Toets MAW

Seneca MAW 2e ed - Hoofdstuk 1 - De samenleving en het individu oefentoetsen & antwoorden

2e editie
Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: primaire socialisatie, secundaire socialisatie, tertiaire socialisatie, socialisatoren, cultuurelementen, loyaliteitsconflict, sociale identiteit, referentiekader, persoonlijke identiteit, groepsidentificatie, externe sociale identiteit, internalisatie, nature en nurture, materiële en immateriële aspecten van cultuur, dominante cultuur, subcultuur, tegencultuur, enculturatie, acculturatie, cultuur is relatief, plaats- en tijdgebonden, economisch kapitaal, sociaal kapitaal, cultureel kapitaal, secularisering, globalisering. 
Seneca MAW 2e ed
Toets MAW
Seneca MAW 2e ed
Online maken
Toets afdrukken
Socialisatie is het proces waarbij iemand de cultuur krijgt overgedragen van de mensen, groepen en de samenleving waar iemand bij hoort. Deze overdracht kan bijvoorbeeld gaan via onderwijs, via je ouders (opvoeding) of gewoon doordat je met andere mensen omgaat.  Mensen nemen de cultuur dus over van de mensen in de nabije omgeving, de mensen (of groepen van mensen) van wie we cultuur overnemen noemen we de socialisatoren. Socialisatie bestaat uit twee onderdelen: overdracht en verwerving. In het onderdeel verwerving worden de cultuur/waarden/normen onderdeel van jouzelf, het gaat vanaf dan als het ware vanzelf, je hoeft er geen moeite meer voor te doen (bijvoorbeeld om je op een bepaalde manier te kleden, te praten of te eten): dit heet internalisatie. Nature gaat over dingen die een mens kan zonder dat het is aangeleerd, deze dingen zijn dus aangeboren. Nurture gaat over de dingen die je krijgt aangeleerd door je omgeving, dit heeft bijvoorbeeld te maken met de cultuur waarin iemand is opgegroeid. Omgevingsfactoren spelen een rol, en juist niet hetgeen dat is aangeboren. Secularisering: mensen identificeren zich minder met een religie. Globalisering: er zijn meer internationale bindingen tussen mensen en tussen ondernemingen (bedrijven), dus over landsgrenzen heen.  Een vooroordeel of een stereotype is een gegeneraliseerd beeld of mening van een bepaalde groep of een bepaald iemand. Dit hoeft niet altijd te kloppen en kan daarom leiden tot verkeerde aannames en ideeën. Bijvoorbeeld: als je denkt dat alle Nederlanders heel direct zijn en altijd zeggen wat ze denken. Dit kan voor sommige Nederlanders kloppen, maar natuurlijk niet voor iedereen.  Economisch kapitaal: hebben je ouders bijvoorbeeld een hoog of een laag inkomen? Of hebben ze veel of weinig bezit (een huis, auto, geld om voor je studie te betalen, etc.)?Sociaal kapitaal: hoeveel mensen kennen jij en je ouders? Kom je door deze mensen veel op sociale bijeenkomsten terecht waardoor je verschillende sociale vaardigheden aanleert? Kunnen sommige van deze mensen je misschien ook helpen bij het vinden van een goede baan?Cultureel kapitaal: houden je ouders van theater en muziek en nemen ze je mee daarheen, leren ze je tafelmanieren (hoe je je mes en vork moet vasthouden, hoe je netjes moet eten), heb je geleerd hoe je je moet gedragen in een professionele omgeving? Dit zijn allemaal dingen die geassocieerd worden met ‘hoge sociale posities’.  persoonlijke identiteitreferentiekadersociale identiteitloyaliteitsconflictexterne sociale identiteit 1 C. Materiële aspecten van cultuur → Tastbare dingen, zoals het eten van stroopwafels of haring2 E. Immateriële aspecten van cultuur → Ontastbare dingen, zoals het verbod op discriminatie van mensen op basis van huidskleur of seksuele voorkeur. 3 A. Dominante cultuur → Meestal de grootste groep in een land, en vaak ook de groep met de meeste economische en politieke macht. 4 G. Subcultuur → Van de dominante cultuur afwijkende culturen die je bijvoorbeeld kan zien binnen een gezin of bij groepen jongeren. 5 D.. Tegencultuur → Culturen die niet willen horen bij de dominante cultuur en zich er actief tegen afzetten.6 B. Enculturatie → Je wordt geboren in een bepaalde cultuur en je leert ook de gebruiken en gewoonten aan van die cultuur. 7 F. . Acculturatie →  Je leert (elementen van) een andere cultuur aan dan de cultuur waarin je bent geboren.  Het was lange tijd onderdeel van de Nederlandse cultuur om zwarte pieten te hebben bij sinterklaasvieringen. Culturen (of elementen van culturen) kunnen echter veranderen: culturen zijn dus niet absoluut, maar ze zijn relatief. Culturen veranderen afhankelijk van de plaats en van de tijd: in veel gemeenten (maar niet alle!) worden tegenwoordig regenboogpieten ingezet (plaats), dit is een cultuurverandering ten opzichte van vroeger (tijd) toen er nog zwarte pieten in alle gemeenten waren. primaire socialisatie gaat over het overdragen en verwerven van gedragsregels/waarden en normen binnen een kleine groep van mensen die heel nauw met elkaar verbonden gaat, bijvoorbeeld je gezin of je beste vrienden. Het kan zijn dat de mensen die positieve reacties geven op Nikkies coming-out, zijn opgegroeid in een gezin waar het heel normaal is om over gender te praten, terwijl de mensen die een negatieve reactie geven wellicht vanuit hun familie/vrienden weinig kennis over gender hebben meegekregen, of misschien is het onderwerp zelfs taboe in hun nabije omgeving. In de ene familie/vriendengroep is het onderwerp dus ‘normaal’ (conform de norm) en in de andere familie/vriendengroep is het onderwerp niet ‘normaal’ (niet conform de norm). secundaire socialisatie gaat over het overdragen en verwerven van gedragsregels/waarden en normen binnen een georganiseerde groep, bijvoorbeeld: school, werk, je sportvereniging, etc. Het kan zijn dat de mensen die positieve reacties geven op Nikkies coming-out, op een school zitten waar veel over gender en respect wordt gesproken, waardoor ze een positieve en respectvolle reactie geven op coming-out. Het zou kunnen dat de mensen die een negatieve reactie geven misschien op een school zitten waar er geen of weinig aandacht aan het thema wordt besteed of waar er negatief over wordt gesproken. tertiaire socialisatie gaat over het overdragen en verwerven van gedragsregels/waarden en normen door socialisatoren die anoniem zijn: waar de mensen geen directe band mee hebben. Belangrijke voorbeelden van tertiaire socialisatoren zijn: overheidsregels en de media. Uit het krantenartikel blijkt dat de media (en met name één specifiek televisieprogramma) een positieve invloed hebben gehad op hoe jongeren over transgenders en gender denken. Aangezien de jongeren positievere denkbeelden/waarden hebben verworven door de media, kan de media in dit geval worden gezien als een tertiaire socialisator.  Uitdrukkingsvorm: uitdrukkingsvormen zijn materiële (tastbare) aspecten van cultuur, dingen die je aan de buitenkant kunt zien. Dat is zeker het geval bij het dragen van een Schotse kilt. Opvatting: opvattingen zijn ideeën die passen in een breder geheel, bijvoorbeeld ideeën die je hebt vanuit je politieke overtuiging of vanuit je religie. In het voorbeeld komen Bandars ideeën/opvattingen voort uit zijn religie, een breder geheel waarbinnen zijn opvattingen goed passen. De antwoorden normen (gedragsregels die horen bij bepaalde waarden die iemand heeft) en waarden (in dit geval bijvoorbeeld de waarde ‘respect’) zouden ook correct zijn. Normen: normen zijn gedragsregels die gebaseerd zijn op bepaalde waarden en die je op verschillende momenten en op verschillende plekken toepast (ze reizen als het ware met je mee). Aangezien het in Ranas familie respectvol is (dat is een waarde) om schoenen uit te doen, doet ze dit ook in andere huizen (bijvoorbeeld van vrienden).Voorstellingen: voorstellingen gaan over bepaalde ideeën die je hebt over een bepaalde gebeurtenis (bijvoorbeeld een historische gebeurtenis). Op basis van deze voorstellingen kijken mensen weer naar de hedendaagse wereld. Neo-nazi’s zien (in tegenstelling tot de meeste mensen) de holocaust niet als een verschrikkelijke gebeurtenis, en deze voorstelling van de geschiedenis beïnvloedt ook hoe ze de wereld nu zien en hoe ze tegen zichzelf en anderen (met name Joden) aankijken. Het antwoord opvattingen is ook juist omdat de opvattingen van deze mensen over Joden en het ‘witte ras’ passen binnen het bredere gedachtegoed van het neo-nazisme. Waarden: Lisa lijkt deze uitspraak te doen op basis van de waarde gelijkheid. Eventueel zou je ook kunnen zeggen dat het hier om opvattingen gaat als Lisa's ideeën bijvoorbeeld goed passen bij de politieke partij waarvan ze lid is. Instituties: bij instituties gaat het om een verzameling van gedragsregels met betrekking tot een bepaald thema. In dit geval wordt het gedrag van Rana's familie beïnvloed door de regels die er in haar familie/cultuur bestaan rondom de institutie ‘het huwelijk’: haar familie volgt de geldende gedragsregels. Een ander voorbeeld: Er zijn bijvoorbeeld ook politieke instituties, zoals de verkiezingen, daarvoor gelden ook specifieke regels die elke keer worden gevolgd.  Individualisering is een proces dat betekent dat individuen in een samenleving steeds meer kansen krijgen om zelfstandig te kunnen zijn in een samenleving, en dus minder afhankelijk te zijn van bijvoorbeeld familie of vrienden. De volgende kenmerken van individualisering lees je terug in het artikel: - Zelfontplooiing is belangrijk: Uit het krantenartikel blijkt dat jongeren veel waarde hechten aan zelfontplooiing, ze ervaren immers prestatiedruk om goede studieresultaten te halen. Het idee heerst dat als je goed presteert, dat je dan gelukkiger bent. Deze focus op zelfontplooiing in je leven (in tegenstelling tot bijvoorbeeld een focus op familie) is een kenmerk van individualisering. Uit het artikel blijkt dat dit kenmerk van individualisering een negatief effect heeft op de jongeren: ze ervaren veel druk en voelen zich somberder. - Eigen verantwoordelijkheid: je bent zelf verantwoordelijk voor je handelen, dit is een kenmerk van individualisme. Je bent financieel en emotioneel onafhankelijk. In het artikel staat dat jongeren tegenwoordig vooral zelf verantwoordelijk zijn voor op orde krijgen van je leven, dit is een voorbeeld van deze eigen verantwoordelijkheid. Ook dit lijkt een negatief effect te hebben op jongeren, want als het je niet lukt om je leven op orde te krijgen dan val je volgens het krantenartikel als jongere buiten de groep.- Minder solidair gedrag en mensen horen niet bij een groep: omdat mensen steeds meer op zichzelf en op hun eigen succes zijn gefocust, en omdat er minder groepsvorming is, is er minder oog voor het helpen van andere mensen, dit is ook een kenmerk van individualisering en dit wordt ook genoemd in het artikel. Het heeft een negatief effect omdat mensen er meer alleen voorstaan in het leven, terwijl het onderdeel uitmaken van een groep en gesteund worden juist belangrijk is voor een mens. Andere kenmerken van individualisering zijn: gelijkheid tussen man en vrouw (egalitair)kinderen en ouders onderhandelen met elkaar (democratisch gezin)meer kansen om zelf dingen te kiezen in het leven.

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in