Kern Engels 2e ed - Hoofdstuk 17 t/m 19 - Les 45 t/m 53 oefentoetsen & antwoorden

hoogtepuntbegraafplaatsingangburgerschapmaatschappijleertoegestaanchillenin plaats vanexcuus crossingbus lanepavementcanteenjumpertietopicexchangebtw (by the way) Germanimmediatelyto fill inboringwonderfulsolve To get to the library, follow these directions. First, walk straight for two blocks until you reach the traffic lights. Then, turn left at the corner where the bakery is. Continue walking for another block, and you will see a park on your right. Cross the street in front of the park and keep going straight until you see the big white building. That’s the library! If you get lost, just ask someone nearby, and they will help you. Good luck!Toelichting: De imperatief / gebiedende wijs wordt gebruikt om bevelen, opdrachten of instructies te geven. thisthosetheseThatthosethat Toelichting:gebruik this (enkelvoud) en these (meervoud) voor dingen die dichtbij zijn. gebruik that (enkelvoud) en those (meervoud) voor dingen die verder weg zijn. Persoonlijke voornaamwoorden als onderwerp van de zinPersoonlijke voornaamwoorden wanneer ze niet het onderwerp zijn van de zinBijvoegelijke voornaamwoorden, bijvoegelijkBijvoegelijke voornaamwoorden, zelfstandigImemymineyouyouyouryourshe/she/ithim/her/ithis/her/itshis/hersweyouyouryoursyouusourourstheythemtheirtheirsToelichting: Voorbeelden in een zin:Persoonlijke voornaamwoorden als onderwerp van de zin: I love playing tennis at the weekend.Persoonlijke voornaamwoorden als ze niet het onderwerp zijn van de zin: Stop talking about me!Bijvoegelijke voornaamwoorden, bijvoegelijk: That is my book.Bijvoegelijke voornaamwoorden, zelfstandig: That book is mine. wakes is runningdoesn’t workare studyingdon’t goam readingvisitdoesn’t playeatsis sleepingare watchingteachesToelichting:Je gebruikt de present simple om te praten over feiten, gewoontes en dingen die regelmatig gebeuren. Bij de present simple geldt de volgende regel:Bij he/she/it komt een s achter het werkwoord, bijvoorbeeld: he/she/it walksBij I/you/we/they hele werkwoord zonder s, bijvoorbeeldI/you/we/they walkLet op de spelling van bepaalde werkwoorden. Achter sommige werkwoorden komt er es in plaats van alleen een s,bijvoorbeeld: watch – watches (she/he/it watches)Achter werkwoorden die eindigen op een y, komt ies, bijvoorbeeld:  study – studiesLet ook op de vervoeging van do, daar komt es achter bij she/he/it:she/he/it doesJe gebruikt de present continuous om te praten over dingen die nu aan de gangzijn of dingen die je binnenkort gaat doen.Je maakt de present continuous door be (am, are of is) + werkwoord-ing te gebruiken:I am workinghe / she / it is workingyou / we / they / are workingBijvoorbeeld: I am reading a book. (iets dat nu gebeurt)I am visiting my grandma this afternoon (iets dat in de nabije toekomst gebeurt). Last summer, I went to a beach with my family. It was our favourite vacation ever. My brother and I built a huge sandcastle. We spent hours digging and shaping it until it was perfect. Our mom took pictures of us standing proudly next to it. Later, we all went for a swim. The water was cool and refreshing. My brother looked so happy splashing around with me. After swimming, we had a picnic. Our/my dad made sandwiches, and our/my mom packed some fruit. I remember eating a juicy apple and thinking how lucky we were to be there. The sun was shining, and I/you could hear the waves crashing. It felt like our/my own little paradise. That night, we had a bonfire on the beach. We roasted marshmallows and told stories. As I looked at my family, I realised how much I loved them. We all feel that day is one of our best memories, and it's ours to treasure forever.myMyI WeOurusweMyweOur/myour/myI weI/youour/myweWeImyours CCCCBCBB