Blink Nederlands
- Hoofdstuk Lezen 3 -
oefentoetsen & antwoorden
1e editie
Klas 2|Vwo
Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: signaalwoorden, verwijswoorden, leesstrategieën, tekstbegrip.
Toets Nederlands
Blink Nederlands
Online maken
Toets afdrukken
De mier: niet precies en langzaamJe blijft moeite doen om goed te lezen, ook al gaat het niet vanzelf.Technisch lezen gaat soms moeilijk.Je bent soms al vergeten wat je hebt gelezen als je een zin verder bent.Je weet soms niet veel van het onderwerp van de tekst.Je wilt graag goed lezen, maar het is hard werken.Je verliest weleens de moed.Het lezen lukt je wel een stuk beter als de tekst je interesseert.De cheeta: niet precies en snel Je leest lang niet alles.Je weet snel waar de tekst over gaat.Al die details vind je niet zo boeiend.Moeilijke woorden sla je vaak over.Je kent ook niet alle woorden.Als je de tekst goed moet begrijpen of leren, doe je dat een beetje oppervlakkig.De olifant: precies en langzaam Je leest alles, regel voor regel.Je leest het soms nog een keer en je kijkt terug in de tekst.Je wilt alles begrijpen.Je leest de details, de grote lijn vergeet je wel eens.Je weet veel van de tekst, maar het gaat niet supersnel.Je kijkt niet altijd naar de tekst als geheel.De havik: precies en snel Je leest soms alles, soms alleen de buitenkant van de tekst.Je weet wanneer je precies moet gaan lezen.Je houdt de grote lijn in de gaten.Je leest op een handige manier.Je begrijpt al snel de hele tekst.Je bent goed in lezen en hebt veel kennis.Als je meer leest, kun je ook sneller leren lezen. Het leesdoel, je interesse (vind je een onderwerp interessant) en je voorkennis, bepalen hoe je een tekst gaat lezen en welke leesstrategie je gaat toepassen. Tijdens het lezen pas je de volgende leesstrategie toe:Ophelderen wat je niet meteen begrijptVragen stellen aan jezelfSamenvatten.Als je weet met welk doel je de tekst leest, ga je ook op een andere manier lezen. Bijvoorbeeld als het doel is om snel een antwoord te vinden op de vraag in een toets, ga je zoekend lezen. Lees je op vakantie omdat je lezen nu eenmaal leuk vindt, ga je juist ontspannen lezen. Signaalwoorden helpen je te ontdekken welk verband er in een zin of tussen zinnen bestaat en ze maken de tekst begrijpelijker.Verwijswoorden zijn woorden die verwijzen naar iets, iemand, tijd of plaats. Ze zorgen ervoor dat je een tekst goed kunt snappen.Toelichting:Een signaalwoord zorgt ervoor dat je de tekst makkelijker kunt lezen en ook snapt wat er bedoeld wordt. Je hebt signaalwoorden die ervoor zorgen dat je weet dat het een tegenstelling is (maar, toch, tenzij) of dat je begrijpt waar iets is gebeurd (hier, daar, waarin).Zonder signaalwoorden is de tekst minder goed te begrijpen.Verwijswoorden verwijzen naar een ander woord of andere woorden in de tekst.Verwijswoorden zorgen ervoor dat je een woord of meerdere woorden (woordgroep) niet steeds hoeft te herhalen. Verwijswoorden zorgen ervoor dat de tekst prettiger te lezen is.Bijvoorbeeld: Zonder signaalwoord:Ik haalde een 3 voor mijn toets. Ik had niet geleerd.Met signaalwoord:Ik haalde een 3 voor mijn toets, omdat ik niet had geleerd.Zonder verwijswoord:De studenten krijgen een nieuw rooster. De studenten hebben hierdoor een middag vrij in de week, maar de studenten moeten op donderdag wel langer naar school.Met verwijswoord:De studenten krijgen een nieuw rooster. Ze hebben hierdoor een middag vrij in de week, ze moeten op donderdag wel langer naar school. Bij lange teksten kun je tussendoor een deel van de tekst samenvatten om vast te stellen of je dat deel begrepen hebt en of je het voldoende begrepen hebt om door te lezen en/of om aan iemand te kunnen vertellen. Het samenvatten kan zowel op papier als in je hoofd.Na het lezen kun je een samenvatting maken om de belangrijkste zaken uit de tekst op een rijtje te zetten. Je schrijft dan uitsluitend die dingen op voor jou van belang zijn om later te kunnen gebruiken. Het is lastiger lezen (veel hele korte zinnen) en je ziet de verbanden in de tekst niet.Vandaag hebben we een jubileum, want onze school bestaat 50 jaar. De leraren hebben de lokalen mooi versierd en de leerlingen hebben meegeholpen. Vanmiddag is er feest, daarom gaan de lessen niet door. Alle medewerkers en vrijwilligers krijgen een bedankje en alle ouders zijn uitgenodigd. Kortom, het wordt een gezellige middag. Combineer met de keuzemogelijkhedenTekstverbandDit geven schrijvers om iets duidelijker te maken.toelichting of uitlegGeeft een chronologisch verband aan.tijdaangevendDe schrijver geeft aan hoe je je doel kunt bereiken.doel-middelTwee of meer begrippen of meningen spreken elkaar tegen.tegenstellingAls je de twee onderwerpen naast elkaar legt, kun je zien of ze overeenkomen of juist niet. vergelijkingDe belangrijkste punten uit een tekst.samenvattingEen deel van de zin geeft aan wat mag, waarvoor toestemming is gegeven.voorwaardeEen samenvattend inzicht.conclusieDe schrijver legt een oorzaak van een verschijnsel of gebeurtenis uit.reden of verklaringDingen worden na elkaar genoemd.opsommingEr is iets gebeurd wat ervoor heeft gezorgd dat er iets anders gebeurde. oorzaak-gevolg SignaalwoordTekstverband1 zoalsc vergelijking / f toelichting of uitleg2 echterd tegenstelling3 bovendiena opsomming4 kortomg conclusie5 mitsb voorwaarde6 eveneensa opsomming / c vergelijking7 terwijle tijdaangevend Mijn kleine neefje is een veelvraat. Hij wil graag een ijsje, een stukje taart, een glas limonade ________ een pizzapunt.enopsomming________ Mathilde niet had geleerd voor het examen, heeft ze het toch nog gehaald. hoeweltegenstelling__________ er een ongeluk was gebeurd, kwamen wij te laat.doordatoorzaak-gevolgIk ga vandaag eerder weg,________ ik moet nog boodschappen doen. wantreden of verklaringJe mag vanavond naar het feest, ___________ je je gedraagt en op tijd thuis bent.mitsvoorwaarde______________ dat iedereen er erg veel zin in heeft om dit weekend lekker weg te gaan. uit dit alles blijktconclusie De kinderen eten vaak ‘zoet’ op hun brood, bijvoorbeeld/zoals hagelslag en jam.Ik wil graag een fatbike kopen, maar ik heb geen geld.In de schoolkantine kun je verschillende snacks kopen, zoals frikandellen, pizzabroodjes en hamburgers.Ten eerste vind ik Amsterdam de mooiste stad van Nederland en verder/ten tweede/daarnaast vind ik het ook heel gezellig met al die grachten.Je kunt ook een brommer huren, mits je achttien bent. daarmee = doel-middelVerder = opsommingDesondanks = tegenstellingtijdens = tijdaangevendom te = doel-middel Heb je de looping van dat/dit vliegtuig gezien?De fiets die ik had geverfd, is gestolen.De interviewer stelde vragen aan de voetballer, maar die snapte er weinig van.Het bedrijf, dat de snoepjes produceert, gaat uitbreiden.Er zit een fout in het systeem en die kan ik niet herstellen. Toelichting:Het-woordenAlle het-woorden zijn onzijdig.Naar het-woorden kun je verwijzen met dit of dat. Bijvoorbeeld: Dit haar is bruin, dat haar is blond. De-woordenDe-woorden zijn mannelijk of vrouwelijk. Naar de-woorden kun je verwijzen met deze of die. Bijvoorbeeld: Deze auto is nieuw. Die auto daar is het oude model. Tip! Wil je weten of een woord mannelijk (m), vrouwelijk (v) of onzijdig (o) is? Kijk dan op www.woordenlijst.org De dikgedrukte woorden zijn de zes signaalwoorden. Het zijn de eerste koala's ooit in Nederland en dus ook de enige die te zien zijn in een Nederlandse dierentuin.De koala's moeten eerst bijkomen van de reis en zijn vanaf donderdag te zien voor bezoekers. Daar werden ze opgehaald door een medewerker van Ouwehands Dierenpark, die ook een tijdje meeliep met de Amerikaanse verzorgers.Maar door bosbranden en overstromingen is de populatie van de buideldieren de afgelopen jaren flink afgenomen.In onderstaande (delen van) zinnen staan verwijswoorden onderstreept. Geef aan waar deze naar verwijzen.Het zijn de eerste koala's ooit in NederlandDe drie koala’s die vrijdag zijn aangekomenDaar werden ze opgehaald door een medewerker van Ouwehands Dierenparkde San Diego Zoo in de Verenigde Staten…, die ook een tijdje meeliep met de Amerikaanse verzorgers.een medewerker van Ouwehands DierenparkDe dierentuin heeft een speciaal verblijf gebouwdOuwehands Dierenpark… is de populatie van de buideldieren de afgelopen jaren flink afgenomen.koala'sDe koala’s zijn in Nederland omdat ze meedoen aan een fokprogramma.Aangemerkt: aangegeven, beschouwd als, Kwetsbaar: weinig beschermd, vatbaar voor ziektes of verwondingenBedreigd: bang maken door iets te zeggen of te doen. In dit geval: bedreigde diersoort: wordt met uitsterven bedreigd 🡪 de kans dat je gaat sterven. woordVerwijst naarzedeze slangen 🡪 wurgslangendatanaconda’s die mensen dodendaarin donkere plekken in de Amazonedatwaardoor het verschil tussen twee slangen veel groter isdithet vervolgonderzoekAls je weet welke dieren er zijn, kun je ook vaststellen wat ze nodig hebben om te blijven leven. Toelichting:Er staat letterlijk in de tekst: “Je kunt niet beschermen wat je niet kent of niet herkent." en "Nu kun je gericht kijken naar wat de soort nodig heeft om te overleven en om beschermd te worden.”Dat betekent dat je eerst moet weten wat er is, om te weten wat je moet doen om iets in leven te houden, bijvoorbeeld minder CO2-uitstoot, niet meer op jagen, schoner water, enzovoort.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.