Bij welvaart gaat het om de mate waarin mensen in hun levensonderhoud kunnen voorzien. Je kan dat meten door naar het inkomen van mensen te kijken.Bij welzijn gaat het over de kwaliteit van leven. Je meet dit aan de hand van ontwikkelingskenmerken zoals levensverwachting en analfabetisme. Toelichting:Uit het antwoord moet blijken dat bij welvaart gaat om het inkomen van mensen en welzijn over de kwaliteit van leven. De Human Development Index (HDI) maakt gebruik van meerdere ontwikkelingskenmerken: inkomen per hoofd, de levensverwachting en het aantal jaren dat mensen onderwijs hebben gevolgd. Het is een combinatie van welvaart en welzijn. Toelichting:Bestudeer goed de begrippen welvaart, welzijn en lees nog eens na welke gegevens bij de Human Development Index (HDI) worden gebruikt. Het gaat erom dat je goed begrijpt welke gegevens verzameld worden om aan te geven of een land arm of rijk is. Landen kun je opdelen in centrum, semiperiferie en periferie. Toelichting:In dit hoofdstuk leer je over arme en rijke landen in de wereld. De indeling van landen in centrum, semiperiferie en periferie zegt iets over de ontwikkeling van deze landen. ALs je dit een lastige vraag vindt, bestudeer dan de theorie op bladzijde 22 van je leeropdrachtenboek en bekijk bron 2 nog eens. Informele sector. Het gaat hier om werk waar mensen geen belasting over betalen (zwartwerken). Voorbeelden zijn straatverkopers. Toelichting:De informele sector is het tegenovergestelde van de formele sector waarvoor mensen die werken belasting aan de overheid voor moeten betalen. In de informele sector betalen mensen geen belasting. Noodhulp is tijdelijke hulp. Het gaat er niet om de armoede in een land te bestrijden. Ontwikkelingshulp heeft als doel om voor meer welvaart in een land te zorgen. Toelichting:Kijk goed naar de betekenis van de twee begrippen noodhulp en ontwikkelingshulp. Bij nood gaat het om een levensbedreigende situatie. Bij ontwikkeling gaat het om iets te laten ontstaan. Antwoord A. Koffiebonen afkomstig uit een kleine boerencoöperatie in Colombia.Toelichting:Fairtrade producten zijn vaak afkomstig van kleine boerenorganisaties of coöperaties in ontwikkelingslanden. Deze boeren ontvangen een eerlijke prijs voor hun producten en werken onder goede arbeidsomstandigheden. Keuze A beschrijft een situatie waarbij de koffiebonen afkomstig zijn van een kleine boerencoöperatie in Colombia, wat hoogstwaarschijnlijk een fairtrade situatie zou kunnen zijn.Tip!Bestudeer de theorie op bladzijde 49 waarin staat dat fairtrade als doel heeft om eerlijke handel te organiseren zonder slavernij en/of kinderarbeid. Fairtrade richt zich daarbij niet alleen op chocola, maar ook op andere landbouwproducten uit de (semi)periferie. Lokaal schaalniveau.Toelichting:Lokaal schaalniveau is aan de orde wanneer je op plaatselijk niveau kijkt naar een plek of klein gebied zoals een gemeente, stad, wijk of straat. Tip: bestudeer nog eens de vijf schaalniveaus die we bij aardrijkskunde gebruiken op bladzijde 54. (§9) In de kustgebieden zijn er meer mogelijkheden om geld te verdienen.Toelichting:Bestudeer nog eens de theorie op bladzijde 73. Het is belangrijk dat je door hebt waarom er verschillen zijn tussen de gebieden in een land (in dit geval Suriname). Bij aardrijkskunde gaat het vooral om te begrijpen waar iets gebeurt en waarom iets op een bepaalde plek/regio gebeurt. Stel jezelf bij het leren daarom goed de vraag: waar gebeurt dit en waarom gebeurt dit juist op die plek? Een van de volgende manieren:Handelsrelaties: Suriname verkoopt aan Nederland vooral schaaldieren, visproducten en groenten.Nederlanders met een Surinaamse achtergrond.Samenwerking tussen de regeringen van Nederland en Suriname: beide landen hebben afspraken gemaakt om samen te werken bij het bestrijden van misdaad en corruptie. Toelichting:Bestudeer nog eens de theorie op bladzijde 73 als je deze vraag lastig vindt. Welzijn.Welvaart.Welzijn.Toelichting:Welzijn: goed ontwikkelde infrastructuur draagt bij aan de kwaliteit van het leven (makkelijker naar school kunnen gaan). Welvaart: het gaat hier om inkomen. Welzijn: bij toegang tot schoon drinkwater gaat het om de kwaliteit van leven. (Hoe beter toegang tot schoon drinkwater, hoe beter het welzijn). c. Kenia. Land B is waarschijnlijk economisch verder ontwikkeld. Dit komt doordat een groter percentage van de beroepsbevolking in de dienstensector werkt, wat kenmerkend is voor meer ontwikkelde economieën. Bovendien is het percentage mensen dat in de landbouw werkt veel lager in Land B, wat ook wijst op een hoger ontwikkelingsniveau.Het hoge percentage mensen dat in de landbouw werkt in Land A suggereert dat het land minder ontwikkeld is. In minder ontwikkelde landen is de landbouw vaak de belangrijkste bron van werkgelegenheid, terwijl in meer ontwikkelde landen een groter deel van de beroepsbevolking werkzaam is in de industrie en dienstensectoren Straatverkoop is typisch voor de informele sector.De persoon op de foto verleent een dienst (schoenenpoetsen) op straat. Dit werk is vaak helemaal buiten het zicht van de overheid. Voorbeelden:Het kan mensen helpen een eigen bedrijfje te starten of uit te breiden, wat hun inkomen verhoogt en hun economische situatie verbetert.Het kan mensen in staat stellen om essentiële zaken aan te schaffen, zoals landbouwgereedschap of voorraad voor een winkel, wat hen helpt om winst te maken en hun levensstandaard te verbeteren. Dit is een voorbeeld van ontwikkelingshulp. Ontwikkelingshulp richt zich op het bieden van directe hulp aan mensen in nood, zoals medische zorg na een ramp. In dit geval wordt er directe medische hulp verleend aan aardbevingsslachtoffers, wat geen structurele verbetering op lange termijn inhoudt. In centrumlanden is de dienstensector de grootste sector van de beroepsbevolking. De landbouwsector en industriesector zijn minder groot bij de West-Europese landen. Dat is terug te zien in de bron. Toelichting:Denk aan de regel: als de welvaart toeneemt, gaat een groter deel van de beroepsbevolking in de dienstensector werken. In centrumlanden is de dienstensector de grootste sector van de beroepsbevolking. Vroeger verwerkten centrumlanden cacaobonen tot cacaoboter en cacaopoeder. Uit de bron (tekstbron en kaartje) blijkt dat centrumlanden, zoals de Verenigde Staten, nog steeds de cacaobonen die uit (semi)periferielanden komen verwerkt tot eindproducten. Toelichting:Denk aan traditionele centrum-periferiemodel verhoudingen uit paragraaf 3 van hoofdstuk 3. Daarbij geldt: (semi)periferie landen leveren grondstoffen en centrumlanden verwerken grondstoffen. De Human Development Index kun je beter gebruiken, omdat het uitgaat van meerdere ontwikkelingskenmerken, zoals inkomen per hoofd, de levensverwachting en het aantal jaren dat mensen onderwijs hebben gevolgd. Hoe hoger het BPO hoe lager het welzijn van het land. Hoger. Hoe hoger het getal, hoe hoger welvaart en welzijn in een land. Deze maatregelen worden genomen op lokaal schaalniveau. De aanleg van fietspaden is specifiek gericht op een stad en heeft directe invloed op de lokale infrastructuur en bewoners. Sams stelling klopt omdat semiperifere landen zowel kenmerken hebben van ontwikkelde landen (centrum) als van ontwikkelingslanden (periferie). Maria’s stelling is juist omdat perifere landen vaak afhankelijk zijn van centrumlanden voor technologie en kapitaal, en ze hebben vaak een minder ontwikkelde economie.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.