Pincode 7e ed/FLEX - Hoofdstuk 2 - Hoe ga je met geld om? oefentoetsen & antwoorden

Drie verschillende soorten inkomsten zijn:Loon of salarisWinstUitkeringKinderbijslag hoort bij uitkeringen.  Redenen om te sparen zijn:Sparen uit voorzorg. Je zorgt ervoor dat je genoeg geld hebt om onverwachte onkosten te kunnen betalen.Sparen voor de rente. Van de bank krijg je rente over je spaargeld.Sparen met een doel: Je wilt iets kopen, maar je hebt daarvoor nu nog niet genoeg. Afbeelding 1: reisverzekering.Afbeelding 2: fietsverzekering.Afbeelding 3: WA-verzekering voor de auto.Zorgverzekering: vrijwillig.Fietsverzekering: vrijwillig.WA-verzekering voor de auto: verplicht. Dagelijkse uitgavenVaste lastenIncidentele uitgavenbroodbelegmake-up energiekostenhuurverzekeringenscooterkledingvakantieJe kunt op korte termijn moeilijk bezuinigen op vaste lasten, omdat je hiervoor vaak een contract hebt (huurcontract, verzekeringspolis en energiecontract).  Rekenmiddel. Je drukt de waarde van dezelfde jas in verschillende winkels in geld uit.Ruilmiddel. Je koopt een broodje in ruil voor geld.Ruilmiddel. Je gaat werken en krijgt daar geld voor. Je ruilt arbeid tegen geld. Je sluit een lening af van € 1.500 en wilt zo snel mogelijk terugbetalen. De kortste tijd is 36 maanden. Bij een lening van € 1.500 is de maandtermijn € 49,84.Een lening van vier jaar is 48 maanden. De maandtermijn van € 52,69 staat bij het geleende bedrag van € 2.000. Voor Aukje weegt de premie die je moet betalen voor het laten verzekeren van een mobiel zwaarder dan het risico, de kans dat je schade oploopt.Een eigen risico zorgt ervoor dat de verzekerde zelf voorzichtiger is, waardoor de kans op schade kleiner is. InkomstenBedragUitgavenBedragZakgeld€    52Contributie sportclub€ 20Kleedgeld€    25Eten en drinken€ 39Krantenwijk€    30Kleding en schoenen€ 40Totaal€ 107Totaal€ 99Om weekbedragen naar een maandbedrag te rekenen, moet je eerst het weekbedrag omrekenen naar een jaarbedrag, dus x 52 weken en daarna delen door 12 maanden om het maandbedrag te krijgen. Dit doe je omdat niet iedere maand hetzelfde aantal dagen heeft. Een maand bestaat niet uit 4 weken (behalve februari als het geen schrikkeljaar is).Dus: zakgeld: € 12 x 52 weken : 12 maanden = € 52 per maanden eten en drinken: € 9 x 52 weken : 12 maanden = € 39 per maand.Om jaarbedragen naar een maandbedrag te rekenen, deel je het jaarbedrag door 12 maanden.Dus: krantenwijk: € 360 : 12 maanden = € 30 per maanden contributie sportclub: € 240 : 12 maanden = € 20 per maand.Om maandbedragen naar een weekbedrag te rekenen, moet je eerst het maandbedrag omrekenen naar een jaarbedrag, dus x 12 maanden en daarna delen door 52 weken om het weekbedrag te krijgen. Dit doe je omdat niet iedere maand hetzelfde aantal dagen heeft. Een maand bestaat niet uit 4 weken (behalve februari als het geen schrikkeljaar is).          Dus: € 20 per maand is € 20 x 12 maanden : 52 weken is 4,62 per week en                      € 25 per maand is € 25 x 12 maanden : 52 weken is 5,77 per week.Het weekbedrag (€ 4) omrekenen naar een maandbedrag en dat vergelijken met € 17,50. Dus € 4 x 52 weken : 12 maanden = € 17,33 per maand. Dit is minder dan € 17,50. Els moet het voorstel aannemen.Of:Het maandbedrag (€ 17,50) omrekenen naar een weekbedrag en dat vergelijken met € 4. Dus € 17,50 x 12 maanden : 52 weken = € 4,04 per week. Dit is meer dan € 4. Els moet het voorstel aannemen.  Er staat € 240 op de bank. Je krijgt 4% rente per jaar.Met procenten een getal berekenen doe je in drie stappen:Stap 1: Maak van de vraag een som.                        4% van 240 = …             Stap 2: Maak van het percentage een decimaal getal.                       4 : 100 = 0,04            Stap 3: Vermenigvuldig het decimale getal met het totaal.                       0,04 x 240 = 9,60            Na een jaar krijg je € 9,60.Er staat € 500 op de bank. Je krijgt 3,5% rente per jaar. Met procenten een getal berekenen doe je in drie stappen:Stap 1: Maak van de vraag een som.                        3,5% van 500 = …             Stap 2: Maak van het percentage een decimaal getal.                       3,5 : 100 = 0,035            Stap 3: Vermenigvuldig het decimale getal met het totaal.                       0,035 x 500 = 17,50            Na een jaar krijg je € 17,50.Er staat € 750 op de bank. Je krijgt 2,6% rente per jaar. Met procenten een getal berekenen doe je in drie stappen:Stap 1: Maak van de vraag een som.                        2,6% van 750 = …             Stap 2: Maak van het percentage een decimaal getal.                       2,6 : 100 = 0,026            Stap 3: Vermenigvuldig het decimale getal met het totaal.                     0,026 x 750 = 19,50             Na een jaar krijg je € 19,50.De reden die Ruud zou kunnen hebben om te sparen is sparen uit voorzorg. Hij spaart niet voor een doel of de rente. Hij vindt het handig om wat achter de hand te hebben en dat is sparen uit voorzorg. Het totaal terugbetaalde bedrag over 12 maanden is 12 x € 89,19 = € 1.070,28.De kosten van een lening bij 12 maanden is € 1.070,28 - € 1.000 = € 70,28.Het totaal terugbetaalde bedrag over 24 maanden is 24 x € 47,92 = € 1.150,08.De kosten van een lening bij 24 maanden is € 1.150,08 - € 1.000 = € 150,08.Het totaal terugbetaalde bedrag over 36 maanden is 36 x € 33,57 = € 1.208,52.De kosten van een lening bij 36 maanden is € 1.208,52 - € 1.000 = 208,52.Voor het berekenen hoeveel procent de kosten van het geleende bedrag zijn gebruiken wij drie stappen.Kosten in procenten van de lening bij 12 maanden:Stap 1: Maak van de vraag een som.             € 70,28 = …% van € 1.000Stap 2: Deel het bedrag dat je in procenten wilt uitdrukken door het totaal.             € 70,28 : € 1.000 = 0,07028Stap 3: Vermenigvuldig de uitkomst met 100 en zet het %-teken erachter.             0,07028 x 100 = 7,028%De kosten in procenten van de lening bij 12 maanden is 7,028%.             Kosten in procenten van de lening bij 24 maanden:Stap 1: Maak van de vraag een som.             € 150,08 = …% van € 1.000Stap 2: Deel het bedrag dat je in procenten wilt uitdrukken door het totaal.             € 150,08 : € 1.000 = 0,15008Stap 3: Vermenigvuldig de uitkomst met 100 en zet het %-teken erachter.              0,15008 x 100 = 15,008%De kosten in procenten van de lening bij 24 maanden is 15,008%.             Kosten in procenten van de lening bij 36 maanden:Stap 1: Maak van de vraag een som.              € 208,52 = …% van € 1.000Stap 2: Deel het bedrag dat je in procenten wilt uitdrukken door het totaal.              € 208,52 : € 1.000 = 0,20852Stap 3: Vermenigvuldig de uitkomst met 100 en zet het %-teken erachter.              0,20852 x 100 = 20,852%De kosten in procenten van de lening bij 26 maanden is 20,852%.Het voordeel als je de lening terugbetaalt in 36 maanden is dat je er langer over kunt doen en het maandbedrag is lager.Het nadeel als je de lening terugbetaalt in 36 maanden is dat je in totaal meer terugbetaalt. De goedkoopste is FBTO en de duurste zijn UNIVÉ en VGZ.Het verschil per maand is € 138,95– € 131,95 = € 7.Het verschil per jaar is € 7 x 12 maanden = € 84.De premie die je in een jaar betaalt bij FBTO is € 131,95 x 12 maanden = € 1.583,40.De jaarpremie met korting is de jaarpremie zonder korting – 1% van de jaarpremie zonder korting.Met procenten een getal berekenen doe je in drie stappen:        Stap 1:  Maak van de vraag een som.                          1% van € 1.583,40 = …         Stap 2:  Maak van het percentage een decimaal getal.                         1 : 100 = 0,01         Stap 3:  Vermenigvuldig het decimale getal met het totaal. Rond de uitkomst af                                op twee cijfers achter de komma.                         0,01 x € 1.583,40 = € 15,83      De uitkomst haal je van de jaarpremie zonder korting af: € 1.583,40 – € 15,83 =      € 1.567,57.      De jaarpremie met korting is € 1.567,57.