Bedrijfseconomie in Balans 9e ed
- Domein B persoon naar rechtspersoon - H10, 11 en 12
oefentoetsen & antwoorden
9e editie
Klas 4-5|Havo
Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen:
Ondernemerschap
Ondernemingsplan
Opstellen financieel plan
Rechtsvormen
Absolute en relatieve omvang
Maatschappelijke behoeften waarin ondernemingen voorzien
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
Examendomein B2, B3, B4
Toets Bedrijfseconomie
Bedrijfseconomie in Balans 9e ed
Online maken
Toets afdrukken
Werkwijze Denk na over welke vrijheden ondernemers hebben in vergelijking met werken in loondienst. Let hierbij op dat je wel voorbeelden geeft van vrijheden, die een werknemer niet heeft! LET OP! Bij vraag b gaat het om een vergelijking. Let op dat je hierbij altijd beide concepten in je antwoord betrekt! Doe je dit niet, dan geeft je simpelweg de eigenschappen van één van de concepten en beantwoord je de vraag niet, waardoor je geen scorepunten verdient. Denk na over het begrip zekerheid. De tegenhanger van dit begrip is het begrip risico. Je zou dus ook na kunnen denken over welke risico’s een ondernemer heeft in vergelijking met een werknemer. Eindantwoord a)Als ondernemer kan Juul zelf zijn werktijden bepalen (welke dagen, tijden en hoeveel uur) én kan hij zelf bepalen welke werken hij wel of niet aanneemt. Een werknemer heeft deze vrijheden niet. Meerdere antwoorden mogelijkAls ondernemer bepaal je zelf je werktijden. Als ondernemer bepaal je zelf welke opdrachten je aanneemt. Als ondernemer bepaal je zelf je eigen werkplekAls ondernemer kun je bepaalde werkzaamheden ook door anderen laten uitvoeren. Eindantwoord b)Een ondernemer zal altijd te maken hebben met een investering in het bedrijf, voordat er gestart kan worden. Dit kunnen investeringen in geld of in tijd zijn. Een werknemer krijgt elk gewerkt uur betaald. Het inkomen van een ondernemer hangt af van de behaalde omzet/winst en kan daardoor schommelen per maand. Een werknemer heeft meestal een vast maandelijks inkomen. Het inkomen van een ondernemer wordt niet automatisch doorbetaald bij ziekte of (tijdelijke) arbeidsongeschiktheid. Een werknemer kan in dit soort gevallen aanspraak maken op werknemersverzekeringen. Als ondernemer dien je zelf te sparen voor je pensioen. Werknemers sparen automatisch voor hun pensioen doordat ze zijn aangesloten bij een pensioenmaatschappij, waar de werkgever ook aan meebetaald. Een ondernemer kan failliet gaan en hier schulden aan over houden. Een werknemer in loondienst loopt dit risico niet. Werkwijze Denk na over het doel van een ondernemingsplan. Voor wie schrijf je het?Een ondernemingsplan kun je voor jezelf schrijven, zodat je als ondernemer je eigen idee duidelijk uitwerkt op papier. Vaak wordt een ondernemingsplan geschreven voor een financier (bijvoorbeeld een bank), omdat de ondernemer geld wil lenen. Een bank wilt de volgende zaken weten:Kan de ondernemer leven van de inkomsten van de onderneming?Heeft de onderneming kans van slagen in de huidige markt?Zal de onderneming aan alle toekomstige betalingsverplichtingen kunnen voldoen?Om te bewijzen of je kunt leven van de winsten uit de onderneming, zul je een persoonlijk plan moeten opstellen, waarin staat hoeveel geld jij nodig hebt elke maand. Tevens geef je aan waarom jij wilt ondernemen en waar je goed in bent. Of de onderneming kans van slagen heeft onderzoek je en verwerk je in een marketingplan. Welke doelgroep ga je aanspreken en hoe, wie zijn je concurrenten en hoe ga jij deze concurrenten verslaan?Om te kijken of de onderneming financieel gezond is schrijf je een financieel plan. Hoeveel startkapitaal heb je nodig en waarvoor? Wat zijn de verwachte winsten en cashflow voor de eerste twee tot drie jaar? EindantwoordDe drie onderdelen van een ondernemingsplan zijn:Persoonlijk plan,Marketingplan Financieel plan. Werkwijze Denk eerst na over de verschillende rechtsvormen.De commerciële rechtsvormen (eenmanszaak, vof, bv en nv) hebben allemaal als doel om winst te maken. De eigenaren van deze ondernemingen willen namelijk allemaal een inkomen overhouden aan het bedrijf. De gemaakte winst komt dus ook ten goede aan de eigenaren van de ondernemingen. De niet-commerciële rechtsvormen (stichting en vereniging) hebben geen winstdoelstelling, maar een maatschappelijke doelstelling. Ze zetten zich in voor een algemeen goed doel (bijv. Hartstichting) of voor een specifiek maatschappelijk doel (bijv. mensen laten bewegen/sporten of mensen onderwijs bieden). Een misvatting is dat deze instellingen geen winst mogen maken. Dat mogen ze zeker, ze mogen deze winst alleen nooit uitkeren. De winst moet worden gebruikt ten behoeve van het maatschappelijk doel waar ze voor staan. Let op dat het hier weer gaat om het geven van een verschil tussen twee concepten. In je antwoord moeten dus altijd beide concepten terugkomen. Anders worden er geen punten gegeven voor je antwoord. EindantwoordDe kenmerkende verschillen tussen commerciële en niet-commerciële organisaties zijn:Commerciële organisaties hebben een winstdoelstelling, niet-commerciële organisaties hebben een maatschappelijke doelstelling. Commerciële organisaties mogen de winst uitkeren, niet-commerciële organisaties mogen de winst nooit uitkeren. De winst moet binnen de stichting/vereniging blijven en gebruikt worden t.b.v. het maatschappelijk doel. Werkwijze Het gaat bij deze vraag om de maatschappelijke behoeften waarin ondernemingen voorzien. Deze maatschappelijke behoeften dien je simpelweg uit je hoofd te leren. Eindantwoord Ondernemingen voorzien in de volgende maatschappelijke behoeften:Ondernemingen zorgen voor werkgelegenheid. Hierdoor kunnen mensen/gezinnen een inkomen verdienen en werken aan hun persoonlijke ontwikkeling. Ondernemingen zorgen voor innovatie en productontwikkeling.Hierdoor ontstaan nieuwe producten, die de welvaart en het welzijn van mensen kunnen bevorderen. Ondernemingen zorgen voor belastinginkomsten voor de overheid. Hiermee kan de overheid de kosten dekken voor de verzorgingsmaatschappij die Nederland heeft. EindantwoordBestuur / Raad van Bestuur (RvB)Het orgaan dat eindverantwoordelijk is voor het dagelijkse bestuur van de organisatie en de beslissingsbevoegdheid heeft voor alle operationele zaken. Raad van commissarissen (RvC) / Raad van toezicht (RvT)Houdt toezicht op het bestuur en controleert of het bestuur handelt in het belang van de langetermijn doelstellingen van de organisatie. Bij een BV en NV heet dit orgaan RvC. Zij komen op voor de belangen van de aandeelhouders. Bij een stichting of vereniging heet dit orgaan RvT. Zij komen op voor de belangen van de leden van de vereniging dan wel de belangen van de begunstigden van de stichting. Ondernemingsraad (OR) of Medezeggensschapsraad (MR)Orgaan dat opkomt voor de belangen van de medewerkers in een organisatie. Mag gevraagd en ongevraagd advies geven vanuit de volgende rechten/bevoegdheden:Adviesrecht 🡪 recht van geven van advies aan bestuurInformatierecht 🡪 recht op informatie van bestuurInitiatiefrecht 🡪 recht om voorstellen te doen naar bestuurInstemmingsrecht 🡪 recht of een voorstel van bestuur goed of af te keuren. Een OR wordt bij niet-commerciele organisaties (bijvoorbeeld scholen) vaak een MR genoemd. In principe is dit hetzelfde, al kan het zijn dat een MR niet alleen kijkt naar de belangen van medewerkers, maar bijvoorbeeld ook scholieren of patiënten. Algemene ledenvergadering Hoogste beslissingsorgaan bij een vereniging, die minimaal eenmaal per jaar samen dient te komen. Het bestuur moet de belangrijkste voorstellen voorleggen binnen deze vergadering en alle leden hebben één stem om een voorstel goed te keuren dan wel af te keuren. Meeste stemmen gelden. Algemene vergadering van aandeelhoudersHoogste beslissingsorgaan bij een BV en/of NV, die minimaal eenmaal per jaar samen dient te komen. Het bestuur moet de belangrijkste voorstellen voorleggen binnen deze vergadering en alle aandeelhouders hebben één stem per aandeel om een voorstel goed te keuren dan wel af te keuren. Meeste stemmen gelden, dus iemand met meer dan 50% van de aandelen heeft in principe alle macht / volledige zeggenschap. Werkwijze Bij MVO draait het altijd om de 3 P’s: people, planet en profit.Bij people gaat het erom dat de organisatie rekening houdt met het welzijn van alle mensen, zowel binnen als buiten de organisatie. Bij planet gaat het om duurzaam produceren en consumeren. De organisatie dient rekening te houden met de impact op het milieu. Bij profit gaat het erom op welke wijze de organisatie financieel bijdraagt aan people en planet. Daarbij dient de organisatie winstgevend te zijn om te kunnen blijven voldoen in haar maatschappelijke functie. Koppel nu de drie P’s aan de tekst in de opgave. Probeer in je antwoord altijd heel specifiek aan te geven waar je de koppeling tussen theorie en praktijk legt. Het komt sterk over wanneer je zaken die letterlijk in de casus staan, laat terugkomen in je antwoord. Hiermee bewijs je dat je de tekst goed hebt gelezen en hebt begrepen. Eindantwoord De P van People komt duidelijk naar voren doordat Tony Choc. staat voor het eerlijk behandelen van mensen. Ze zijn tegen kinderarbeid en moderne slavernij. De P van Profit komt naar voren doordat Tony Choc. bewust een extra hoge prijs betaald aan de boeren, zodat deze een leefbaar inkomen kunnen verdienen. Dit gaat ten kosten van de winst voor Tony Choc., maar is een bewuste keuze. De P van Planet komt minder sterk naar voren in deze tekst. Wellicht dat het planten van nieuwe boompjes hieronder kan worden geschaard. Werkwijze Koppel elke situatie aan de eigenschappen van de rechtsvormen, die je geleerd hebt in hoofdstuk 11. Zie je niet direct om welke rechtsvorm het gaat, zoek dan naar elementen om bepaalde rechtsvormen uit te sluiten. Eindantwoord Er is sprake van meerdere eigenaren. De eenmanszaak valt dus af. Er zijn geen statuten opgesteld bij een notaris om een rechtspersoon op te richten. Hier is dus sprake van een vennootschap onder firma. Er wordt gesproken over aandelen, waardoor er alleen maar sprake kan zijn van een bv of een nv. Er zijn maar een beperkt aantal aandeelhouders, die de aandelen volledig verdelen. De aandelen worden niet publiekelijk aangeboden op de effectenbeurs. Hier is dus sprake van een besloten vennootschap. Biek wil de enige eigenaar zijn. De vof valt dus af als rechtsvorm. Een winkel is een commercieel bedrijf, waardoor de stichting en vereniging ook afvallen. Om aandelen te creëren heb je een notariële akte nodig, echter komt er geen notaris te pas bij de opstart. Hierdoor vallen de bv en nv ook af als rechtsvormen. Dan blijft de eenmanszaak over. Er is hier sprake van een maatschappelijk doel, dus moet het een stichting of een vereniging zijn. Een vereniging kun je niet oprichten met één persoon, daar zijn meerdere mensen voor nodig. Hier is dus sprake van een stichting. Er is hier sprake van scheiding tussen eigendom en bestuur. Daarbij wordt er gesproken over aandelen. De rechtsvorm kan dus alleen een bv of een nv zijn. Het feit dat er een aandelenkoers is geeft aan dat de aandelen verhandeld worden op de effectenbeurs. Hier is dus sprake van een naamloze vennootschap. Ook hier is sprake van een maatschappelijke doelstelling en dus een niet-commerciële organisatie, waardoor de rechtsvorm alleen maar een stichting of een vereniging kan zijn. Een stichting mag echter geen leden hebben, dit staat in de Nederlandse wetgeving. Hier is dus sprake van een vereniging. Eindantwoord a)Surseance van betaling is een periode, die wordt uitgeroepen door een rechter. In deze periode mogen schuldeisers geen aanspraak maken op de betalingsverplichtingen van de schuldenaar. Er mogen ook geen extra (incasso)kosten worden gerekend gedurende deze periode. Het doel van deze periode is dat de ondernemer in gesprek kan gaan met schuldeisers om te kijken of een dreigend faillissement voorkomen kan worden. Werkwijze b)Denk na over de kenmerkende verschillen tussen een eenmanszaak en een besloten vennootschap in het kader van aansprakelijkheid bij faillissement. De eenmanszaak is een natuurlijk persoon, waarbij er geen verschil is tussen het vermogen van het bedrijf en het privé vermogen van de eigenaar. De eigenaar is dus hoofdelijk aansprakelijk voor alle schulden van het bedrijf. Een besloten vennootschap is een rechtspersoon. Dit betekent dat de onderneming dezelfde rechten en plichten heeft als een natuurlijk persoon. De aandeelhouders zijn maar beperkt aansprakelijk en kunnen niet meer verliezen dan het ingelegde vermogen in aandelen.Eindantwoord b)Bij het faillissement van een eenmanszaak is de eigenaar hoofdelijk aansprakelijk voor alle schulden van de onderneming, wat betekent dat de schuldeisers aanspraak kunnen maken op het privé vermogen van de ondernemer. Bij een besloten vennootschap is er sprake van een gescheiden vermogen tussen bedrijf en eigenaar(s) en verliest de ondernemer alleen het ingelegde vermogen in aandelen. WerkwijzeDenk na over het begrip relatieve omvang. Dit is de omvang van een bedrijf uitgedrukt in de omvang van een andere bedrijf of de gehele markt. Meestal is er sprake van deze laatste situatie. Dit wordt ook wel marktaandeel genoemd. De berekening die je dient te maken is dus als volgt:$\frac{omzet \ uitgeverij \ Coriovallum}{totale \ marktomzet }$x 100% De omzet bereken je door de afzet te vermenigvuldigen met de (gemiddelde) verkoopprijs.Vul de variabelen vanuit de formule in en bereken het relatieve marktaandeel.Percentages rond je meestal af op 1 decimaal, mits anders aangegeven in de opgave. EindantwoordOmzet Coriovallum = 18.000 boeken x €22 = €396.000Totale marktomzet = (12.000 x €28) + (10.500 x €32) + (18.000 x €22) = €1.068.000Relatieve omvang (marktaandeel) = $\frac{ 396.000}{ 1.068.000}$ x 100% = 37,1% Geef bij dit soort casusopdrachten altijd de definiëring van het kernconcept in je antwoord. Verwerk bij casusopdrachten altijd de inhoud van de casus in je antwoord, zodat je een expliciete koppeling legt tussen theorie en praktijk. Dit noemen we de concept-context benadering voor het beantwoorden van vraagstukken. Dit levert bij examens vaak scorepunten op, die je zou mislopen wanneer je deze benadering niet toepast. Denk na over de vier marketinginstrumenten (de 4 p’s) van de marketingmix:Product 🡪 materiële en immateriële eigenschappen Prijs 🡪 prijsbepaling Plaats 🡪 ook wel distributie, hoe komt het product bij de klant?Promotie 🡪 ook wel communicatie, op welke manieren komen we in contact met onze doelgroep?Eindantwoord a)Naamloze vennootschap. Er wordt gesproken over een aandelenkoers, dus de aandelen kunnen door beleggers op de aandelenmarkt worden verhandeld. Dit kan alleen bij een NV.Eindantwoord b)Een doelgroep is een homogene groep potentiële afnemers met soortgelijke kenmerken, waar de onderneming haar marketingmix op afstemt. In de casus worden kinderen en ouderen als doelgroep genoemd. Voor deze specifieke doelgroepen heeft McDonalds specifieke productvariaties ontwikkeld. Voor de kinderen happy meals en voor de ouderen het McCafé. Naast het product worden ook de prijs, plaats en promotie aangepast aan de wensen en behoeften van de specifieke doelgroep. Eindantwoord c)Product 🡪 assortiment (happy meals, burgers, frieten, drank, etc.) en materialen van papier/karton i.p.v. plastic. Prijs 🡪 aantrekkelijke prijs voor koffiePlaats 🡪 vestigingen, McDrive’s Promotie 🡪 posters, reclame op TV, imago WerkwijzeDenk na over de inhoud van een SWOT-analyse:Strengths 🡪 sterktesWeaknesses 🡪 zwaktesOpportunities 🡪 kansenThreats 🡪 bedreigingenSterktes en zwaktes hebben altijd betrekking op interne eigenschappen van de ondernemer, organisatie of product in vergelijking met de concurrentie. Kansen en bedreigingen hebben altijd betrekking op externe ontwikkelingen in de markt. Deze kunnen niet beïnvloed worden, maar kan wel door de ondernemer op worden ingespeeld. Kansen en sterktes kunnen zorgen voor méér omzet/winst/klantenBedreigingen en zwaktes kunnen zorgen voor minder omzet/winst/klanten. EindantwoordDit is een kans. Een externe ontwikkeling waar Chris gebruik van kan maken, die meer klanten oplevert. Dit is een sterkte. Een interne eigenschap van Chris, waarmee hij zich positief kan onderscheiden van de concurrentie. Dit is een bedreiging. De mate van concurrentie is een externe ontwikkeling, die Chris niet kan beïnvloeden. Ook het feit dat zij meer geld en/of kennis hebben kan Chris niet beïnvloeden. Of dit dan direct betekent dat Chris een zwakte heeft met betrekking tot kennis en geld, valt hier moeilijk te zeggen. Dit is een kans. In de toekomst zou Chris door deze externe ontwikkeling veel geld kunnen verdienen. Dit is een zwakte. Een lage naamsbekendheid is een interne eigenschap, die zou kunnen zorgen voor weinig klanten. Dit is een sterkte. Het gaat om een interne eigenschap van Chris als persoon. Ook het hebben van een netwerk is een interne eigenschap. Beide zaken zouden voor extra omzet of klanten kunnen zorgen. Dit is een bedreiging. Dit is een externe eigenschap van de markt, die ervoor zou kunnen zorgen dat Chris geen winst maakt. Dit is een bedreiging. Dit klantgedrag is extern en zou ervoor kunnen zorgen dat Chris te weinig verdient met zijn apps. Werkwijze a)Alle bezittingen die Kees nodig heeft vormen de investeringsbegroting voor Kees. Let op dat er ook een bedrag aan BTW voorgefinancierd moet worden door Kees. Kees betaalt zijn leveranciers inclusief BTW. Deze BTW krijgt hij weer terug van de Belastingdienst aan het einde van het eerste kwartaal, maar hij zal deze BTW wel moeten betalen aan zijn leveranciers. Eindantwoord a) Kees heeft de volgende zaken nodig om zijn frituur te beginnen:Gebouw van €215.000Inventaris van €20.000Apparatuur van €15.000Voorraad van €12.000Werkkapitaal van €15.000 Voorfinanciering BTW ter hoogte van €8.430(20.000 + 15.000) x 21% btw = €7.35012.000 x 9% btw = €1.080Kees heeft een totaalbedrag nodig van €285.430Werkwijze b)De financieringsbegroting wordt gevormd door het vermogen dat Kees nodig heeft om alle bezittingen van de investeringsbegroting mee te kunnen financieren. Makkelijker gezegd: Hoe gaat Kees alles betalen?Eindantwoord b)Kees heeft dus een bedrag nodig van €275.430 (zie financieringsbegroting).Kees kan de volgende leningen krijgen:Hypothecaire lening van €160.000 Lening van zijn ouders van €50.000Rekeningcourantkrediet van €18.000Van zijn leveranciers ontvangt hij een krediet van €9.000. Dit bedrag hoeft hij pas na een maand te betalen. Totaal aan leningen = €237.000Kees zal zelf moeten inleggen: 285.430 – 237.000 = €48.430Eindantwoord c)De investeringsbegroting vormt de debetzijde van de balans. De financieringsbegroting vormt de creditzijde van de balans. De posten op een balans zijn altijd exclusief btw. Voor de btw wordt een aparte balanspost gemaakt. Beginbalans Frituur KeesGebouw215.000Eigen vermogen 48.430Inventaris20.000Apparatuur15.0004% Hypothecaire lening160.000Lening ouders 50.000Voorraad12.000Te vorderen BTW 8.430Crediteuren 9.000Bank 15.000Rekening Courant18.000Totaal 285.430Totaal285.430Werkwijze d)Een resultatenbegroting toont de verwachte omzetten en kosten. Deze bedragen zijn altijd zonder btw! Een resultatenbegroting in paginavorm betekent dat de omzet en kosten onder elkaar worden gezet. Let op dat de brutowinst in deze paginavorm altijd berekend en getoond moet worden. Bereken eerst alle omzetten. Bereken daarna de inkoopwaarde van de omzet.Bereken de brutowinst. Bereken alle bedrijfskosten. Let op dat bij het berekenen van de interestkosten rekening moet worden gehouden met eventuele aflossingen. Eindantwoord d)Resultatenrekening jaar 1:Omzet kwartaal 1: 45.000Omzet kwartaal 2: 49.500Omzet kwartaal 3: 54.450Omzet kwartaal 4: 59.895Totale omzet 208.845Inkoopwaarde (30%) 62.654Brutowinst (70%) 146.191Personeelskosten 62.400 Energiekosten 18.000 Verzekering 2.400Interestkosten 9.120 Netto winst 54.271Toelichting op bedragen:De omzetten zouden elk kwartaal met 10% stijgen. (zie punt 7)Kees hanteert een brutowinstmarge van 70% van de omzet. Dus de inkoopwaarde bedraagt 30% van de omzet. (zie punt 7)De jaarlijkse personeelskosten zijn €1.200 x 52 weken. (zie punt 8)Energiekosten zijn €1.500 x 12 maanden. (zie punt 8)Verzekeringskosten zijn €2.400 per jaar. (zie punt 8)De interestkosten zijn afkomstig van drie leningen:Interestkosten rekening courant krediet: 10% van 18.000 = 1.800Interestkosten hypothecaire lening (alle bedragen afgerond op hele euro):- Aflossing per kwartaal = 160.000 / 120 kwartalen = 1.333 - Interest is 4% per jaar, dus 0,04 / 4 per kwartaal. - Interest kwartaal 1 = 160.000 x 0,04 / 4 = 1.600- Interest kwartaal 2 = 158.667 x 0,04 / 4 = 1.587- Interest kwartaal 3 = 157.334 x 0,04 / 4 = 1.573- Interest kwartaal 4 = 156.001 x 0,04 / 4 = 1.560- Totale interestkosten hypothecaire lening in jaar 1 = 6.320 Interestkosten lening ouders = 2% van €50.000 = €1.000Werkwijze e)Een liquiditeitsoverzicht heeft betrekking op alle betalingen, oftwel inkomsten en uitgaven. Let op dat deze bedragen inclusief btw zijn!!!Mutatie LM staat voor verandering liquide middelen. Saldo liquide middelen begin is het werkkapitaal van €15.000 op de bank (zie beginbalans). Eindantwoord e)Kwartaal 1Kwartaal 2Kwartaal 3Kwartaal 4InkomstenVerkopen 49.05053.95559.35165.286Btw-ontvangsten8.430000Totaal57.48053.95559.35165.286UitgavenInkopen14.71516.18717.80519.586Crediteuren 9.000Personeel15.60015.60015.60015.600Energie4.500 4.500 4.500 4.500Verzekering600 600 600 600Interest Hyp. Len. 1600 1.587 1.573 1.560Aflossing Hyp. L.1333 1.333 1.334 1.333Interest Rek.C.Kr.450 450 450 450Aflossing Rek.C.K00018.000Interest lening ouders0001.000Btw-afdracht2.8353.1183.4303.773Privé opname15.00015.00015.00015.000Totale uitgaven56.63358.37560.29281.402Mutatie LM (O-U)- 3.353- 4.420- 941- 16.116Saldo LM begin15.00011.6477.2276.286Saldo LM eind 11.647 7.2276.286- 9.830Toelichting op bedragen:De ontvangsten van de verkopen zijn allemaal inclusief 9% btw. De btw ontvangsten in kwartaal 1 zijn afkomstig van de voorgefinancierde btw van de beginbalans (zie ook investeringsbegroting). De inkopen zijn 30% van de verkopen inclusief 9% btw. De inkopen waren gelijk aan de inkoopwaarde (zie punt 6 en punt 7). Crediteuren is het bedrag van €9.000 op de beginbalans, dat Kees een maand later mocht betalen aan zijn leveranciers. Personeelskosten zijn €1.200 per week (zie punt 8). Een kwartaal heeft 13 weken, dus 13 x €1.200 = €15.600.Energiekosten zijn €1.500 per maand (zie punt 8). Een kwartaal heeft 3 maanden, dus 3 x €1.500 = €4.500.De verzekering was €2.400 per jaar, maar werd per kwartaal betaald. Dus €2.400 / 4 = €600. De interest op de hypothecaire lening wordt aan het einde van elk kwartaal betaald (zie punt 1). De rente is al berekend bij de resultatenbegroting. De aflossing van de hypothecaire lening wordt aan het einde van elk kwartaal betaald (zie punt 1). De euro extra in kwartaal 3 is om de tussentijdse afronding te corrigeren. Het is niet fout wanneer je dit niet hebt gedaan!De 10% interest van het rekening courant wordt maandelijks betaald (zie punt 2). Er vinden gedurende jaar 1 geen aflossingen plaats. Dus 10% van €1.800 / 12 = €150Het rekeningcourantkrediet wordt aan het einde van jaar 1, dus kwartaal 4, volledig afgelost (zie punt 2). Op de lening van de ouders wordt helemaal niet afgelost in jaar 1 (zie punt 3). De 2% rente wordt aan het einde van jaar 1 betaald, dus in kwartaal 4. De btw afdracht is telkens de btw op de verkopen (die betaald moet worden aan de Belastingdienst) verminderd met de btw op de inkopen (die Kees mag verrekenen met de Belastingdienst). De centen vallen weg, want je mag altijd afronden naar beneden bij belastingbedragen. Kwartaal 1: (€49.050 / 109 x 9) – (14.715 / 109 x 9) = €2.835 Kwartaal 2: (53.955 / 109 x 9) – (16.187 / 109 x 9) = €3.118Kwartaal 3: (59.351 / 109 x 9) – (17.805 / 109 x 9) = €3.430Kwartaal 4: (65.286 / 109 x 9) – (19.586 / 109 x 9) = €3.118Kees wil €5.000 per maand opnemen voor privé uitgaven, dat is €15.000 per kwartaal. Eindantwoord f)Kees kan zijn bedrijf op deze manier NIET starten, want op het einde van het jaar kan Kees niet aan zijn betalingsverplichtingen voldoen. Mogelijke adviezen zijn:Gedurende het jaar privé minder opnemen. Bijvoorbeeld het eerste jaar €4.000 i.p.v. €5.000. Meer eigen vermogen inbrengen (i.p.v. rekening courant van €18.000)Minder personeel inzetten (meer zelf werken). Meer lenen van zijn ouders in plaats van bij de bank. Onderhandelen met de bank over terugbetalen rekening courant krediet. Daarbij zal er over de netto winst ook nog belasting betaald moeten worden, maar daar hebben we in deze opgave geen rekening mee gehouden.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.