Blink Engels - Period 2 - Big Game oefentoetsen & antwoorden

bosbladGeluid, lawaaistoerboekomslagkruisverraderverdelenaankomstvijand meaningsmellloaddirectorskinuncertainstrictsatisfiedemergencymissile attack (aanval)worry (zorgen maken)untamed (wild)passenger (passagier)Perhaps (misschien)trip  (reis) honor (eren)experience (ervaring)choice (keuze)chapter (hoofdstuk)deserve (verdienen) Antwoord A is correct.Toelichting:‘My parents’ zijn twee personen. Bij meervoud gebruik je don’t. Antwoord A is correct.Toelichting:Een present continuous gebruik je als iets nu of vandaag gebeurt. Een present continuous  vorm je zo: onderwerp + am/are/is + werkwoord + ing.  Bijv. I am walking. Antwoord A is correct. Toelichting: Het gaat hier over hoe ze de gitaar bespelen (adverb). Een adjective is beschrijven hoe iemand of iets is (qua karakter, bijvoorbeeld). Het woord blijft hetzelfde. Bijvoorbeeld: She is a creative girl. Her paintings are beautiful. Een adverb beschrijft iets over hoe iemand iets doet (het zegt iets over het werkwoord, ‘verb’ in het Engels).Bijvoorbeeld: She sings beautifully. He walked quietly.  havetakesis smilingcrashesis jumpinggoboilsToelichting: De present continuous gebruik je om iets te beschrijven wat nu gebeurt, zoals bij zin c, d en e. Je gebruikt het ook als je wil beschrijven wat je nu ziet (he is running away from the bears). De present simple (meest simpele vorm) gebruik je om aan te geven dat iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt. Ook bij feiten (zoals bij het water dat kookt bij 100 graden). Tip! Ezelsbruggetje: present continuous gebruik je als het nu is en dus een ing-vorm. clearly → adverb, want het gaat over het werkwoord ‘see’. completely → adverb, want het gaat over het werkwoord ‘missed’. softly → adverb, want het gaat over het werkwoord ‘asked’. quiet → adjective, want het gaat over hoe je moet zijn (werkwoord ‘be’). fast → adjective, want het gaat over hoe de auto is. beautiful → adjective, want het gaat over hoe de film is.  youritsmytheirhisourToelichting:Let bij ‘its’ op het volgende verschil tussen: its en it’s.We are watching a movie. It is / it’s beautiful. My cat is asking for food. Its food is on the counter.  I always have pasta for dinner.Je gebruikt hier een present simple, want er staat ‘always’. The dog is over there, but did you happen to see its ball?Je gebruikt hier ‘its’, want het gaat over de halsband van de hond. It doesn’t show where the path will take us. Je gebruikt hier doesn’t in plaats van don’t, want het gaat om ‘it’. It is very nice for us to go for a hike. ‘Our’ betekent ‘onze’, wat hier niet in de zin past. She is leaving her car behind now. Je gebruikt hier een present continuous, want het gebeurt nu. Theresa is a very good speaker, she is an enthusiastic person.  Het gaat hier over hoe Theresa is als persoon, dus een adjective (en geen -y) er achter. She speaks English quite well, because the studied a lot. Het gaat over hoe ze het spreekt, dus een adverb. Bij ‘good’ wordt het dan ‘well’. The helicopter often leaves at one o’clock. Bij dingen die vaak (often) gebeuren gebruik je een present simple.  a) its → possessive pronoun → gaat over Canada. b) are blooming → present continuous, want het gebeurt nu. c) you →  personal pronound) its →possessive pronoun → gaat over Canada. e) their → possessive pronoun → over de bevers. f) sing → present simple, want het is ‘always’. g) run → present simple, want het is ‘always’. h) dangerously → het gaat over hoe wolven zich kunnen gedragen, dus een adverb. i) carefully → het gaat over hoe je je moet gedragen rondom wolven, dus een adverb. j) your → possessive pronoun. k) is → present simplel) beautiful → het gaat over hoe de seizoenen zijn, dus een adjective.  m) are coming → present continuous → er staat ‘now’. Toelichting: Hoe pak je deze opdracht aan?Stap 1: Lees eerst het hele verhaaltje en kijk of je snapt wat er ongeveer gebeurt.Stap 2. Vul eerst alle woorden in die je zeker weet. Sla woorden over waarover je twijfelt. Stap 3. Kijk daarna eens naar je verhaaltje. Lijkt het zo te kloppen? Vertaal het eens naar het Nederlands en kijk of de werkwoorden op de goede plek staan.Stap 4. Staan alle werkwoorden in de goede tijd? Let op woorden als ‘always’ of ‘now’.  Het juiste antwoord is C → “The visitors listen to Emily and understand the problem. They stop feeding the deer and thank her for the advice.” Het juiste antwoord is A → ”The hiker explains that he took a wrong turn and got lost. He didn’t know how to find his way back” Het juiste antwoord is C → “Emily immediately starts looking for the missing hiker. She and her team know the park very well.” a) true → “ This is a common problem in the park. Many people think feeding animals is helpful, but it actually causes problems.”b) false → “They were on a hiking trail, but they got separated. Now, they can’t find their friend, and it’s getting late.” De groep raakte niet gezamenlijk verdwaald. c) false → “ If you get lost, it’s best to stay in one place until someone finds you."d) false → “Although it can be difficult sometimes, because the days can be very long if hikers get lost, she enjoys it very much. “ Tip! Bij dit soort vragen komen er vaak woorden als ‘altijd’ en ‘nooit’ voor. Deze zijn vrijwel altijd ‘false’ en ze testen of je dit kunt opzoeken in de tekst. Example storyboards:Storyboard 1: Red Riding Hood (Roodkapje)Location: in the forestAction:Red Riding Hood is walking slowly through the forest, carrying a basket.She hears a loud noise and stops, looking around nervously.The wolf appears from behind a tree, and Red Riding Hood feels terrified.Dialogue:Red Riding Hood: "Who's there? I heard a noise."Wolf: (softly) "It's just me, a friendly wolf. Why are you so nervous, little girl?"Red Riding Hood: "I'm taking this basket to my grandmother's house. Please, let me go."Wolf: (impatiently) "Don't worry, I'll walk with you. The forest can be dangerous."Storyboard 1: Red Riding Hood (Roodkapje)Location: Grandmother's houseAction:Red Riding Hood enters her grandmother's house and notices the room is dark.She approaches the bed slowly and hears her grandmother speaking in a soft voice.Red Riding Hood realizes it’s the wolf disguised as her grandmother and feels terrified.Dialogue:Red Riding Hood: "Grandmother, your voice sounds different. Are you feeling okay?"Wolf: (softly) "Come closer, my dear. I want to see you better."Red Riding Hood: "Why are your eyes so big?"Wolf: (impatiently) "All the better to see you with, my dear. Now, come closer!"Storyboard 2: Family Picnic DayLocation: A sunny meadow in the parkAction:The family is setting up the picnic blanket and unpacking the food.The children are running around, playing games loudly.The parents are trying to get the children to sit down and eat.Dialogue:Mother: "Kids, please come and sit down. It's time to eat."Child 1: (impatiently) "But we want to play more!"Father: "You can play after lunch. We have your favorite sandwiches."Child 2: (nervously) "Is that a bee? I'm scared of bees!"Storyboard 2: Family Picnic DayLocation: By a peaceful lakeAction:The family is sitting on the picnic blanket, enjoying their lunch.They hear a soft rustling in the bushes nearby.The children go to investigate, and they find a small, slow-moving turtle.Dialogue:Father: "Do you hear that? What's making that noise?"Mother: "It sounds like something in the bushes. Be careful, kids."Child 1: "Look! It's a turtle. It's moving so slowly.”Child 2: (excitedly) "Ah, I want to pet it! But he is terrified of us . Can we keep it as a pet?"Mother: "No, dear. We need to let it stay in its home.”Bron: geschreven door auteur