Vivo deel A+B - Hoofdstuk 4 - Zintuigen en hersenen oefentoetsen & antwoorden

Je hersenen zijn het regelcentrum van je lichaam. Je hersenen verwerken alle prikkels die via je zintuigen binnenkomen.  Een prikkel is informatie uit de omgeving of in je eigen lichaam. tastzintuigendrukzintuigenwarmtezintuigenkoudezintuigen Bacteriën, schimmels of virussen die je lichaam binnendringen. hersenenruggenmergzenuwen Grote hersenen: Zorgt voor al je bewuste reacties op signalenHersenstam: Regelt dingen waar je niet over nadenkt, zoals de ademhaling en temperatuur.Kleine hersenen: Regen dat je spieren kunnen bewegen Decibel (dB)Je kunt gehoorschade oplopen. De zintuigcellen in je slakkenhuis zijn dan beschadigd.  P = gehoorbeentjes = geven de trillingen door aan het slakkenhuisQ = gehoorzenuw = vervoert signalen naar de hersenenR = gehoorgang = leidt het geluid naar de trommelvlies Het licht valt op het netvlies in je oogZintuigcellen zetten de lichtprikkels om in signalenVia de oogzenuw gaan de signalen naar de hersenenDe hersenen ontvangen en verwerken de signalen en maken er een beeld van. De vormverandering van de ooglens om iets scherp te zien. Q = Hoornvlies = hard doorzichtig oogvlies dat het oog beschermt. R = Pupil = Een ronde opening in het midden van de iris. S = Lens = Hiermee kan je het beeld scherpstellen, wat accommodatie heet. T = Glasachtig lichaam = De achterste ruimte bevat een bolvormige, geleiachtige vloeistof. Geeft het oog zijn bolle vorm.V = Netvlies = Is heel belangrijk voor het zien, want daar bevinden zich de zintuigcellen die gevoelig zijn voor lichtprikkels.X = Oogzenuw = stuurt signalen van het netvlies naar de hersenen. Gedrag is alles wat mensen of dieren doen als reactie op prikkelsObservatieDat je een betekenis geeft aan bepaald gedrag.  Joris raakte verlamd vanaf de onderkant van zijn rug doordat zijn ruggenmerg beschadigd raakte. Hierdoor kunnen de signalen van zijn hersenen niet meer naar zijn benen, waardoor zijn benen zijn verlamd en hij afhankelijk is van een rolstoel. Op het moment dat er een (pijn)prikkel wordt waargenomen, gaat er een signaal vanaf je zintuig naar het ruggenmerg. Vanuit het ruggenmerg gaat er een signaal direct naar de spieren. Een reflex gaat dus niet eerst richting de hersenen. Als je gaat zwemmen met buisjes in je trommelvlies, kan er water in je middenoor komen, wat een infectie kan veroorzaken. Daarom moet je voorzichtig zijn en oordopjes of een speciale zwemmuts dragen om te voorkomen dat er water in je oren komt.. Als je macula degeneratie hebt, wordt je zicht steeds slechter, waardoor het moeilijker wordt om details te zien. Dit gebeurt omdat het deel van het netvlies dat verantwoordelijk is voor scherp zicht, beschadigd raakt. Aangeboren = hoef je niet te leren, dat ligt vast in je DNA.Aangeleerd = Gedrag dat je kunt aanleren, nadat je geboren bent.  Patiënten met een hersenstamtumor kunnen symptomen ervaren zoals problemen met ademhalen, slikken, of het reguleren van hun hartslag.Voorbeeld van juiste antwoorden;ChirurgieStralingstherapieChemotherapie 55 dB - 40 dB = 15 dB. 15dB : 3 dB = 5Het geluid is dus 5x verdubbeldMinimaal 50 Hz. Aflezen uit de grafiek. 40 dB zoeken aan de linkerkant van de grafiek. Dan kijken waar de stippellijn kruist met de x-as. Als je dit afleest kom je uit op 50 Hz. Toelichting: Om vraag a. te kunnen beantwoorden moet je kunnen rekenen. In biologie toetsen worden vaker kleine rekensommen teruggevraagd.Om vraag b. te kunnen beantwoorden heb je geen kennis nodig van het begrip frequentie, je hoeft alleen maar grafieken juist af te kunnen lezen. Dit is een belangrijke vaardigheid voor biologie. Meneer Jansen is verziend.Meneer Jansen kan zijn leeservaring verbeteren door het gebruik van; Een leesbril met de juiste sterkte, Goede verlichting te gebruiken zoals een leeslamp met helder licht,Het vergroten van de tekst in boeken en tijdschriften via een vergrootglas,Digitale hulpmiddelen zoals een e-reader met aanpasbare lettergrootte. Toelichting: Bij vraag b zijn er meerdere antwoorden goed. Een van de bovenstaande antwoorden is een goed voorbeeld van een juist antwoord.  Sanne kan een aantal dingen doen om met de negatieve groepsdruk om te gaan:Wees zelfverzekerd: Sanne kan leren om duidelijk en met vertrouwen "nee" te zeggen. Dit laat haar vrienden zien dat ze niet over te halen is en serieus is over haar eigen keuzes.Zoek steun: Sanne kan praten met een vertrouwde volwassene, zoals een ouder, leraar of schoolcounselor, over de druk die ze ervaart. Deze personen kunnen haar advies en ondersteuning bieden.Vermijd situaties: Ze kan proberen situaties te vermijden waarin ze onder druk wordt gezet. Als haar vrienden bijvoorbeeld willen roken na school, kan ze ervoor kiezen om naar huis te gaan of iets anders te doen.Vind mensen die hetzelfde denken: Sanne kan op zoek gaan naar andere vrienden die interesses delen en die geen druk op haar uitoefenen om dingen te doen die ze niet wil.Stel grenzen: Ze kan haar vrienden laten weten wat haar grenzen zijn en waarom ze bepaalde dingen niet wil doen. Door open en eerlijk te communiceren, kunnen haar vrienden hopelijk haar standpunt begrijpen en respecteren.