go to school when they are four years old.Gaat het om hospital, church, school, university of prison in het algemeen? Gebruik niks: People in prison have committed a crime.Is het woord niet specifiek en gebruik je wel een lidwoord? Gebruik a of an: A house usually has a front garden.Hoor je bij het woord erna een a, e, i, u, o, au, ai?Gebruik an: Have you already had an apple? Sommige woorden hebben in de uitspraak een open klank terwijl je bijvoorbeeld wel een h schrijft (hour). Andersom kan het ook, zoals bij het woord uniform -> a uniform.  Take the first street on your right. Listen to what I have to say.Write this down.Don’t look to your right.Don’t go left on the roundabout.Don’t cross the canal. Extra uitleg: gebiedende wijs (imperative) Hoe vind je de imperative? Stel de volgende vraag bij elke zin: Welk werkwoord is het belangrijkste in de zin? Dat werkwoord komt (zonder to ervoor) vooraan in de zin. Dit werkwoord geeft de actie aan die door iemand ondernomen moet (of juist niet) worden. Staat er een ontkenning in de zin, gebruik dan Don’t vooraan in de zin met daarna het hele werkwoord (infinitive). is trying                            is fishing                                 are studying                        are taking                           are watching                             am listeningare changingis eatingis explainingare visitingExtra uitleg:Je gebruikt de present contiuous als iets nu aan de gang is?Dit doe je door een vorm van ‘to be’ (am/is/are) en het hele werkwoord + -ing (bijvoorbeeld: I am working).Heeft het hele werkwoord/de infinitief een -e aan het eind, dan vervalt deze (bijvoorbeeld: to take wordt taking; zin d)Heeft de infinitief 1 lettergreep, dan verdubbel je de laatste letter (bijvoorbeeld: to sit wordt sitting). trueToelichting: hier gebruik je geen lidwoord, omdat je letterlijk zegt dat je in het ziekenhuis ligt, daar is geen lidwoord voor nodig.falseToelichting: je gebruikt voor de klanken a, e, i, o, u, au, ai het lidwoord ‘an’)falseToelichting: je gebruikt hier ‘the’ omdat het duidelijk is over welk ding het gaat. trueToelichting: je gebruikt hier ‘a’ omdat het woord met een medeklinker begint. falseToelichting: je gebruikt voor medeklinkers het lidwoord ‘a’. falseToelichting: je gebruikt hier ‘a’ omdat de taxi in het algemeen gebeld moet worden. falseToelichting: je gebruikt hier ‘the’ omdat het duidelijk is over wie het gaat.  I am tidying up the garage → ‘I am tidying up’ is present continuous.Tell me about your city → ‘Tell me’ is imperative. Turn right at the church → ‘Turn right’ is imperative.Are they cooking → ‘Are they cooking?’ is present continuous. Let op:Bij een vraagzin komt altijd het werkwoord to be aan het begin van de zin en daarna I, you, he, she, it, we, they. In een gewone zin is dat andersom.Just follow the signs → ‘(Just) follow’ is imperative. What are you doing? ‘are … doing’ is present continuous.Bij deze vraagzin komt eerst het vraagwoord what, daarna verandert de woordvolgorde van de present continuous niet.