Frans Grammatica
- Onderdeel 1. Présent, passé composé, imparfait - Présent, passé composé, imparfait, ww-er, ww-re, ww-ir
oefentoetsen & antwoorden
1e editie
Klas 1 t/m 6|Havo/vwo
Deze oefentoets behandelt de volgende onderwerpen:
Tegenwoordige tijd (présent):
Voltooid verleden tijd (passé composé)
Onvoltooid verleden tijd (imparfait)
Het verschil tussen de passé composé & imparfait
de regelmatige werkwoorden op -er / - re / -ir behandeld.
Toets Frans
Frans Grammatica
Online maken
Toets afdrukken
Trouve (Julien → il = stam + e)Parles (tu = stam + es)Donnons (nous= stam + ons)Aime (je/j’ = stam + e)Passez (vous = stam + ez)Demande (elle = stam + e) Extra uitleg présent van regelmatige werkwoorden -erRegelmatige werkwoorden hebben een stam. Achter de stam komt de uitgang van de persoonsvorm. Vervoeging van Présent → werkwoord - er = stam + uitgang Bijv: chanter Je chanteTu chantesIl/ elle / on chanteNous chantonsVous chantezIls / elles chantent Répond (on = stam + -)Attendez (vous = stam + ez)Vendons (nous = stam + ons)Mord (le chien → il = stam + -)Entends (je = stam + s)Extra uitleg présent van regelmatige werkwoorden -reRegelmatige werkwoorden hebben een stam. Achter de stam komt de uitgang van de persoonsvorm. Vervoeging van Présent → werkwoord - re = stam + uitgang Bijv: vendreJe vendsTu vendsIl/ elle / on vendNous vendonsVous vendezIls / elles vendent Grandissent (les enfants → ils = stam + issent)Choisit (elle = stam + it)Accomplissons (nous = stam + issons)Approfondis (je = stam + is)Nourrissez (vous = stam + issez)Extra uitleg présent van regelmatige werkwoorden -irRegelmatige werkwoorden hebben een stam. Achter de stam komt de uitgang van de persoonsvorm. Vervoeging van Présent → werkwoord - ir = stam + uitgang Bijv: finirJe finisTu finisIl/ elle / on finitNous finissonsVous finissezIls / elles finissent Sam a passé - Sam heeft doorgebracht, hulpwerkwoord hebben in NL → avoir + voltooid deelwoord van passer.Nous avons regardé - wij hebben gekeken, hulpwerkwoord hebben in NL → avoir + voltooid deelwoord van regarder.J’ ai mangé - ik heb gegeten, hulpwerkwoord hebben in NL → avoir + voltooid deelwoord van manger.Ils ont fermé - zij hebben gesloten), hulpwerkwoord hebben in NL → avoir + voltooid deelwoord van fermerElle est rentrée - zij is thuisgekomen, hulpwerkwoord zijn in NL → être + voltooid deelwoord van rentrer + uitgang afhankelijk van onderwerp v enk)Extra uitleg passé composé van regelmatige werkwoorden -er / -re / -irPassé composé is de voltooide tijd. Je maakt de passé composé met een hulpwerkwoord (être of avoir) + een voltooid deelwoord. LET OP: Je kiest het hulpwerkwoord avoir als je in het NL ook hebben gebruikt, bijv:Ik heb gelopen → j’ai marchéJe kiest het hulpwerkwoord être als je in het NL ook zijn gebruikt, bijv: Ik ben gebleven → je suis resté LET OP:Als het hulpwerkwoord être is, krijgt het voltooid deelwoord een extra uitgang afhankelijk van het onderwerp (m/v/enk/mv)MannelijkVrouwelijkeEnkelvoudsesMeervoud Het voltooid deelwoord van regelmatige werkwoorden op -er → stam + éHet voltooid deelwoord van regelmatige werkwoorden op -re → stam + uHet voltooid deelwoord van regelmatige werkwoorden op -ir → stam + iBijv parler (praten) J’ai chanté → ik heb gezongenTu as chanté → jij hebt gezongenIl a chanté → hij heeft gezongenNous avons chanté → wij hebben gezongen Vous avez chanté → u heeft gezongen / jullie hebben gezongenIls ont chanté → zij hebben gezongen Ils sont descendus (zij zijn uitgestapt, hulpwerkwoord zijn in NL → être + voltooid deelwoord van descendre + uitgang afhankelijk van onderwerp m mv)Vous avez défendu (u heeft verdedigd, hulpwerkwoord hebben in NL → avoir + voltooid deelwoord van défendre) J’ai perdu (ik heb verloren, hulpwerkwoord hebben in NL → avoir + voltooid deelwoord van perdre)Elle est perdue (zij is verloren, hulpwerkwoord zijn in NL → être + voltooid deelwoord van perdre + uitgang afhankelijk van onderwerp v enk)Tu as vendu (jij hebt verkocht, hulpwerkwoord hebben in NL → avoir + voltooid deelwoord van vendre)Vind je dit nog lastig? Lees nog eens de extra uitleg over passé composé bij vraag 4. Nous avons fini (wij hebben beëindigd, hulpwerkwoord hebben in NL → avoir + voltooid deelwoord van finir)Les bonbons ont adouci (de snoepjes hebben verzacht, hulpwerkwoord hebben in NL → avoir + voltooid deelwoord van adoucir)La voiture a ralenti (de auto heeft zijn snelheid verminderd / is langzamer gaan rijden, hulpwerkwoord hebben in NL → avoir + voltooid deelwoord van ralentir. LET OP: ralentir vervoeg je altijd met avoir)Tu as embelli (jij hebt mooier gemaakt, hulpwerkwoord hebben in NL → avoir + voltooid deelwoord van embellir)J’ai choisi (jij hebt gekozen, hulpwerkwoord hebben in NL → avoir + voltooid deelwoord van choisir)Vind je dit nog lastig?Lees nog eens de extra uitleg over passé composé bij vraag 4. Le train arrivait (de trein arriveerde, nous-vorm - ons + ait)Les enfants ne jetaient jamais (kinderen gooiden nooit, nous-vorm - ons + aient)Je dansais (ik danste, nous-vorm - ons + ais) Cette professeur expliquait (deze docent legde uit, nous-vorm - ons + ais) Vous marchiez (u liep / jullie liepen, nous-vorm - ons + iez) Extra uitleg imparfait van regelmatige werkwoorden -er / -re / -irImparfait is de onvoltooide verleden tijd, dus zonder voltooid deelwoord.Je maakt de imparfait door de nous-vorm (présent) te pakken.Je moet altijd uitgaan van de nous-vorm, want onregelmatige werkwoorden hebben geen stam. Nous-vorm - ons + uitgangen van de imparfait De uitgangen op de imparfait zijn altijd:Bijv chanterJe chantais → ik zong Tu chantais → jij zong Il chantait → hij zong Nous chantions → wij zongen Vous chantiez → u zong / jullie zongenIls chantaient → zij zongen Je prétendais (ik pretendeerde, nous-vorm - ons + ais)Leur histoire corresp, ondait avec (hun verhaal correspondeerde met / kwam overeen met, nous-vorm - ons + ait) Nous attendions (wij wachtten, nous-vorm - ons + ions)On défendait (men verdedigde / we verdedigde, nous-vorm - ons + ait)Tu perdais (jij verloor, nous-vorm - ons + ais)Vind je dit nog lastig? Lees nog eens de extra uitleg over imparfait bij vraag 7 Ils bâtissaient (zij bouwden, nous-vorm -ons + aient)Il s’agissait d’une rencontre (het was / het ging om, nous-vorm-ons + ait)Je rougissais (ik bloosde, nous-vorm- ons + ais) Vous réagissiez (u reageerde, nous-vorm - ons + iez)Il investissait (hij investeerde, nous-vorm - ons + ait)Vind je dit nog lastig? Lees nog eens de extra uitleg over imparfait bij vraag 7De imparfait maak je altijd op basis van de nous-vorm. Bij regelmatige werkwoorden -ir is de nous-vorm: nous finissons → je finissais Hier, vous avez parlé (tijdsaanduiding, afgeronde actie). Ça m’énervait (beschrijving, toestand). Ce matin, elle est tombée et elle a crié. (tijdsaanduiding, afgeronde actie). Elle était triste (beschrijving, toestand). Quand tu étais petite (beschrijving, toestand), tu pleurais souvent (beschrijving, toestand). Pendant les vacances, je suis monté(e) un cheval (tijdsaanduiding, afgeronde actie), mais je n’aimais pas trop (beschrijving, toestand). Chaque lundi, nous marchions (gewoonte) à l’école, mais hier nous sommes arrivés en bus. (tijdsaanduiding, afgeronde actie).Extra uitleg het verschil tussen imparfait en passé composéDe passé composé geeft een actie aan, die afgerond is. De imparfait is een beschrijving, toestand of gewoonte De keuze voor voltooid verleden tijd (passé composé) & onvoltooid verleden tijd (imparfait) komt vaak overeen met het Nederlands. Er zijn kleine nuanceverschillen. De passé composé heeft vaak een specifieke tijdsaanduiding wanneer de actie heeft plaatsgevonden. Vaak kunnen beide tijden gebruikt worden. De betekenis is dan iets anders.Je voyais une belle fille, elle était triste (ik zag een mooi meisje, zij was verdrietig)J’ai vu une belle fille, elle était triste (ik heb gisteren een mooi meisje gezien, zij was verdrietig)Het eerste deel van de zin kan beschrijvend zijn (imparfait) of een afgeronde actie (passé composé). Het tweede deel van de zin kan alleen beschrijvend zijn. Het meisje was verdrietig is een toestand, geen actie. De imparfait van être J’étais Tu étais Il était Nous étions Vous étiez Ils étaient De imparfait van avoir J’avaisTu avais Il avait Nous avionsVous aviez Ils avaient
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.