Stepping Stones 7.1 deel A+B - Hoofdstuk 6 - Having a good time oefentoetsen & antwoorden

Vrije tijdSpierBijpraten (met)ToeschouwerGekteNaar iets uitzienBijwonenWeerstandUitsluitend Voltooiing VertigoEmbarrassedSide jobAnticipationEdgeTo ask outHead backNone of usGuiltyPlummet Wat voor soort activiteiten hoop je later in je leven te doen?We deden (samen) mee aan een open podiumavond. Het is iets waar ik nieuwsgierig naar was maar niet eerder had geprobeerd. Wat stel jij voor dat we gaan doen?Zijn er speciale dingen waar je over droomt als je ouder bent? I’m going to/planning to visit the flea markets,As soon as I’ve finished high school,  I’ll probably start my own business. What were you most nervous about?Shall we go bowling tonight? I’m dreaming of travelling abroad with my friends. will, futureheard, past simple | have tried, present perfectdid…tell, past simple | takes, present simpleare going to get, futureare driving, present continuouswere, past simple | used to visitwas telling, past continuous | was saying, past continuousstarts, future present simpleare flying, future present continuouswere cycling, past continuous yourToelichting: Voor homework komt your aangezien het hier om een bezittelijk voornaamwoord gaat.itsToelichting: Het gaat hier om een bezittelijk voornaamwoord. It’s staat voor het is, daar is hier geen sprake van. who’sToelichting: Who’s staat voor who is, je vraagt hier namelijk naar wie de toets surveilleert.theirs Toelichting: Je wilt hier zeggen dat de auto’s van hen zijn. Je verwijst naar iets wat al eerder genoemd is; de auto’s. Je krijgt dan een -s achter het bezittelijk voornaamwoord.tooToelichting: Je vraagt iemand of hij/zij ook mee wil naar de bioscoop. Ook vertaal je met too.ThenToelichting: Het gaat hier om een tijdsbepaling dus krijg je then in plaats van than.fewerToelichting: Exercises is telbaar en je wilt aangeven dat er minder oefeningen gedaan zijn dus fewer. The boys were playing outside in the mud. (past continuous)Toelichting: Boys is meervoud dus play moet ook in het meervoud. De past continuous maak je met een vorm van to be (were) en het werkwoord met -ing (playing).We will watch that video you were talking about. (will)Toelichting: Will verandert niet van vorm in enkelvoud of meervoud, na will krijg je het hele werkwoord.The flowers are blooming in the sunny fields. (present continuous)Toelichting: Flowers zijn meervoud en bij de present continuous krijg je een vorm van to be (are) en het werkwoord met -ing (blooming).All our cars drive on petrol instead of gasoline. (present simple)Toelichting: In deze zin wordt de present simple ingezet bij een feit. Cars is meervoud dus krijg je het hele werkwoord.It has already rained for hours. (present perfect) Toelichting: Bij de present perfect wil je een zin maken waarbij het effect op nu belangrijk is of je vertelt over iets dat in het verleden begonnen is en nog bezig is of impact heeft. It krijgt has als onregelmatige vorm van have en rained is het voltooid deelwoord van rain.Extra uitleg: TensesDenk goed na over welke boodschap je over wilt brengen met de zinZoek op welke tense daar het beste bij pastControleer of je elk werkwoord in de zin op de juiste manier gevormd hebt to> too, in deze vertaling betekent het ‘ook’ dus krijg je toowether> weather, hier gaat het om het weer dat schrijf je met -ea-Witch> which, welke schrijf je zonder de -t-, anders staat er hekswhere> wear, where betekent waar, wear betekent dragenfewer> less, boeken zijn telbaar dus krijg je lessThere> they’re, they’re betekent zij zijnThan> then, er staat hier niet achter dat het beter is dan iemand anders, je vraagt of iemand anders denkt het beter te kunnen, dan krijg je then met een etoo> to, voor een werkwoord krijg je to met 1 oTheir> they’re, they’re is de schrijfwijze voor zij zijn Were> we’re, we’re is de schrijfwijze voor wij zijn is → used to bedrinks → used to drinklive → used to livego → used to goplay → used to playis → used to beExtra uitleg: ‘used to’Je gebruikt de constructie used to + hele werkwoord (zonder to) om te praten over dingen in het verleden die zich nu niet meer voordoen of die nu niet meer zo zijn. Let er op dat je bij vraag a en f het werkwoord to be (onregelmatige vervoeging) gebruikt.