All Right! Max - Hoofdstuk 5 - South Africa oefentoetsen & antwoorden

gevangenschapuitstervingroofdier(voet)sporenVerwachtenprocessie/optochtvermijdenomtrek inventjudgesentenceviolencefairgroundsuppliestuskremove dangerlionwidespreadroller coasterscarymagicianhaunted housetool nailmarkarrestprison/jailattemptweaponburglarhammer I was very pleased to be able to come today.The brass band was terrific, wasn’t it?It didn’t live up to my expectations.  Let me tell you about my weekend.In a nutshell: I was!Then we went on the chair swing.We arrived early in the morning.We couldn’t believe our eyes when we got there.I was really relieved when the police arrived.I realised I was lucky that my bag was still in the car. All (students = groep / meervoud)every (focus op het collectieve, gevolgd door enkelvoud - day)Each (iedere oefening afzonderlijk, exercise = enkelvoud)all (rental cars = groep / meervoud)all (witnesses = groep / meervoud)each (iedere hand afzonderlijk, hand = enkelvoud)Toelichting:Voor de Nederlandse woorden ‘alle’ en ‘elke / iedere’ heb je in het Engels meerdere woorden: all, every en each. All gebruik je als het hebt over een hele groep. Na all komt altijd een meervoud.Voorbeeld: All people (mensen) are equal. I think we visited all the museums in this city.Every gebruik je als je het hebt over de mensen, dieren of dingen die samen een groep vormen. Er zijn binnen die groep geen uitzonderingen. De focus ligt op het collectieve. Na every komt altijd een enkelvoud.Voorbeeld: Every student has to wear a uniform. Each gebruik je als je het hebt over mensen, dieren en dingen afzonderlijk, ‘elk op zich’ / als individu. Ook na each komt altijd een enkelvoud.Voorbeeld: Each season has its own charms.  strangely (bijwoord, zegt iets van het bijvoeglijk naamwoord ‘odd’)curious (bijvoeglijk naamwoord, zegt iets van het zelfstandig naamwoord ‘woman’) happily (bijwoord, zegt iets van het werkwoord ‘playing’)terribly (bijwoord, zegt iets van het bijvoeglijk naamwoord ‘hurt’)Sensibly (bijwoord, zegt iets van het werkwoord ‘eating’)Irreplaceable (bijvoeglijk naamwoord, zegt iets van het zelfstandig naamwoord ‘books’) / properly (bijwoord, zegt iets van het werkwoord ‘stored’) tasty (bijvoeglijk naamwoord, zegt iets van het zelfstandig naamwoord ‘mangoes’)Toelichting:Om aan te geven hoe iets precies is of wordt gedaan, kun je in het Engels adjectives (bijvoeglijke naamwoorden) of adverbs (bijwoorden) gebruiken. Vorm: Adjectives hebben een eigen vorm: It’s a wonderful day. Adverbs maak je meestal door -ly achter een adjective te zetten, bijvoorbeeld:My aunt sings beautifully. Let op: soms verandert er iets aan de spelling. Voorbeeld:This test is easy. I can do it easily. The probable cause of the accident was drunk driving. The accident was probably caused by drunk driving. Let op: sommige adverbs hebben een eigen vorm, of dezelfde vorm als het adjective. Voorbeeld:He is a good dancer. He dances well.He is a fast driver. He drives fast.Gebruik:Adjectives zeggen iets over een noun (zelfstandig naamwoord). Voorbeeld: My dad is an honest man. Adverbs kunnen iets zeggen over: een verb (werkwoord): He talks clearly. I always walk slowly. een adjective (bijvoeglijk naamwoord): My dad is a really honest man. een ander adverb (bijwoord): He talks really clearly. I always walk terribly slowly.  Shall we go (shall + hele werkwoord, spontaan voorstel)open (present simple, volgens schema)are visiting (present continuous, volgens plan)Will you tell (will + hele werkwoord, spontaan verzoek)am going to be (be going to + hele werkwoord, voorspelling gebaseerd op een aanwijzing)is going to rain (be going to + hele werkwoord, voorspelling gebaseerd op een aanwijzing)will probably break up (will + hele werkwoord, voorspelling gebaseerd op een mening)am staying (present continuous, volgens plan)Toelichting:The futureOm te praten over de toekomst kun je vier verschillende werkwoordstijden gebruiken: Present simple: dit gebruik je voor dingen die volgens schema gaan gebeuren. Voorbeeld: The train leaves at 6:32 p.m. The excursion starts in front of the hotel. Present continuous: dit gebruik je voor dingen die gepland zijn en vrijwel zeker gaan gebeuren. Je hebt er bijvoorbeeld al dingen voor geregeld. Voorbeeld: We are travelling to France this Friday. To be going to + hele werkwoord: gebruik je als het plan er al was vóór het gesprek. Vaak gebruik je in het Nederlands ook het werkwoord ‘gaan’. Voorbeeld: I’m going to visit lots of museums. Ook bij een voorspelling die is gebaseerd op een aanwijzing, dus iets wat je bijvoorbeeld kunt zien of weten. Ook hier gebruik je in het Nederlands vaak het werkwoord ‘gaan’.Voorbeeld: Look at that blue sky! It’s going to be a sunny day. 4. Will / shall + hele werkwoord: gebruik je bij een voorspelling die gebaseerd is op een mening (vaak in combinatie met I (don’t) think / believe that...). In het Nederlands gebruik je dan vaak het werkwoord ‘zullen’. Voorbeeld: I don’t think that our dog will bite you. Bij een spontaan aanbod, weigeringen, beloftes, voorstellen of verzoeken.Voorbeeld: I’ll carry your luggage for you. Will you bring me some water please? Let op: bij een voorstel in vraagvorm met I of we als onderwerp gebruik je shall. Voorbeeld: Shall I / we open another bag of chips? Bij onzekerheid over de toekomst (in combinatie met I think, probably of possibly): I’ll probably get carsick during the trip. am attending (present continuous, volgens plan)all my friends (hele groep, friends = meervoud)every friend (focus op het collectieve, friend = enkelvoud)will buy (will + hele werkwoord, in combinatie met ‘think’)am going to get (to be going to + hele werkwoord, het plan was er al voor het gesprek)every fan (focus op het collectieve, fan = enkelvoud)each shirt (elk afzonderlijk, shirt = enkelvoud)will glow (will + hele werkwoord, voorspelling gebaseerd op een mening)i/j.  We all are going to enjoy / We are all going to enjoy / We’re all going to enjoy (all = hele groep; are going to enjoy = to be going to + hele werkwoord – voorspelling gebaseerd op aanwijzing / iets dat je kunt weten) Verdere Toelichting:Zie onder oefening 6 & 8.