TrabiTour ed. 2.2 FLEX - Kapitel 3 - Erfolgsgeschichten oefentoetsen & antwoorden

blijkbaarmislukkenachterafafsprekende promotie, de bevorderinghet getalinmiddelsvereisende tegenslagtegenwoordig, vandaag de dageen stempel drukken op iets, vormenop dezelfde maniernadoende geschiedenisop korte termijn ehrgeizigunbedingtjemanden betreuender Angestellteder Spenderder Vorschlageine Entscheidung treffender Unterschieddurchhaltender Auftrittdie Gesellschaftdie Werbungerfüllenüberzeugendie ganze Arbeit leisten uitbijmetnaar, nasindsvan, doorbij, naartot (en met)behalvetegemoettegenover doorvoor, ten behoeve vantegenzonderomtotlangs  an, auf, hinter, neben, in, über, unter, vor, zwischenBij plaats- en tijdsbepaling; je kunt de vraag stellen: wo? of wann?Wanneer er sprake is van beweging: je kunt de vraag stellen: wohin?auf en über nach, zu, in, an Werkwijze:Leer de betekenissen van de voorzetsels met de tweede naamval goed.Kijk goed naar de context waarin de zinnen staan.Konrad schreibt seine Bücher während der Ferien.Wegen des Datenschutzes könnt ihr die Information nicht hochladen.Martha muss innerhalb eines Monats die Ergebnisse der Umfrage auswerten.    Trotz der Trennung von ihrem besten Ratgeber gewann die Politikerin die Wahl.Seitdem bespricht sie solche Sachen ausschließlich innerhalb ihres Freundeskreises.Infolge der Krise in der Wirtschaft machte die Regierung viele soziale Maßnahmen rückgängig. Werkwijze:Kijk naar de context en bepaal welk voorzetsel je nodig hebt.Bepaal welke naamval bij het voorzetsel hoort.Bepaal het geslacht van het zelfstandige naamwoord waar het woord uit de der- of ein-Gruppe voorstaat.Dan kun je vaststellen welke uitgang dat woord uit de der- of ein-Gruppe krijgt.Seit (+3) ihren Rückschlägen benötigt Miranda immer Rat von ihrer Mutter.Seit - sindsdie Trennungderde naamval meervoud: ihrenoffensichtlich hat Fatima ihre Meinung nach (+3) seinem Auftritt geändert..nach - nader Auftrittderde naamval: seinemOhne (+4) die Hilfe ihres Umfelds wäre sie noch immer Mobbing Opfer.ohne - zonderdas Umfeldvierde naamval: dieFür (+4) das Turnier trainiert Mohammed oft am Sportplatz. . für - voor, ten behoeve vandas Turniervierde naamval: dasHinterher war Ludwig gegen (+4) euren Plan.gegen - tegender Planvierde naamval: eurenNoralie sieht der Prüfung begeistert entgegen (+3).entgegen - tegemoetdie Prüfungderde naamval: derAußer (+3) dem Preis-Leistungs-Verhältnis kann ich Ihnen das Produkt nicht empfehlen.außer - behalvedas Preis-Leistungs-Verhältnisderde naamval: dem Der Bundesminister bestätigte seine Aussagen gegenüber (+3) der Presse.gegenüber - tegenoverdie Pressederde naamval: derDas Kind kam aus (+3) dem Haus und ging blitzschnell um (+4) die Ecke.aus - uitdas Hausderde naamval: demum - omdie Eckevierde naamval: dieKlaus verbrachte die Nacht bei (+3) unserem Klassenkamerad.bei - bijder Klassenkameradderde naamval: unserem    Werkwijze:Tip!: stel jezelf de volgende vragen om de juiste vorm te vinden.Kan ik vragen wo, wann oder wohin? (plaats, tijd of richting/beweging)Als een van de vragen positief beantwoord kan worden, welke naamval heb ik nodig?Als deze vragen niet beantwoord kunnen worden, om welk voorzetsel gaat het?Behoort dit voorzetsel tot de zeven met de derde naamval of tot de twee met de vierde naamval?Als duidelijk is welk voorzetsel en welke naamval, welk geslacht en getal heeft het zelfstandig naamwoord?Als duidelijk is welk geslacht en getal, wat is dan de juiste uitgang van het lidwoord?Der Torwart stellte sich hinter das Tor.vraag: wohin?, dus +4das Torvierde naamval onzijdig: dasSeit einer Stunde wartet der Mann auf die Frau.vraag: geen van allevoorzetsel: auf, krijgt dan vierde naamvaldie Frauvierde naamval: dieDie Veranstaltung wird noch vor dem Sommer stattfinden.vraag: wann (tijd), dus +3der Sommerderde naamval mannelijk: demIhre Jacke hängt über dem Gemälde.vraag: wo?, dus +3das Gemäldederde naamval onzijdig: demMarkus setzt sich neben den Schrank.vraag: wohin?, dus +4der Schrankvierde naamval mannelijk: denSie schief das Buch unter das Bett.vraag: wohin?, dus +4das Bettvierde naamval onzijdig: dasMathilde sitzt zwischen den Eltern.vraag: wo?, dus +3die Eltern, meervoudderde naamval meervoud: denWir haben uns gerade an dem Tag seiner Abfahrt getroffen.vraag: wann?, dus +3der Tagderde naamval mannelijk: demEinmal in der Woche besucht sie ihre Mutter.vraag: wann?, dus +3die Wochederde naamval vrouwelijk: derEr fuhr mit seinem Auto über die Brücke.vraag: wohin?, dus +4die Brückevierde naamval vrouwelijk: dieDas Mädchen sprang vor das Fahrrad.vraag: wohin?, dus +4das Fahrradvierde naamval onzijdig: dasLotte nahm an der Diskussion teil.vraag: geen van allevoorzetsel: an, krijgt dan derde naamvaldie Diskussionderde naamval vrouwelijk: der Werkwijze:nach gebruik je bij geografische namen zonder lidwoord, richtingen en bij veel vaste combinaties met werkwoorden.in gebruik je bij geografische namen met lidwoord en bij een aantal vaste uitdrukkingen.zu gebruik je bij personen en in alle overige gevallen.In der Früh fährt der Geschäftsführer ins (in das) Büro .Du musst am Ende der Straße nach rechts abbiegen.Alicia fliegt morgen in die Türkei.Wir laufen jetzt zum (zu dem) Markt Dorothea geht immer mit dem Auto nach Spanien.Zum (Zu dem) Arzt wäre ich ohne deine Hilfe nie gegangen.Thomas fragt immer nach deinen Erfahrungen (fragen nach).