Toets Nederlands

Nieuw Nederlands 7e ed/FLEX - Cursus 5 - Grammatica oefentoetsen & antwoorden

7e editie

Deze oefentoets bestaat uit twee delen. 

Deel A behandelt woordsoorten: voegwoorden, persoonlijk voornaamwoord, bezittelijk voornaamwoord, aanwijzend voornaamwoord vragend voornaamwoord.

Deel B behandelt zinsdelen: samengestelde zinnen, meewerkend voorwerp, bijwoordelijke bepaling. 

Nieuw Nederlands 7e ed/FLEX
Toets Nederlands
Nieuw Nederlands 7e ed/FLEX
Online maken
Toets afdrukken
De bewering is juist. Toelichting: Andere woorden aan het begin van een zin zijn dus geen vragende voornaamwoorden. Denk aan woorden als ‘hoe’ en ‘waarom’. werkwoordzelfstandig naamwoordbijvoeglijk naamwoordvoorzetselvoegwoordbouwenkokenschilderenwordenzingenfotograafmicroscooptelevisieprogrammauniversiteitknusplucheschitterendachterbovennaasttussenaangezienbijvoorbeeldwantdusToelichting:Werkwoorden:Dit is een doe-woord. Het geeft aan wat er gebeurt.Je kunt een werkwoord in een andere tijd zetten: Ik bouw, wij bouwen – ik bouwde, wij bouwdeJij zingt - zij zong. Je kunt een werkwoord in ’getal’ veranderen (meervoud/enkelvoud): ik loop -  wij lopenik liep – wij liepenZelfstandig naamwoorden:Voor een zelfstandig naamwoord kun je een lidwoord (de, het of een) voor zetten: de fotograaf, de microscoop, het televisieprogramma, een universiteit. Je kunt het in ‘getal’ veranderen (meervoud/enkelvoud): de tuin, de tuinen.Je kunt er een verkleinwoord van maken: het tuintjeBijvoeglijk naamwoorden:Zegt iets (een eigenschap of toestand) over een zelfstandig naamwoord: de knusse kamer, de metalen brug, het schitterende uitzicht. Voorzetsels:Een voorzetsel kun je altijd voor een lidwoord of zelfstandig naamwoord zetten. Een voorzetsel staat meestal aan het begin van een zinsdeel.Voor het vinden van een voorzetsel kun je de kast of de vakantie gebruiken. Een voorzetsel kun je altijd vóór deze woorden zetten:op de kast, naast de kast, in de kast, achter de kastvoor de vakantie, tijdens de vakantie, na de vakantie, gedurende de vakantieVoegwoorden:Voegwoorden verbinden zinsdelen, woorden of woordgroepen. Hieronder zie je een paar voorbeeldzinnen:Ze besloot binnen te blijven, aangezien het heel hard regende. In deze zin verbindt het voegwoord aangezien de reden (heel hard regende) met het besluit om binnen te blijven.Hij slaagde glansrijk voor het examen, ondanks dat hij weinig ervaring had.  We hebben er geen zin meer in, dus stoppen we ermee.Toen Tuan eindelijk een geschikte kamer vond, verhuisde hij direct naar Rotterdam.Volgend jaar ga ik op vakantie met het vliegtuig, of ik ga met de caravan weg.Omdat hij gemakkelijk contacten legt, bouwt Daniel moeiteloos een uitgebreid netwerk op.Sharon en Pia zijn duidelijk zeer gemotiveerd, maar Leentje en Marieke studeren nooit.Aangezien Tim dringend werk nodig heeft, solliciteert hij momenteel fanatiek.Zet jij even op de mail dat de vergadering morgen niet doorgaat?Maurice doet elke dag de boodschappen en hij kookt ook nog iedere dag het eten.Terwijl Billy de reclameartikelen sorteert, haalt Nina de etalage leeg.We kunnen vanavond niet naar dat concert, want we gaan oppassen op ons buurmeisje.Toelichting:Een voegwoord verbindt twee woorden, woordgroepen of zinnen met elkaar. Hierdoor kun je een verhaal beter lezen en snappen.Twee woorden: Ik ga kijken naar de auto’s en fietsen. Het voegwoord en verbindt de twee soorten voertuigen aan elkaar.Twee woordgroepen: Ik ga kijken naar de blinkende auto’s en glimmende fietsen. Het voegwoord en verbindt de woordgroep de blinkende auto’s met glimmende fietsen. Dit zijn meerdere woorden die bij elkaar horen en die noem je een woordgroep.Twee zinnen: Ik ga vandaag naar auto’s kijken, want mijn moeder wil een nieuwe kopen. Je hebt hier te maken met twee zinnen omdat er twee persoonsvormen staan: ga en wil. Vervolgens herken je het voegwoord want, die de twee zinnen met elkaar verbindt. Ik heb zijn pas vaak in mijn zak.Ik = pers.vnwZijn = bez.vnwMijn = bez.vnwWij schudden elkaar de hand.Wij = pers.vnwZij heeft zich erg vergist in hem.Zij = pers.vnwHem = pers.vnwIk was op hun feestje dit weekend. Ik = pers.vnwHun = bez.vnwToelichting:Persoonlijke voornaamwoorden noemen (meestal) personen zonder ze bij naam te noemen. Ze staan ook weleens in plaats van een dier of ding in de zin. Een pers.vnw kun je altijd vervangen door een naam.Bezittelijke voornaamwoorden geven een bezit aan (van mij, van jou, enz.) Je kunt een bez.vnw altijd vervangen door ‘mijn’. welke = vr.vnwwie = vr.vnw, deze+die = aanw.vnwdat = aanw.vnwdeze = aanw.vnwToelichting: Vragende voornaamwoorden verwijzen altijd naar iets of iemand. Daarom zijn ‘hoe’ en ‘wil’ geen vragende voornaamwoorden. Er zijn vier vragende voornaamwoorden: wie, wat, welk(e), wat voor (een). Ze staan meestal aan het begin van de zin, maar dat hoeft niet. Je moet opletten met de woorden wie en wat. Soms verwijzen die al terug naar iets of iemand in de zin. Dan zijn het verwijswoorden. Bijvoorbeeld: De leraar van wie we Nederlands krijgen, legt goed uit. In dit voorbeeld weet je naar welke persoon wie verwijst, namelijk de leraar. Omdat het al bekend is naar wie het verwijst, is het nu geen vragend voornaamwoord.Een aanwijzend voornaamwoord verwijst meestal naar een mens, dier of ding en kan voor een zelfstandig naamwoord staan (woorden waar je de, het of een voor kan zetten), maar kan ook los staan. De zeven aanwijzende voornaamwoorden in het Nederlands zijn: deze, die, dat, dit, zulk(e), zo’n, dergelijk(e). Een aanwijzend voornaamwoord kan ook zonder zelfstandig naamwoord voorkomen. Bijvoorbeeld: Dit is leuker dan dat.Bij 'de-woorden' en bij meervoud horen de ‘deze’ en ‘die’.Bij ‘het-woorden' horen ‘dit’ en ‘dat’. omdat = voegwoordmeisje = zelfstandig naamwoordhandgeschreven = bijvoeglijk naamwoordze = persoonlijk vnwen = voegwoordnaar = voorzetsel mogen = werkwoordmeenemen = werkwoorden = voegwoordplaatste = werkwoordzijn = bezittelijk vnw Om snel het meewerkend voorwerp te kunnen vinden, stel je de volgende vraag:aan wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp?Toelichting: Kijk naar deze voorbeeldzinnen:De aanvoerder reikt zijn medespelers de gewonnen bokaal aan.Aan wie reikt de aanvoerder de gewonnen bokaal aan?Antwoord:  zijn medespelers = meewerkend voorwerp.Ashanti leent aan niemand haar nieuwe fiets uit.Aan wie leent Ashanti haar nieuwe fiets uit?Antwoord: aan niemand = meewerkend voorwerp. De stelling is onjuist.Toelichting: Aan kan bijvoorbeeld ook een plaats aangeven en dus bijwoordelijke bepaling zijn. →  Aan de oever zaten twee hondjes.  De stelling is juist. Toelichting: Een bijwoordelijke bepaling geeft antwoord op vragen als: Waar? Waarheen? Waarom? Waardoor? Waarvandaan? Wanneer? Hoe? Van wie?Op de markt, in verband met wegwerkzaamheden, om tien uur ’s morgens, uit GroningenWoorden als: niet, misschien, natuurlijk, zijn ook bijwoordelijke bepalingen. samengestelde zin; omdat. samengestelde zin; want.enkelvoudige zinnen. samengestelde zin; omdatsamengestelde zin; en. Toelichting: Bepaal altijd eerst wat de persoonsvorm is.Kijk of er een voegwoord in de zin staatEen enkelvoudige zin bestaat uit één hoofdzin.Een samengestelde zin bestaat uit meerdere hoofd- of bijzinnen die met elkaar verbonden zijn door een voegwoord.  Kim gaf Pieter een boek in het park.Pv = gaf -> verandert in geef als je de tijd verandertOw = Kim -> wie gaf?Wg = gafLv = een boek -> wat gaf Kim?Mv = Pieter -> aan wie gaf Kim een boek?Bwb = in het park -> waar?Heb jij pap gebeld?Pv = Heb -> ww vooraan in de zin.Ow = jij -> wie belde?Wg = heb gebeld -> alle werkwoorden in de zinLv = pap -> wie heb jij gebeld?Mv = –Bwb = –Na het eten hebben wij onze gasten een heerlijke wijn geserveerd.Pv = hebben -> verandert in hadden als je de tijd verandertOw = wij -> wie hebben geserveerd?Wg = hebben geserveerd -> alle werkwoorden in de zinLv = een heerlijke wijn -> wat hebben wij geserveerd?Mv = onze gasten -> aan wie hebben wij een heerlijke wijn geserveerd?Bwb = na het eten -> wanneer?Op de A2 heeft een enorm ongeluk plaatsgevonden.Pv = heeft -> verandert in had als je de tijd verandert.Ow = een enorm ongeluk -> wat heeft plaatsgevonden?Wg = heeft plaatsgevonden -> alle werkwoorden in de zinLv = –Mv = –Bwb = op de A2 -> waar?Aan Fedde schijn ik vorig jaar mijn pen geleend te hebben.Pv = schijn -> verandert in scheen als de tijd verandertOw = ik -> wie schijnt geleend te hebben?Wg = scheen, geleend te hebben -> alle werkwoorden in de zinLv = mijn pen -> wat schijn ik geleend te hebben?Mv = Fedde -> aan wie schijn ik mijn pen geleend te hebben?Bwb = vorig jaar -> wanneer?Toelichting:Pv: de pv vind je door het werkwoord in een andere tijd te zetten.Ik lees een boek.Ik las een boek.Ow: het onderwerp en de pv horen bij elkaar. Als je de pv in het meervoud zet, moet het onderwerp ook in meervoud. De jongen leest een boek.De jongens lezen een boek.Wg: alle werkwoorden in de zin. Ook ‘te + infinitief’ en ‘aan het’ + infinitief horen bij wg.De jongen is een boek aan het lezen.De jongen probeert de tekst te begrijpen.Lv: het lijdend voorwerp ondergaat de handeling.De jongen leest een boek.Wat wordt gelezen: het boekMv: voor een meewerkend kun je ‘aan’ zetten of juist weglaten.Ik geef het boek aan Peter.Ik geef Peter het boek.Bwb: een bijwoordelijke bepaling is altijd een waar of wanneer.Ik geef het boek morgen aan PeterIk geef het boek aan Peter in de klas.

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in