Toets Frans

Frans Leesvaardigheid - Oefentoets leesvaardigheid 3 vmbo-kgt - oefentoetsen & antwoorden

1e editie

Deze oefentoets behandelt het volgende onderwerp: Leesvaardigheid.


Tip: print deze toets, zodat je deze op papier kunt maken. Zo kan je de belangrijkste woorden en zinnen in de teksten markeren. Dat maakt het makkelijker om het juiste antwoord te vinden. 


Frans Leesvaardigheid
Toets Frans
Frans Leesvaardigheid
Online maken
Toets afdrukken
Werkwijze:Begin met het scannen van de tekst. Lees de titel en bekijk de afbeelding. Je kunt hieruit het onderwerp van de tekst afleiden.Je ziet een foto van typische producten uit de Franse keuken: wijn, stokbrood en kaas. In de titel lees je hetzelfde: brood, wijn, en… kaas. Door de zinsopbouw kun je wel zien dat de nadruk ligt op kaas.Als het goed is herken je meteen dat het hier om een vraag gaat met signaalwoorden. Is dit niet het geval? Zorg dan dat je de belangrijkste signaalwoorden uit je hoofd kent. Dit scheelt veel opzoektijd tijdens de toets.Lees de vraag en zorg ervoor dat je alle antwoordopties begrijpt (vertaal indien nodig). Signaalwoorden geven verbanden aan tussen verschillende tekstdelen. Bedenk dus voor alle 4 de antwoorden alvast welke verbanden ze zouden kunnen aangeven (voorbeeld, tegenstelling, opsomming etc.).Lees tot het gat + 1 zin verder.Bepaal het verband tussen de tekst voor en na het gat en kies het bijbehorende signaalwoord.Antwoord: C Toelichting: Vertaal de antwoordopties en bedenk het bijbehorende tekstverband: Bref (kortom) = conclusieD’abord (eerst) = opsomming of verandering in tijd Par exemple (bijvoorbeeld) = voorbeeldPeut-être (misschien) = geen signaalwoordIn de zin voor het gat wordt verteld dat « Chaque région produit un fromage selon des méthodes et des traditions spéciales. »  = Elke regio produceert een kaas volgens speciale methoden en tradities.Na het gat wordt camembert genoemd uit Normandië, brie uit Meaux, cantal uit de Auvergne en roquefort uit de Aveyron.Het tekstverband dat we zoeken is een voorbeeld (de verschillende genoemde kazen zijn voorbeelden van het feit dat elke regio een kaas produceert volgens speciale methoden en tradities). Antwoord C is dus het juiste antwoord. Werkwijze:Voor open vragen geldt: besteed tijd aan het lezen van de vraag. Wordt er nog iets nuttigs over de inhoud van de tekst verteld? Ja, dat er een overeenkomst is tussen sommige Franse kazen en Franse wijnen.Wat wordt er precies gevraagd? We moeten op zoek naar de zin waarin deze overeenkomst wordt genoemd.Hoe moet ik het precies opschrijven? Schrijf de eerste twee woorden op van de zin waarin je die overeenkomst leest, in het Frans.Lees de tekst (er wordt niet aangegeven welke alinea, maar het handigst is om verder te gaan vanaf de plek waar de vorige vraag over ging).Antwoord: Comme pourToelichting: We zijn op zoek naar een overeenkomst met wijn. Je let dus op woorden die met wijn (« vin ») te maken hebben, en op een overeenkomst kunnen duiden. Dit zijn woorden als « le/la même (chose) » (hetzelfde), « comme » (zoals), « tel que » (zoals) en « pareil » (hetzelfde).In de tekst zien we dit terugkomen in deze zin: « Comme pour les vins, certains fromages reçoivent le label […], qui garantit la qualité de leur fabrication » (Net als bij wijnen krijgen sommige kazen het label[…], die de kwaliteit van de productie garandeert). Het is niet erg als je niet de gehele zin begrijpt, zoals de moeilijke vertaling van het label. Zolang je het eerste stuk, waarin de vergelijking met de wijn wordt aangekondigd, eruit weet te pikken, heb je het goede antwoord al gevonden.Let op er dat je je antwoord correct formuleert volgens de regels die in de vraag gegeven worden. Je citeert de eerste twee woorden (niet meer en niet minder) van de Franse zin: Comme pour. Foute antwoorden zijn dan ook: Comme, Comme pour les, etc. Werkwijze:Voor open vragen geldt: besteed tijd aan het lezen van de vraag. Wordt er nog iets nuttigs over de inhoud van de tekst verteld? Ja, dat een traditioneel menu uit meerdere gangen bestaat en dat kaas daar ook een gang van is.Wat wordt er precies gevraagd? Na welke gang kaas wordt gegeten.Hoe moet ik het precies opschrijven? Je schrijft de gang op waarna kaas wordt gegeten, dus eigenlijk de naam van de gang voor kaas. De vraag wordt in het Nederlands gesteld, dus je geeft in het Nederlands antwoord.Lees de laatste alinea.Antwoord: (na) de saladeToelichting: We zijn op zoek naar de verschillende gangen in een diner, en de plek van kaas hierin. Let goed op je de vraag goed begrijpt: we zoeken specifiek naar de gang die voor kaas komt. In de tekst zien we dit terugkomen in deze zin: « Dans un menu traditionnel, le fromage arrive en quatrième position, après l’entrée, le plat principal, la salade et juste avant le dessert » (In een traditioneel menu komt kaas op de 4e plaats, na het voorgerecht, het hoofdgerecht, de salade en net voor het dessert). Zodra je herkent dat dit een belangrijke zin is om de vragen te beantwoorden, vertaal dan eventueel woorden die je nodig hebt om de zin goed te kunnen begrijpen. Bijvoorbeeld: « avant » = voor.De drie gangen die voor kaas komen zijn dus: het voorgerecht, het hoofgerecht en de salade. Kaas is dan de 4e gang. Het juiste antwoord is dus: de salade. Dit is de gang die vlak voor kaas komt.Let op er dat je je antwoord correct formuleert, namelijk in het Nederlands. Werkwijze:Scan eerst de tekst. Bekijk de titel, inleiding en afbeelding. Waar gaat deze tekst over?De tekst gaat over Simon, een jongen van 17, die een jaar in Italië op school heeft gezeten. Op de afbeelding zie je een jongen met koffers bij een bagageband: hij heeft net een reis gemaakt.Lees de vraag en de antwoordopties. Lees daarna de eerste alinea.Er wordt gevraagd naar een “samenvatting” van de gehele eerste alinea. Kies daarom niet voor een antwoord die over een heel specifiek detail gaat, maar voor het antwoord dat het beste past bij de grote lijn / hoofdgedachte van de tekst.Antwoord: CToelichting: Antwoord A is niet juist. Dit wordt niet genoemd in de tekst.Antwoord B is niet juist. Simon zegt alleen dat Italianen slecht Engels spreken (« les Italiens parlent très mal l’anglais »), maar hij zegt niet letterlijk dat hijzelf liever Engels dan Italiaans spreekt.Antwoord C is juist. Simon zegt dat hij het eerst moeilijk had (« Au départ je me sentais seul »), maar dat hij snel vooruit ging (« Mais j’ai vite progressé »). Nu kan hij zich verstaanbaar maken (« Et aujourd’hui, je réussis à me faire comprendre »).Antwoord D is niet juist. Dit wordt niet genoemd in de tekst. Werkwijze:Lees de vraag en de antwoordopties. Lees daarna de tweede alinea.Ook hier wordt er gevraagd naar een “samenvatting” over zijn mening over het onderwijs in de tweede alinea. Kies daarom niet voor een antwoord die over een heel specifiek detail gaat, maar voor het antwoord dat het beste past bij de grote lijn van zijn mening over onderwijs.Antwoord: DToelichting: Antwoord A is niet juist. Hij vond het veel moeilijker dan in Frankrijk, en vertelt juist het tegenovergestelde: « Et en économie […] Je n’ai rien compris de l’année » (En bij economie […] heb ik niets begrepen van het hele jaar!).\Antwoord B is ook niet juist. Ook hier is het tegenovergestelde het geval: hij vond het saai en niet super (« C’était casse-pieds et pas super … »).Antwoord C is niet juist. Hij zegt niet dat de lessen wiskunde redelijk saai waren, maar super moeilijk. Qua niveau had hij het gevoel al het eindexamen te maken bij wiskunde (« Par exemple, en maths, j’avais l’impression de passer le bac ! »).Antwoord D is juist. Hij vond het niveau van de lessen erg hoog (« Le niveau est très élevé »). Daarna noemt hij voorbeelden van de lessen wiskunde en economie, die erg moeilijk waren. Werkwijze:Als het goed is herken je meteen dat het hier om een vraag gaat met signaalwoorden. Is dit niet het geval? Zorg dan dat je de belangrijkste signaalwoorden uit je hoofd kent. Dit scheelt veel opzoektijd tijdens de toets.Lees de vraag en zorg ervoor dat je alle antwoordopties begrijpt (vertaal indien nodig). Signaalwoorden geven verbanden aan tussen verschillende tekstdelen. Bedenk dus voor alle 4 de antwoorden alvast welke verbanden ze zouden kunnen aangeven (voorbeeld, tegenstelling, opsomming etc.).Lees tot het gat + 1 zin verder.Bepaal het verband tussen de tekst voor en na het gat en kies het bijbehorende signaalwoord.Antwoord: DToelichting: Vertaal de antwoordopties en bedenk het bijbehorende tekstverband: Bref (kortom) = conclusieD’abord (eerst) = opsomming of verandering in tijd Mais (maar) = tegenstellingPar exemple (bijvoorbeeld) = voorbeeldIn de zin voor het gat wordt verteld dat « certains profs se laissent influencer par les parents » = sommige docenten laten zich beïnvloeden door de ouders.Na het gat wordt genoemd dat « ils acceptent de faire passer dans la classe supérieure des élèves qui auraient dû redoubler » (zij laten leerlingen overgaan naar het volgende leerjaar terwijl ze eigenlijk hadden moeten blijven zitten).Het tekstverband dat we zoeken is een voorbeeld (leerlingen onterecht laten overgaan is een voorbeeld van het feit dat sommige docenten zich door ouders laten beïnvloeden). Antwoord D is dus het juiste antwoord. Werkwijze:Lees de vraag en de antwoordopties. Lees daarna de vierde alinea.Ook hier wordt er gevraagd naar een “samenvatting” over zijn mening over zijn school in de vierde alinea. Kies daarom niet voor een antwoord die over een heel specifiek detail gaat, maar voor het antwoord dat het beste past bij de grote lijn van zijn mening over zijn school.Antwoord: AToelichting: Antwoord A is juist. Hij noemt hier verschillende voorbeelden bij. Zo moesten ze elke ochtend bidden, en op zaterdag verplicht naar de mis (« tous les matins, on devait prier, […] et le samedi la messe était obligatoire »). Ook moeten de leerlingen hard werken: veel huiswerk en strenge regels op school (« les élèves travaillent dur […]: beaucoup de devoirs à la maison et des règles plutôt strictes au lycée »).Tot slot mogen ze ook niet weggaan tijdens de pauze en mogen ze geen shorts dragen, zelfs als het heel warm is (« pas le droit de sortir pendant la récré et shorts interdits, même quand il fait 35 degrés ! »).Antwoord B is niet juist. Dit wordt niet genoemd in de tekst, alleen dat ze geen shorts mogen dragen als het heel warm is.Antwoord C is niet juist. Dit wordt niet genoemd in de tekst, alleen dat ze niet weg mogen gaan tijdens de pauze.Antwoord D is niet juist. Ze hebben juist wel veel huiswerk (« beaucoup de devoirs à la maison »). Werkwijze:Lees de vraag en de antwoordopties. Lees daarna de vijfde alinea.Er wordt gevraagd naar een “samenvatting” van de gehele vijfde alinea. Kies daarom niet voor een antwoord die over een heel specifiek detail gaat, maar voor het antwoord dat het beste past bij de grote lijn / hoofdgedachte van de tekst.Antwoord: CToelichting: Antwoord A is niet juist. Er wordt gezegd dat hij dit niet heeft gedaan: « Beaucoup d’entre eux présentent leur petit copain ou petite copine à leurs parents très tôt. Moi, je ne l’ai pas fait. » (Velen van hen stellen hun vriendje of vriendinnetje al heel vroeg aan hun ouders voor. Ik heb dat niet gedaan.).Antwoord B is niet juist. Dit wordt niet genoemd in de tekst.Antwoord C is juist. Hij zegt: « Les amoureux siciliens […] Il est vrai qu’ils sont un peu rigolos » (Verliefde Sicilianen […] Het is waar dat ze een beetje grappig zijn). Hij noemt hier ook voorbeelden van, namelijk dat ze elkaar de hele tijd kusjes geven, snel beloftes maken, en hun vriendje of vriendinnetje heel snel aan hun ouders voorstellen.Antwoord D is niet juist. Dit wordt niet genoemd in de tekst. Werkwijze:Lees de vraag en de antwoordopties. Lees daarna de laatste alinea.Er wordt gevraagd naar een “samenvatting” van de gehele laatste alinea. Kies daarom niet voor een antwoord die over een heel specifiek detail gaat, maar voor het antwoord dat het beste past bij de grote lijn / hoofdgedachte van de tekst. Ook moet er in voorkomen dat hij iets “erg leuk” vond: zoek dus naar een mening, niet naar een feit.Antwoord: DToelichting: Antwoord A is niet juist. Dit is een lastige: hij noemt namelijk wel dat hij houdt van de sfeer (« J’ai vraiment adoré cette ambiance »), maar dit gaat niet over restaurants, maar over families die zich verzamelen in de eetkamer, thuis dus (« toute la famille se réunit dans la salle à manger »). Omdat een deel van het antwoord niet klopt, is het antwoord niet juist.Antwoord B is niet juist. Hij zegt dat hij houdt van de sfeer, niet per se van het eten.Antwoord C is niet juist. Hij zegt dat Italianen elke zondag eten alsof het Kerst is.Antwoord D is juist. Hij zegt dat het houdt van de sfeer van familiediners (zie de uitleg bij antwoord A). Werkwijze:Begin met het scannen van de tekst. Lees de titel en de inleiding en bekijk de afbeelding. Je kunt hieruit het onderwerp van de tekst afleiden.Je ziet een afbeelding van een schilderij. In de titel zie je dat het gaat om het museum Musée d’Orsay, en dat je met 1 ticket 2 musea kunt bezoeken (« un billet, deux musées »).Voor open vragen geldt: besteed tijd aan het lezen van de vraag. Wordt er nog iets nuttigs over de inhoud van de tekst verteld? Ja, dat je een kaartje hebt waarmee je zowel het Musée d’Orsay (een museum) als het Musée de l’Orangerie (een ander museum) kunt bezoeken, en dat het dinsdag is.Wat wordt er precies gevraagd? We moeten uitzoeken of je op een dinsdag beide musea kunt bezoeken (of dat 1 of meerdere musea die dag gesloten is). Hoe moet ik het precies opschrijven? Dit staat al in de vraag gegeven.Er wordt geen specifieke alinea genoemd, dus lees de hele tekst. Ga er scannend doorheen om de juiste informatie snel te vinden: je hoeft niet de hele tekst te lezen.Antwoord: nee.Toelichting: Zorg ervoor dat je met de juiste “bagage” gaat zoeken. Je moet natuurlijk weten wat de Franse woorden voor dinsdag (« mardi ») en open (« ouvert(e)(s) ») zijn. Ook « horaires » (openingstijden) is hierbij een handig woord om te weten of om te vertalen.Dan kijken we in de tekst per museum naar de openingstijden:Het Musée d’Orsay is geopend « du mardi au dimanche » (van dinsdag tot en met zondag). Dit museum kun je dus wel bezoeken op dinsdag).Het Musée de l’Orangerie is geopend op « tous les jours sauf le mardi » (alle dagen behalve dinsdag). Dit museum kun je dus niet bezoeken op dinsdag.Op de vraag: “Kun je beide musea op deze dag bezoeken?“ is het antwoord dus nee.Let op er dat je je antwoord correct formuleert volgens de regels die in de vraag gegeven worden. Het antwoord is nee, dus je hoeft alleen maar “nee” op te schrijven. 

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in