Toets Aardrijkskunde

De Wereld Van MAX 1.2 - Hoofdstuk 1 - Water oefentoetsen & antwoorden

MAX

Onderwerpen: aquifer, draineren, polder, brak water oase, waterscheiding, stroomgebied, waterconflicten, dijkverlegging, overloopgebied, waterkwantiteit, stuwdammen, zomerdijk, winterdijk, debiet, regiem

De Wereld Van MAX 1.2
Toets Aardrijkskunde
De Wereld Van MAX 1.2
Online maken
Toets afdrukken
Aquifer: Ondergrondse watervoorraad die uit fossiel water bestaat.Draineren: Afvoeren van overtollig (grond)water met behulp van een buizensysteem.Polder: Door dijken omringd gebied waar de waterstand kunstmatig kan worden geregeld. Brak water: Water dat half zoet en half zout is.Oase: Vruchtbaar gebied in de woestijn.  WaterscheidingWaterkwantiteitStroomgebiedOverloopgebied Bij de korte waterkringloop verdampt water uit de zee en valt het na verloop van tijd als regen weer terug in de zee.Bij de lange waterkringloop legt het verdampte water een langere weg af. Het valt bijvoorbeeld als sneeuw in de bergen of het komt op het land in het grondwater terecht. Toelichting:Het is belangrijk dat je bij deze vraag vooral ingaat op de verschillen in tijdsduur tussen de korte en de lange kringloop. De korte kringloop bestaat alleen uit verdamping en vervolgens regen. Het water verplaatst zich niet echt en blijft boven zee. Bij de lange kringloop verplaatst het verdampte water zich richting het land en keert via een veel langere route uiteindelijk weer terug in de zee. Gletsjerrivier: -Gemengde rivier: RijnRegenrivier: Eems, Schelde en MaasToelichting:Een gletsjerrivier bestaat uit alleen maar smeltwater. In Nederland zijn geen bergen die continu smeltwater leveren aan een rivier. Bovendien worden door het Nederlandse klimaat alle rivieren in Nederland met regenwater gevoed.De Rijn begint wel in een berggebied (Zwitserse Alpen) en wordt deels gevoed door smeltwater, maar ook door regenwater. Dat maakt de Rijn een gemengde rivier.De overige rivieren beginnen allemaal op een laag punt in België of Frankrijk en krijgen geen smeltwater van bijvoorbeeld een gletsjer. Daarom vallen zij in de categorie regenrivier.  Bij dijkverhoging blijft de dijk op dezelfde plek liggen maar wordt deze versterkt of verhoogd.Bij dijkverlegging wordt de dijk verder landinwaarts gelegd en op een andere plek neergelegd. Dit om het water meer ruimte te geven. Toelichting:Deze begrippen lijken erg op elkaar maar het verschil zit in de locatie van de dijk. Deze wordt bij dijkverlegging wel verplaatst maar bij dijkverhoging niet. Dijkverlegging gebeurt vaak wanneer de rivier heel dicht bij de dijk stroomt waardoor er niet meer ruimte ontstaat voor de rivier als deze niet verplaatst wordt. Dijkverhoging vindt plaats op plekken waar de rivier alleen in de winter dicht tegen de dijk aanstaat en waar simpelweg het verhogen een oplossing is voor het dreigende hoogwater.  Beide rivieren ontspringen in het Chinese binnenland. Dit gebied is erg bergachtig en steil. De rivieren stromen relatief snel in de bovenloop. Het landschap is dus bergachtig / er is veel hoogteverschil. Toelichting:Van beide rivieren weet je dat het gemengde rivieren zijn die dus ook gevoed worden door smeltwater. Dit smeltwater kan alleen komen van bergachtige gebieden. In de vraag wordt gevraagd om een beschrijving van de bovenloop van beide rivieren. Aangezien het gemengde rivieren zijn weet je dat de bovenloop vaak een bergachtig gebied is met steile hellingen of grote hoogteverschillen.  Het ontzilten van zout water is een kostbaar proces. Niet alle landen in het Midden-Oosten kunnen dit betalen en maken daarom gebruik van bijvoorbeeld goedkopere waterputten. Toelichting:Het ontzilten van zout zeewater tot zoet drinkwater is een erg kostbaar proces wat bovendien ook erg veel energie kost. Niet alle landen in het Midden-Oosten hebben voldoende geld om dit ook te kunnen betalen voor al hun inwoners en zijn daarom genoodzaakt om soms goedkopere oplossingen zoals waterputten te zoeken.  Door klimaatverandering zal de temperatuur verder stijgen waardoor er meer verdamping uit de rivieren is.Daarnaast zal de neerslag sterk afnemen waardoor de aanvoer van zoet water vanuit de lucht ook afneemt. Toelichting:Bij deze vraag komt het er eigenlijk op neer dat je de gevolgen van klimaatverandering voor het Midden-Oosten toepast. Het wordt warmer in de regio, meer warmte betekent meer verdamping en dus minder zoet water beschikbaar voor de bevolking. Het verband tussen minder neerslag en minder zoet water voor de bevolking is wat eenvoudiger om te begrijpen.  Het westen van Nederland ligt onder NAP. Hierdoor is het grondwater in het westen van Nederland al op kleine diepte vrij zout en niet geschikt voor drinkwater. Toelichting:Bedenk een kenmerk van het westen van Nederland waarom grondwaterwinning nauwelijks mogelijk is terwijl dit in andere delen van het land wel mogelijk is. Je komt al snel tot de conclusie dat de hoogteligging het onderscheidende kenmerk is waardoor in het ene deel van Nederland wel grondwaterwinning mogelijk is, maar in het andere deel niet.  De waterscheiding tussen twee stroomgebieden is altijd te herkennen door hoogteverschil / reliëf in het landschap. Vaak is het een (middel)gebergte wat het stroomgebied van twee verschillende rivieren scheidt.Toelichting:Water stroomt altijd naar het laagste punt onder invloed van zwaartekracht. Dit betekent dat als twee rivieren relatief dicht bij elkaar liggen (zoals de Rijn en de Maas) er altijd hoogte in het landschap aanwezig moet zijn om te bepalen waar elke druppel water uiteindelijk naar toe stroomt.  Chang Jiang: 1, 2, 4, 5, 8Huang He: 3, 6, 7, 9, 10Toelichting:- De verschillen tussen deze twee rivieren moet je weten. Deze rivieren hebben elkhun eigen kenmerken en kunnen daarmee het landschap verklaren.- Elke unieke rivier kan ervoor zorgen dat deze een eigen kleur heeft of zijndebiet/regiem kan invloed hebben op de hoeveelheid inwoners en samenstellingvan de landbouw.- Ook hangt de manier van watergebruik door de mensen samen met het typerivier, de ligging van de rivier en de kenmerken van het stroomgebied.Tip!Pak een A4 en vouw deze door midden. Schrijf aan de ene kant ‘Chang Jiang’en aan de andere kant ‘Huang He’. Pak paragraaf 11 erbij en schrijf degegevens en kenmerken van elke rivier op de juiste helft van het A4’tje. Op die manier creëer je voor jezelf direct een overzicht met alle kenmerken per rivier op een rijtje! Het juiste antwoord is A.Toelichting:Uitspraak I is juist omdat hier sprake is van hoge waterstand. Als het goed is heb je geleerd dat bij hoge waterstanden de rivier tussen de winterdijken blijft.Uitspraak II is juist omdat hier sprake is van normale of lagere waterstanden. De uiterwaarden blijven dan droog omdat de zomerdijken hoog genoeg zijn om het water tegen te houden. Deze uiterwaarden worden dan bijvoorbeeld gebruikt voor landbouw of recreatie.  Op de afbeelding zie je een stuwdam.De stuwdam houdt het water (en het sediment in het water) tegen. Aan de achterkant van de stuwdam is minder water en dus ook minder sediment omdat het water voor de stuwdam tot stilstand komt. Al het sediment in het water blijft dus ook achter voor de stuwdam. Toelichting:Bedenk bij deze vraag eerst goed wat je ziet op de afbeelding. Benoem dit ook in je antwoord. Je krijgt er weliswaar geen punten voor, maar je kunt vanuit daar wel verder redeneren over het juiste antwoord. Een stuwdam zorgt voor stilstand van het water. Wanneer water stil staat laat het al het materiaal los wat er in opgelost zit. Het water kan bovendien ook niet doorstromen, dus zal de sedimentatie achter de dam sterk afnemen.  De juiste antwoorden zijn drie van de volgende landen:Ethiopië, Zuid-Soedan, Soedan en eventueel Oeganda. Toelichting:De bovenloop is de oorsprong van de rivier. De rivier stroomt altijd naar het laagste punt op de kaart. Dat is in dit geval de Middellandse Zee (bovenin de kaart). Kijk goed in de kaart waar de Nijl precies begint. Deze begint in de buurt van het Victoriameer wat in Oeganda ligt. Vervolgens krijgt de Nijl nog toevoer van water uit (Zuid)-Soedan en Ethiopië. Dit zijn de andere mogelijke goede antwoorden.  Door stuwdammen te bouwen krijgen landen die stroomafwaarts / in de benedenloop van de rivier liggen minder water toegevoerd omdat de stuwdam het water tegenhoudt. Toelichting:Bedenk eerst wat het doel is van een stuwdam. Ga vervolgens na wat een onbedoeld gevolg kan zijn van het bouwen van deze stuwdam. Vervolgens beredeneer je wat een gebruikelijk nadeel kan zijn van het bouwen van deze stuwdammen.  onjuistjuistjuistToelichting: Uitspraak 1 is niet juist omdat hier wordt gesproken over smeltwater in combinatie met de Maas. Zoals je weet is de Maas een regenrivier en geen gletsjer- of smeltwaterrivier. Smeltwater in combinatie met de Maas kan dus nooit een juist antwoord zijn.Uitspraak 2 is juist omdat je in beide grafieken kunt aflezen dat de Maas een minder grote afvoer had in september dan de Rijn. Uitspraak 3 is juist omdat de Maas maar afhankelijk is van een soort water qua aanvoer. Namelijk neerslag. Dit zorgt voor een wisselvalliger verloop van de waterstanden. De Rijn heeft in een aantal vaste maanden in ieder geval aanvoer van smeltwater uit de Alpen en zal daardoor een constanter patroon laten zien.  Op de linkerfoto zie je een stedelijk gebied. Hier infiltreert regenwater moeilijk door de aanwezigheid van veel bebouwing en harde ondergronden.Op de rechterfoto zie je een landelijk gebied. Hier infiltreert regenwater gemakkelijk in de grond omdat er veel natuur / gras / groen / zachte ondergrond aanwezig is die het water als een soort spons op kan nemen en vasthoudt. Toelichting:Voor deze vraag is het van belang dat je de betekenis van het begrip infiltratie goed begrijpt. Daarnaast moet je begrijpen dat infiltreren in harde ondergronden lastiger gaat dan in zachtere ondergronden. In natuurgebieden wordt er dus beter geïnfiltreerd dan in stedelijke gebieden.  De zomerdijk houdt de waterstand in de zomer in bedwang. De gemiddelde waterstand in de zomer is in ieder geval niet hoger dan de hoogte van de zomerdijk.Hetzelfde geldt voor de winterdijk. Deze houdt de waterstand in de winter in bedwang. De gemiddelde waterstand in de winter is in ieder geval niet hoger dan de hoogte van de winterdijk. Toelichting:De namen van beide dijken zijn natuurlijk niet willekeurig gekozen, maar houden verband met de waterstand in beide seizoenen. Probeer het verband te zoeken tussen de waterstand en de hoogte van de dijk. Dat leidt je naar het goede antwoord.  De juiste antwoorden zijn: Dijkverlegging. Bij dijkverlegging leg je de dijk meer landinwaarts, hierdoor kan de rivier breder stromen waardoor de waterstanden lager worden. Kribverlaging. Bij kribverlaging maak je de obstakels die in de rivier liggen lager, hierdoor kan het water over de kribben stromen en heeft het meer ruimte.Nevengeulen. Bij nevengeulen leg je een extra zijtak van de rivier aan. Hierdoor heeft het rivierwater niet alleen de hoofdrivier om te stromen, maar ook een zijtak waar extra water in kan stromen. Uiterwaardafgraving. Bij uiterwaardafgraving maak je het gebied achter de zomerdijk lager. Door dit lager te maken kan de rivier hier overtollig water in tijden van hoogwater beter kwijt. Toelichting:Alleen dijkverhoging past niet bij het meer ruimte geven aan rivieren. Dan maak je de bestaande dijken hoger. Hiermee sluit je de rivieren juist nog meer op en zorg je dat het rivierwater niet kan stromen waar het wil. Het land met de meeste invloed op de waterstroming van de Tigris is Turkije, want dit land ligt aan de bovenloop / de oorsprong / het begin van de rivier en kan door middel van stuwdammen of sluizen de waterafvoer naar andere landen verminderen. De landen die verder stroomafwaarts liggen zijn afhankelijk van wat Turkije met de Tigris doet voor de hoeveelheid water die zij van deze rivier ontvangen. Toelichting:Bedenk bij dit soort vragen altijd eerst waar de rivier begint en waar deze eindigt. De rivier begint op het hoogste punt (in de bergen) en eindigt op het laagste punt (in de zee). Volg met je vinger het verloop van de rivier de Tigris en dan zie je dat de rivier in het oosten van Turkije moet beginnen en uiteindelijk in Irak in de Perzische Golf uitmondt. Dan begrijp je dat Turkije meer invloed heeft op de waterstroom omdat zij aan het begin ligt. Er staat ‘Leg je antwoord uit’, dus vergeet naast het noemen van het land niet je antwoord uit te leggen! 

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in